-
1 beat a path to someone's door
-
2 beat the door in
beat the door in -
3 beat
adj. verslagen, geklopt--------n. slag; ritme; klop; gong; weg--------v. slaan; smeden; verslaan, overwinnenbeat1[ bie:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 slag2 (vaste) ronde/route 〈 voornamelijk van politieagent〉5 klop/drijfjacht♦voorbeelden:be on one's beat • zijn ronde doen————————beat21 slaan ⇒ bonzen, beuken; woeden; kloppen 〈 van hart, bloed〉; trommelen; tikken 〈 van klok〉; fladderen 〈 van vleugel〉2 een klop/drijfjacht houdenII 〈 overgankelijk werkwoord〉6 afzoeken♦voorbeelden:the recipe to beat all recipes • het recept dat alles slaatbeat flat • platslaanbeat back • terugslaan/drijvenbeat the door in • de deur intrappenbeat someone's head in • iemand de hersens inslaanbeat something into someone's head • iemand iets inhameren〈 informeel〉 can you beat that? • heb je ooit zoiets gehoord/gezien?he beat me to it • hij was me voor -
4 rap
n. rap muziek, muziekgenre waarin versen en rijmen op ritmische wijze wordt voorgedragen met als begeleiding een ritmische maatslag (ontwikkeld in de stedelijke gebieden gedurende de mid-zeventiger (20-e E))--------n. tik; schuldig zijn; aanmaning--------v. tikken; aanmanenrap1[ ræp] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 get a rap on/over the knuckles • een tik op de vingers krijgen; 〈 figuurlijk〉 op de vingers getikt wordenbeat the rap • zijn straf ontlopen————————rap2〈 rapped〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:3 the President rapped the Department of State • de president gaf het ministerie van Buitenlandse Zaken een schrobbering→ rap out rap out/ -
5 path
-
6 Dutch
adj. Nederlands/Hollands, betr. Nederland--------n. Nederlands; Nederlanders; Nederlands(e taal)Dutch1[ dutsj]I 〈 eigennaam〉♦voorbeelden:¶ in Dutch • in de penarie/rotzooi→ double double/III 〈meervoud; the〉♦voorbeelden:————————Dutch2〈bijvoeglijk naamwoord; Amerikaans-Engels ook dutch〉♦voorbeelden:1 Dutch cheese • Edammer kaas, boerenkaas¶ Dutch auction • veiling/verkoping bij afslagDutch barn • kapschuurDutch cap • pessarium (occlusivum)Dutch comfort • schrale troostDutch doll • ledenpopDutch door • boerderijdeur, onder- en bovendeurDutch elm disease • iep(en)ziekteDutch fuck • het aansteken van de ene sigaret aan de andereDutch hoe • (duw)schoffelDutch oven • (braad)oven, bakovenDutch treat • feest/uitstapje waarbij ieder voor zich betaalttalk like a Dutch uncle • duidelijk zeggen waar het op staat————————Dutch3〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
7 brain
n. hersenen; verstand--------v. de hersens inslaanbrain1[ breen]3 brein ⇒ intelligentie, hoofd♦voorbeelden:3 beat/cudgel/rack one's brain(s) about something • zijn hersens pijnigen over iets, diep nadenken over ietsget/have something on the brain • steeds aan iets denken, iets niet uit zijn hoofd kunnen krijgenshe has (a lot of) brains/a good brain • ze heeft (een goed stel) hersenspick someone's brain(s) • iemands ideeën stelen♦voorbeelden:blow someone's brains out • iemand een kogel door het hoofd schieten————————brain2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 I'll brain you if you're late again • als je weer te laat komt, vermoord ik je -
8 daylight
n. daglichtdaylight2 dageraad ⇒ ochtendgloren, zonsopgang♦voorbeelden:see daylight • iets door/in de gaten krijgen; een lichtpuntje zienbeat/knock the (living) daylights out of someone • iemand overhoop/buiten westen slaanscare the (living) daylights out of someone • iemand de stuipen op het lijf jagen -
9 head
adj. belangrijkste, hoofdzaak--------n. hoofd; (in computers) kop, het onderdeel dat leest van, en schrijft naar de harde schijf of diskettes--------v. leiden, aan het hoofd staan; afstotenhead1[ hed] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: in betekenis 0.15 head〉1 hoofd ⇒ kop, hoofdlengte9 (opname/wis)kop 〈van band/videorecorder〉♦voorbeelden:have something hanging over one's head • iets boven het hoofd hebben hangen 〈 voornamelijk figuurlijk〉head first/foremost • voorovertaller by a head • een kop groterget/take something into one's head • zich iets in het hoofd zettenthe success has gone to/turned his head • het succes is hem naar het hoofd gestegenput one's heads together • de koppen bij elkaar stekenput something into someone's head • iemand iets suggererenthat is above/over my head • dat gaat boven mijn peta head for mathematics • een wiskundeknobbeloff/out of one's head • gek, niet goed bij zijn verstand3 heads or tails? • kruis of munt?4 £1 a head • £1 per persooncome to a head • een kritiek punt bereikenbang one's head against a brick wall • met het hoofd tegen de muur lopenhead over ears/heels • tot over zijn orenfrom head to foot • van top tot teenbury one's head in the sand • de kop in het zand stekenI could not make head or tail of it • ik kon er geen touw aan vastknopenkeep one's head above water • het hoofd boven water houdenbeat/knock someone's head off • iemand totaal verslaanbite/snap someone's head off • iemand afsnauweneat one's head off • eten als een wolf〈 slang〉 give someone head • iemand beffen/pijpenhold one's head high • z'n hoofd niet laten hangenkeep one's head • zijn kalmte bewarenkeep one's head down • zich gedekt houdenlaugh one's head off • zich een ongeluk lachenscream/shout one's head off • vreselijk tekeergaanhave one's head screwed on straight/right • verstandig zijn, niet gek zijnshe could do it standing on her head • het was voor haar een fluitje van een centbe promoted over one's head • gepasseerd worden————————head21 gaan ⇒ gericht zijn, koers zetten♦voorbeelden:the plane headed north • het vliegtuig zette koers naar het noorden→ head for head for/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:the procession was headed by the mounted police • de stoet werd voorafgegaan door de bereden politie→ head off head off/ -
10 Baudot code
Baudot kode (een methode voor het vertonen van tekens door beat combinaties) -
11 EBCDIC code
EBCDIC kode (een methode voor het vertonen van tekens door beat combinatie)
См. также в других словарях:
Beat — Beat, v. i. 1. To strike repeatedly; to inflict repeated blows; to knock vigorously or loudly. [1913 Webster] The men of the city . . . beat at the door. Judges. xix. 22. [1913 Webster] 2. To move with pulsation or throbbing. [1913 Webster] A… … The Collaborative International Dictionary of English
beat — beat1 W2S2 [bi:t] v past tense beat past participle beaten [ˈbi:tn] ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(competition/election)¦ 2¦(hit)¦ 3¦(hit against)¦ 4¦(do better)¦ 5¦(be better)¦ 6¦(food)¦ 7¦(control/deal with)¦ … Dictionary of contemporary English
beat — v., n., & adj. v. (past beat; past part. beaten) 1 tr. a strike (a person or animal) persistently or repeatedly, esp. to harm or punish. b strike (a thing) repeatedly, e.g. to remove dust from (a carpet etc.), to sound (a drum etc.). 2 intr.… … Useful english dictionary
beat down — verb 1. persuade the seller to accept a lower price She beat the merchant down $100 • Syn: ↑bargain down • Hypernyms: ↑haggle, ↑higgle, ↑chaffer, ↑huckster • Verb … Useful english dictionary
beat — UK US /biːt/ verb [T] (beat, beaten, US also beat) ► to do better than someone or something: »Yesterday s close beat the record set Feb. 1. »With their lowest price guarantee, they will beat the price of a competitor s product by 10%. beat… … Financial and business terms
Door Wide Open — Door Wide Open: A Beat Love Affair In Letters, 1957 1958 Author(s) … Wikipedia
beat a path to sb's door — ► to be eager to buy or get something from someone: »By making furniture distinguished in design and workmanship, it has persuaded buyers to beat a path to its door. Main Entry: ↑beat … Financial and business terms
beat a path to somebody's door — beat a path to sb s ˈdoor f24 idiom if a lot of people beat a path to sb s door, they are all interested in sth that person has to sell, or can do or tell them • Top theatrical agents are beating a path to the teenager s door. Main entry:… … Useful english dictionary
beat a path to someone's door — beat a path to someone’s door phrase to go to someone’s home or place of work in large numbers It’s no fun having the world’s press constantly beating a path to your door. Thesaurus: to go somewhere, or to move in a particular directionsynonym… … Useful english dictionary
beat a path to someone's door — beat a path to (someone s) door to be very eager to see you. Whenever some ordinary guy wins a big lottery, the press beats a path to his door … New idioms dictionary
beat a path to door — beat a path to (someone s) door to be very eager to see you. Whenever some ordinary guy wins a big lottery, the press beats a path to his door … New idioms dictionary