-
1 Titel
Titel〈m.; Titels, Titel〉 -
2 titel
título -
3 titel
1) tituleren2) betitelen3) titelen -
4 der Titel des Romans führt irre
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > der Titel des Romans führt irre
-
5 титул
titel -
6 title
titel -
7 заглавие
titel, opschrift -
8 звание
titel, rang -
9 scap
titel van Douglas MacArthur gedurende de Japanse bezetting volgend op de Tweede Wereldoorlogscap (Supreme Commander Allied Powers) -
10 title bar
titel balk, balk aan de top van een venster waarin de naam van het toepassingsvenster is geschreven -
11 название
titel, naam -
12 название
titel, naam -
13 titre
titre [tietr]〈m.〉1 titel ⇒ hoedanigheid, kwalificatie2 rechtstitel ⇒ akte, bewijsstuk4 effect ⇒ waardestuk, waardepapier6 gehalte♦voorbeelden:titre de noblesse • adelbriefà titre d'ami • als vriendà titre d' essai • bij wijze van proefà titre d' information • ter informatieà ce titre • om die reden, in dat opzichtà titre de réciprocité • op basis van wederkerigheidà titre bénévole • kosteloos, vrijwilligà titre exceptionnel • bij wijze van uitzonderingà titre honorifique • als bewijs van eerà titre personnel • persoonlijk, op persoonlijke titelà plus d'un titre, à plusieurs titres • in meer dan één opzicht, om verschillende redenenau même titre • op dezelfde wijzeau même titre que • evenals, op dezelfde wijze alsau titre de l'article 10 • krachtens, uit hoofde van artikel 10en titre • vast aangesteld, officieelêtre admis sur titres • toegelaten worden op grond van diploma'stitres de propriété • eigendomsbewijsà juste titre • terechtà titre gratuit • gratisà quel titre • met welk recht, om welke redenavance sur titres • lening op onderpand〈 communicatie(media)〉 les grands titres de l'actualité • overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen4 titre de rente • obligatie, schuldbewijstitre d'un alliage • gehalte van een legeringor au titre • goud van het voorgeschreven gehaltem1) titel2) hoedanigheid3) akte4) opschrift [boek]5) kop [krant]6) effect, waardepapier7) rechtsgrond8) gehalte -
14 titré
titre [tietr]〈m.〉1 titel ⇒ hoedanigheid, kwalificatie2 rechtstitel ⇒ akte, bewijsstuk4 effect ⇒ waardestuk, waardepapier6 gehalte♦voorbeelden:titre de noblesse • adelbriefà titre d'ami • als vriendà titre d' essai • bij wijze van proefà titre d' information • ter informatieà ce titre • om die reden, in dat opzichtà titre de réciprocité • op basis van wederkerigheidà titre bénévole • kosteloos, vrijwilligà titre exceptionnel • bij wijze van uitzonderingà titre honorifique • als bewijs van eerà titre personnel • persoonlijk, op persoonlijke titelà plus d'un titre, à plusieurs titres • in meer dan één opzicht, om verschillende redenenau même titre • op dezelfde wijzeau même titre que • evenals, op dezelfde wijze alsau titre de l'article 10 • krachtens, uit hoofde van artikel 10en titre • vast aangesteld, officieelêtre admis sur titres • toegelaten worden op grond van diploma'stitres de propriété • eigendomsbewijsà juste titre • terechtà titre gratuit • gratisà quel titre • met welk recht, om welke redenavance sur titres • lening op onderpand〈 communicatie(media)〉 les grands titres de l'actualité • overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen4 titre de rente • obligatie, schuldbewijstitre d'un alliage • gehalte van een legeringor au titre • goud van het voorgeschreven gehalteadj -
15 titrer
titrer [tietree]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:titrer sur cinq colonnes • een kop over vijf kolommen brengen2 les liqueurs doivent titrer 15 degrés minimum • likeuren moeten minstens 15% alcohol bevatten -
16 handle
n. handvat; titel; bijnaam; (in computers) specifiek identifikatieteken dat aan een bestand wordt gegeven waardoor toegang aan een programma wordt verleend--------v. aanraken; bevoelen; zorgen voor; handelen in-handle1[ hændl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 handvat ⇒ hendel, steel2 knop ⇒ kruk, k3 gevest ⇒ heft, greep♦voorbeelden:get a handle on something • greep krijgen op iets, iets onder de knie krijgendon't give your enemies a handle against you • laat je vijanden geen vat op je krijgen————————handle2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 hanteren ⇒ bedienen, manipuleren♦voorbeelden:6 can he handle that situation? • kan hij die situatie aan? -
17 honorable
adj. eerzaam, respectabel--------n. eerlijk mens, respectabel iemand, iemand met principes; iemand die titel Weledelachtbare bezit (titel uit respect gegeven aan hoge functionarissen, Engelse adelijke titel gegeven aan de nakomelingen van edelmannen onder de rang van markies)→ honourable honourable/ -
18 honourable
n. eerlijk mens, respectabel iemand, iemand met principes; iemand die titel Weledelachtbare bezit (titel uit respect gegeven aan hoge functionarissen, Engelse adelijke titel gegeven aan de nakomelingen van edelmannen onder de rang van markies)♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
19 prefix
n. titel; voorwoord; netnummer--------v. toevoegen van titel; toevoegen van voorwoordprefix1[ prie:fiks] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————prefix2〈 werkwoord〉 -
20 rubric
n. rubriek; titel[ roe:brik]
См. также в других словарях:
Titel — Тител Héraldique … Wikipédia en Français
Titel — Тител Municipality and Town Panorama view of Titel, seen from Titel Hill … Wikipedia
Titel — Sm std. (8. Jh.), mhd. tit(t)el, ahd. titul(o) Entlehnung. Entlehnt aus l. titulus Aufschrift, Titel , dessen Herkunft unklar ist. Verb: titulieren; Präfixableitung: betiteln; Kollektivum: Titulatur. Ebenso nndl. titel, ne. title, nfrz. titre … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Titel — »Überschrift, Aufschrift; Name eines Buches; Amts , Dienstbezeichnung; Ehrenbezeichnung, Anredeform«: Das Substantiv mhd. tit‹t›el, ahd. titul‹o› ist aus gleichbed. lat. titulus entlehnt. Die weitere Herkunft des lat. Wortes, das auch die Quelle… … Das Herkunftswörterbuch
Titel — sind tiefe Gräben um die Festung Mensch. Hans Arndt Einen Namen hat man, wenn man seine Titel wegläßt, weil sie ihn verkleinern würden. «Sigmund Graff» Titel zeichnen den Mittelmäßigen aus, bringen den Hochstehenden in Verlegenheit und werden vom … Zitate - Herkunft und Themen
Titel [1] — Titel, lat. titulus, Auf od. Ueberschrift, Amts od. Ehrenname; im Rechtswesen titulus, Rechtsgrund zum Erwerb dinglicher Rechte, neben bona fides und Zeitablauf noch nothwendig zur Ersitzung; justus t., guter, redlicher Rechtsgrund, der je nach… … Herders Conversations-Lexikon
Titel — [Wichtig (Rating 3200 5600)] Bsp.: • Der Titel eines berühmten Buchs von Ernest Hemingway stammt aus einem Gedicht von John Donne … Deutsch Wörterbuch
Titel [1] — Titel (v. lat. Titulus), 1) ein Punkt, ein kleiner Strich; 2) (röm. Ant.), sowohl ehrenvolle Inschrift (T. sepulcri, T. statuae), als auch entehrende, z.B. an verkäuflichen Sklaven, öffentlichen Dirnen etc.; 3) die Überschrift u. Aufschrift eines … Pierer's Universal-Lexikon
Titel [2] — Titel (Titul), 1) Bataillonsbezirk der Serbischbanater Militärgrenze, 16,73 QM. mit 26,600 Ew.; 2) Marktflecken darin, rechts an der Theiß, unweit deren Mündung in die Donau; deutsche Hauptschule, Zeughaus, Schiffswerfte, Schiffbau, bedeutende… … Pierer's Universal-Lexikon
Titel [1] — Titel (lat. titulus, franz. titre), Bezeichnung des Amtes, der Würde und des Ranges einer Person, daher Standes , Ehren , Amtstitel. Ein ausgebildetes Rang und Titelsystem gehört seit alten Zeiten zu den Eigentümlichkeiten des Militärwesens und… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Titel [2] — Titel (lat.), die Aufschrift eines Buches, Kunstwerkes etc. (daher Titelblatt, Titelbogen); die mißbräuchliche Benutzung des Titels einer Druckschrift wird als unlauterer Wettbewerb behandelt. Im juristischen Sinn bezeichnet T. einen gesetzlichen … Meyers Großes Konversations-Lexikon