-
1 Petersilie
Petersilie〈v.; Petersilie, Petersilien〉♦voorbeelden:¶ 〈informeel; figuurlijk〉 ihm ist die Petersilie verhagelt • hij is terneergeslagen, teleurgesteld -
2 er ist ganz geknickt
-
3 ihm ist die Petersilie verhagelt
hij is terneergeslagen, teleurgesteldWörterbuch Deutsch-Niederländisch > ihm ist die Petersilie verhagelt
-
4 knicken
knicken〈 haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 knappen, knippen 〈bijv. van vlooien〉♦voorbeelden: -
5 niedergeschlagen
niedergeschlagen1 terneergeslagen ⇒ moedeloos, neerslachtig -
6 zerknittern
zerknittern♦voorbeelden: -
7 zerknittert sein
Перевод: с немецкого на все языки
со всех языков на немецкий- Со всех языков на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский