-
81 coup
-
82 dik
dik1〈 het〉1 [bezinksel] grounds, dregs2 [dik gedeelte] thick♦voorbeelden:iemand door dik en dun volgen • support someone/stand by someone through thick and thin/fair and foul————————dik24 [opgezet, gezwollen] swollen♦voorbeelden:1 een dik boek • a thick/fat book10 cm dik • 10 cm thickde dikke darm • the large intestineze stonden tien rijen dik • they stood ten (rows) deepeen dikke streep/lijn • a thick/bold stroke/lineeen dikke trui • a thick jumperdik worden • thicken, set, congealdie jurk maakt dik • that dress makes you look fatdik worden • grow fatzij heeft aanleg om dik te worden • she puts on weight easilydik worden • swell (up)¶ dik doen • swank, swagger, boastzich dik maken (over iets) • get worked up (about something)II 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉♦voorbeelden:een dikke voldoende • a (very) high markdik tevreden (zijn) • (be) well-satisfieddik verdiend • well-earnedhij is dik in de zeventig • he is well into his seventiesdik onder het stof • thick with dustdat komt dik voor elkaar/mekaar • that'll work out finehet er dik bovenop leggen • lay it on thickhet ligt er dik bovenop • it is quite obviousdat zit er dik in • I wouldn't be surpriseddik in iets zitten • have plenty of somethingdikke vrienden zijn • be great/close friendseen dikke mist • thick fog -
83 door een beroerte getroffen worden
door een beroerte getroffen wordenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door een beroerte getroffen worden
-
84 een attaque krijgen
een attaque krijgenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een attaque krijgen
-
85 een dikke streep/lijn
een dikke streep/lijna thick/bold stroke/lineVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een dikke streep/lijn
-
86 een fraaie stoot
een fraaie stoota good stroke/shotVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een fraaie stoot
-
87 een gelukje
a stroke of (good) luck, a windfall, a godsend -
88 een geniale vondst/zet
een geniale vondst/zetVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een geniale vondst/zet
-
89 een kras met de pen
een kras met de penVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een kras met de pen
-
90 een reuze bof
een reuze bof -
91 finishing touch
♦voorbeelden:Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > finishing touch
-
92 geen bal uitvoeren
geen bal uitvoerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geen bal uitvoeren
-
93 geen klap uitvoeren
geen klap uitvoerennot do a stroke of work/lift a fingerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geen klap uitvoeren
-
94 geen spat uitvoeren
geen spat uitvoerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geen spat uitvoeren
-
95 geluk
3 [prettige toevalligheid, gebeurtenis] lucky thing ⇒ piece/bit of luck, 〈 meevaller, mazzel〉 lucky break♦voorbeelden:op goed geluk (af) • on the off-chance, hoping for the beststom geluk hebben • be dead luckyzijn geluk beproeven • try one's luckdat brengt geluk • that will bring (good) luckals ze geluk heeft, haalt ze 't misschien • with (a bit of) luck/if she's lucky she might make itiemand geluk toewensen • wish someone luck/happinessdoor stom geluk • by pure chance/sheer luckgeluk hebben in het spel/de liefde • be lucky at cards/in lovehij mag van geluk spreken • he can count himself lucky, he can/may thank his lucky starsveel geluk! • good luck!dat is meer geluk dan wijsheid • that is more (by) good luck than good judgement; 〈 gezegd wanneer een beginner of onkundige slaagt of wint〉 (that's just) beginner's luckhij kon zijn geluk niet op • he couldn't get over it/was beside himself with joyhet geluk hebben • be fortunate/lucky enough (to)dat is een geluk bij een ongeluk • it could have been a great deal worsehet was zijn geluk dat hij zwemmen kon • it was lucky/a good job for him that he could swimdat was je geluk • that saved youwat een geluk dat je thuis was • a lucky thing you were (at) homeeen gelukje • a stroke of (good) luck, a windfall, a godsend -
96 gelukstreffer
-
97 geniaal
♦voorbeelden:1 een geniaal kunstenaar • a highly-gifted/an inspired artist2 een geniale oplossing • an ingenious/brilliant solutioneen geniale vondst/zet • a stroke of genius -
98 hij heeft er geen hand naar uitgestoken
hij heeft er geen hand naar uitgestokenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij heeft er geen hand naar uitgestoken
-
99 hij steekt geen/nooit een hand uit
hij steekt geen/nooit een hand uitVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij steekt geen/nooit een hand uit
-
100 hij voert niets uit
hij voert niets uithe doesn't do a stroke (of work)/doesn't get anything doneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij voert niets uit
См. также в других словарях:
Stroke — Stroke, n. [OE. strok, strook, strak, fr. striken. See {Strike}, v. t.] 1. The act of striking; a blow; a hit; a knock; esp., a violent or hostile attack made with the arm or hand, or with an instrument or weapon. [1913 Webster] His hand fetcheth … The Collaborative International Dictionary of English
stroke — ► NOUN 1) an act of hitting. 2) Golf an act of hitting the ball with a club, as a unit of scoring. 3) a sound made by a striking clock. 4) an act of stroking with the hand. 5) a mark made by drawing a pen, pencil, or paintbrush once across paper… … English terms dictionary
stroke — [strōk] n. [ME, akin to Ger streich, a stroke, OE strican: see STRIKE] 1. a striking of one thing against another; blow or impact of an ax, whip, etc. 2. a) a sudden action resulting in a powerful or destructive effect, as if from a blow [a… … English World dictionary
Stroke — Stroke, v. t. [imp. & p. p. {Strokeed}; p. pr. & vb. n. {Strokeing}.] [OE. stroken, straken, AS. str[=a]cian, fr. str[=i]can to go over, pass. See {Strike}, v. t., and cf. {Straggle}.] 1. To strike. [Obs.] [1913 Webster] Ye mote with the plat… … The Collaborative International Dictionary of English
stroke — s.n. (Canotaj) Numărul de lovituri de vâslă pe minut; ritmul canotorului. [pron. strouc, scris şi stroc, pl. kuri. / < engl. stroke]. Trimis de LauraGellner, 13.09.2007. Sursa: DN STROKE STROC/ s. n. (canotaj) numărul de lovituri de vâslă pe … Dicționar Român
stroke — [n1] accomplishment achievement, blow*, feat, flourish, hit*, move, movement; concept 706 Ant. failure, loss stroke [n2] seizure apoplexy, attack, collapse, convulsion, fit, shock; concepts 33,308 stroke [v] … New thesaurus
Stroke — Stroke, obs. imp. of {Strike}. Struck. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Stroke 9 — est un groupe de rock alternatif créé en 1989 à San Francisco. Sommaire 1 Histoire du groupe 2 Membres 3 Discographie 4 Charts … Wikipédia en Français
stroke — index calamity, expedient, maneuver (tactic), operation Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
Stroke — For other uses, see Stroke (disambiguation). Stroke Classification and external resources CT scan slice of the brain showing a right hemispheric ischemic stroke (left side of image). ICD 10 … Wikipedia
stroke — stroke1 S3 [strəuk US strouk] n ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(illness)¦ 2¦(swimming/rowing)¦ 3¦(sport)¦ 4¦(pen/brush)¦ 5 at a/one stroke 6 on the stroke of seven/nine etc 7 stroke of luck/fortune 8 stroke of genius/inspiration etc 9¦(hit) … Dictionary of contemporary English