-
1 strijkinstrumenten
n. strings -
2 de strijkinstrumenten
de strijkinstrumentenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de strijkinstrumenten
-
3 corde
corde [kord]〈v.〉2 snaar 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ 〈 meervoud〉 snaarinstrumenten ⇒ 〈 van orkest〉 strijkinstrumenten, strijkers7 〈 van hout〉vadem, vaam♦voorbeelden:corde lisse • klimtouwcorde raide • gespannen koordêtre, marcher, danser sur la corde raide • zich in een precaire situatie bevindensauter à la corde • touwtjespringentirer les cordes • de touwtjes in handen hebbencorde à noeuds • klimtouwcorde à sauter • springtouwfaire jouer, faire vibrer, toucher la corde sensible de qn. • iemands gevoelige snaar rakenen, de corde • touwen, touw-tenir la corde • de binnenbocht houdenusé jusqu'à la corde • tot op de draad versleten〈 spreekwoord〉 il ne faut pas parler de corde dans la maison d'un pendu • in het huis van de gehangene spreekt men niet over de stropil ne vaut pas la corde pour le pendre • hij is geen schot kruid waardc(h)orde dorsale • ruggenstrengcordes vocales • stembandenil pleut des cordes • het regent pijpenstelentirer sur la corde • misbruik maken van een voordeel, van iemandtirer trop sur la corde • de zaken te ver doordrijven, iemand tot het uiterste drijvenavoir plus d'une corde, plusieurs cordes à son arc • meer dan één pijl op zijn boog hebbenargument usé jusqu'à la corde • afgezaagd argumentc'est dans mes cordes • dat kan ik wel (aan)1. f1) touw, koord, kabel, lijn2) snaar3) zijkant van de binnenbaan [sport]5) vadem [hout]6) strop, galg2. cordesf pl2) strijkinstrumenten, strijkers3) bespanning [racket] -
4 string
n. veter, lont, snaar; rij (ook in computers); serie; kolom; vezel; (in computers) een rij tekens die als een enkele informatie wordt gezien--------v. rijgen, snoeren; besnaren; bespannen; spannen; afristen, afhalen (bonen)string1[ string] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 koord ⇒ touw(tje), garen3 snaar5 aaneenschakeling ⇒ snoer, ris(t); reeks, sliert; streng♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 have someone on a string • iemand in zijn macht hebben/houden; iemand aan het lijntje houden5 string of cars • rij/file auto's¶ have two strings/a second string to one's bow • op twee paarden wedden, meer pijlen op zijn boog hebbenplay second string • de tweede viool spelenwith no strings attached • zonder kleine lettertjes/beperkende bepalingen————————string2II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 (aan elkaar) rijgen ⇒ ritsen, aaneenschakelen♦voorbeelden:¶ strung up • zenuwachtig, gespannen, opgewonden→ string along string along/, string out string out/ -
5 strijkinstrument
♦voorbeelden:Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > strijkinstrument
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский