-
1 immobiliser
immobiliser [iemobbieliezee]1 stopzetten ⇒ stilleggen, tot stilstand brengen1 zich niet meer bewegen ⇒ (onbeweeglijk) blijven staan, liggen ⇒ 〈 van verkeer〉 tot stilstand komen1. v1) stopzetten, stilleggen2) verlammen2. s'immobiliserv2) tot stilstand komen [verkeer] -
2 paralyser
-
3 sommeil
sommeil [sommej]〈m.〉♦voorbeelden:sommeil de lièvre • hazenslaap, lichte slaapsommeil de la nature • rust van de natuurdormir d'un sommeil de plomb • slapen als een oslaisser une affaire en sommeil • een zaak laten liggenmettre en sommeil • stilleggensuccomber au sommeil • door slaap overmand wordentirer qn. du sommeil • iemand wakker makennuit sans sommeil • slapeloze nachtm -
4 débrayer
-
5 mettre en sommeil
mettre en sommeil
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский