-
1 starch
stijfsel -
2 starch
n. zetmeel; stijfsel; appret; stijfheid--------v. stijvenstarch1[ sta:tsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zetmeel2 stijfsel♦voorbeelden:————————starch2〈 werkwoord〉1 stijven♦voorbeelden: -
3 amylaceous
adj. van stijfsel (bevat stijfsel) -
4 gluten
n. graankleefstof; basis van kleefstof in stijfsel[ gloe:tn] -
5 paste
n. deeg; lijm; pasta; zalf--------v. plakken (ook in computers); (in computers) een bepaald onderdeel uit een ander dokument aan het huidige dokument toevoegen; slaan (slang)paste1[ peest] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 pastei ⇒ paté, puree————————paste2〈 werkwoord〉1 kleven ⇒ plakken, volplakken→ paste up paste up/ -
6 size
n. maat; grootte; waardering; (soort) lijm--------v. sorteren (naar grootte); met lijm bedekkensize1[ sajz]1 afmeting ⇒ formaat, grootte, omvang2 maat♦voorbeelden:trees of various sizes • bomen van verschillende grootteof some size • nogal groot1 stijfsel ⇒ pap, sterksel————————size2〈 werkwoord〉 -
7 starchy
-
8 stiffening
-
9 amyl
n. soort stijfsel -
10 amylopectin
n. Amylopectine (onderdeel van stijfsel) -
11 amylose
n. Amylose (onderdeel van stijfsel) -
12 clearcole
n. mengsel van stijfsel en witkalk (gebruikt als basisverf in verven van huizen, enz.) -
13 lichenin
n. Lichenine (soort stijfsel)
См. также в других словарях:
Seife — 1. Es wird überall mit Seife gewaschen. (Stettin.) In dem Sinne: Wer gut schmiert, der fährt gut. Pfennigsalbe wirkt überall. 2. Man muss nicht Seife für Butter und Kartoffelstücke für Reis verkaufen. Holl.: Men moet geene zeep voor boter, geen… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon