-
1 stekend
♦voorbeelden:stekende ogen • yeux méchants -
2 stekend
♦voorbeelden:2 stekende woorden • stinging/cutting words -
3 stekend
adj. stingy, lancinating -
4 stekend
колючий; колющий; колкий, язвительный; пронизывающий -
5 колющий
stekend -
6 shooting
adj. schietend, stekend (pijn); vallend(e ster)--------n. schot, schoten; jachtshooting1[ sjoe:ting] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 jacht————————shooting22 stekend♦voorbeelden: -
7 fulgurant
-
8 колкий
stekelig, spits, bijtend, stekend -
9 piercing
adj. doorborend, doordringend[ piəsing] -
10 stinging
[ stinging]♦voorbeelden: -
11 fulgurating
adj. stekend (pijn) -
12 humble bee
n. hommel, grote en harige bij (niet stekend) -
13 humblebee
n. hommel, grote en harige bij (niet stekend) -
14 stabbing
adj. stekend(e pijn) -
15 saillant
saillant [saajã]1 (voor)uitstekend ⇒ uitpuilend, geprononceerd2 opvallend ⇒ in het oog springend, markant♦voorbeelden:adj1) naar voren stekend, uitpuilend -
16 fouinard
-
17 fulminant
fulminant [fuulmienã] -
18 puntig
♦voorbeelden:4 iets puntig formuleren • formuler qc. avec sagacité -
19 uitsteken
1 [naar buiten steken; reiken] dépasser♦voorbeelden:de toren steekt boven de huizen uit • la tour domine les maisonsII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [naar buiten steken; uitstrekken] étendre2 [stekend verwijderen] creuser3 [m.b.t. een oog] éborgner4 [Algemeen Zuid-Nederlands][een streek uithalen] jouer un tour♦voorbeelden:1 zijn hand naar iemand uitsteken • tendre la main à qn.4 wat heeft hij nu weer uitgestoken? • qu'est-ce qu'il a encore fait?→ link=oog oog -
20 puntig
1 [stekend] sharp2 [spits] pointed, sharp3 [kort en bondig] pointed, sharp ⇒ to the point4 [snedig] sharp♦voorbeelden:puntige rotsen • jagged rocksiets puntig formuleren • put something sharply
Страницы
- 1
- 2