-
1 assombrir
assombrir [aasõbrier]2 treurig maken ⇒ somber, bezorgd maken♦voorbeelden:2 somber worden ⇒ treurig, bezorgd, gevaarlijk worden1. v1) verduisteren2) somber/treurig/bezorgd maken2. s'assombrirv1) donker worden, betrekken2) somber/treurig/gevaarlijk worden -
2 sombre
sombre [sõbr]1 donker ⇒ duister, somber2 somber ⇒ zwaarmoedig, naargeestig♦voorbeelden:1 le sombre empire, les sombres rivages • het rijk der duisternis, de helil fait sombre • het is donkeradj1) donker, somber2) zwaarmoedig3) ellendig -
3 gris
gris1 [grie]〈m.〉♦voorbeelden:gris souris • muisgrijs————————gris2 [grie]2 triest ⇒ monotoon, druilerig, somber3 aangeschoten ⇒ dronken, tipsy♦voorbeelden:1 vin gris •〈 lichtgekleurde rosé〉il fait gris • de lucht is betrokken→ nuitvie grise • eentonig bestaanadj1) grijs2) triest, somber3) aangeschoten -
4 morose
-
5 noir
noir1 [nwaar]〈m.〉2 (het) donker ⇒ (het) duister, duisternis♦voorbeelden:3 noir de fumée • roet, zwartselbroyer du noir • somber gestemd zijnvoir tout en noir • alles donker inzienmettre dans le noir • in de roos schietenun (petit) noir • een kopje zwarte koffie————————noir2 [nwaar]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉3 donker ⇒ duister, somber6 boosaardig ⇒ snood, grimmig7 macaber ⇒ griezelig, duivels8 clandestien ⇒ verboden, zwart♦voorbeelden:un(e) Noir(e) • neger(in), zwarte1. m1) (het) zwart2) (het) donker, duister3) zwartsel4) droefheid5) zwarte markt2. Noir/Noirem/fneger/-in, zwarte3. adj1) zwart2) vuil3) donker4) zwartgallig5) grimmig6) griezelig7) verboden, zwart -
6 noircir
noircir [nwaarsier]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:v1) zwart worden/maken2) vuil maken4) belasteren -
7 sinistre
sinistre [sieniestr]1 onheilspellend ⇒ sinister, somber, duister♦voorbeelden:1 un sinistre • onheil, rampadj2) somber3) snood, boosaardig -
8 triste
triste [triest]1 verdrietig ⇒ treurig, bedroefd2 triest ⇒ naargeestig, troosteloos, somber3 〈alleen bijvoeglijk naamwoord; vóór het zelfstandig naamwoord〉 erbarmelijk ⇒ bedroevend, triest, armzalig♦voorbeelden:————————|lugubre|méchant sterke zoete aperitiefwijnadj1) treurig, bedroefd2) triest, somber3) erbarmelijk, armzalig -
9 inquiétant
inquiétant [ẽkjeetã]1 verontrustend ⇒ onrustbarend, zorgwekkend♦voorbeelden:1 nouvelle inquiétante • zorgelijk, somber nieuwsson état est inquiétant • zijn toestand baart zorgenadj -
10 maussade
maussade [moosaad]1 chagrijnig ⇒ humeurig, narrig2 saai ⇒ naargeestig, troosteloos♦voorbeelden:adj1) chagrijnig, humeurig2) naargeestig3) somber [weer] -
11 obscur
obscur [opskuur]1 donker ⇒ somber, duister2 onduidelijk ⇒ onbegrijpelijk, duister♦voorbeelden:mener une vie obscure • een onopvallend leven leidenadj1) donker, duister2) onduidelijk3) onbekend -
12 tombeau
tombeau [tõboo]〈m.〉1 grafmonument ⇒ graftombe, -kelder, graf3 donkere, sombere plaats♦voorbeelden:descendre au tombeau • overlijden, ten grave dalenmettre au tombeau • ter aarde bestellen, ten grave dragenmettre qn. au tombeau • iemands dood zijn, veroorzakenconduire, rouler à tombeau ouvert • met een enorme snelheidm1) graf -
13 tristement
-
14 broyer du noir
broyer du noir -
15 cette pièce est un vrai tombeau
cette pièce est un vrai tombeauDictionnaire français-néerlandais > cette pièce est un vrai tombeau
-
16 embrumer
-
17 funèbre
-
18 funeste
-
19 nouvelle inquiétante
nouvelle inquiétantezorgelijk, somber nieuws -
20 ténébreux
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Somber — Som ber, Sombre Som bre(?; 277), a. [F. sombre; cf. Sp. sombra, shade, prob. from LL. subumbrare to put in the shade; L. sub under + umbra shade. See {Umbrage}.] 1. Dull; dusky; somewhat dark; gloomy; as, a somber forest; a somber house. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
Somber — Som ber, Sombre Som bre, v. t. To make somber, or dark; to make shady. [R.] [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Somber — Som ber, Sombre Som bre, n. Gloom; obscurity; duskiness; somberness. [Obs.] [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
somber — index bleak (not favorable), bleak (severely simple), despondent, disconsolate, grave (solemn), lifeless (dull) … Law dictionary
somber — 1760 (earlier sombrous, c.1730), from Fr. sombre dark, gloomy, from O.Fr. sombre, from L.L. subumbrare to shadow, from sub under + umbra shade, shadow, from PIE *andho blind, dark (see UMBRAGE (Cf. umbrage)) … Etymology dictionary
somber — *serious, grave, solemn, sedate, staid, sober, earnest Analogous words: gloomy, *dark, murky: *dismal, bleak, cheerless: melancholy (see MELANCHOLIC) Antonyms: garish … New Dictionary of Synonyms
somber — [adj] sad, depressing black, bleak, blue*, caliginous, cloudy, dark, depressive, dim, dingy, dire, dismal, dispiriting, doleful, down, drab, dragged, dreary, dull, dusky, earnest, funereal, gloomy, grave, grim, hurting, joyless, lugubrious,… … New thesaurus
somber — [säm′bər] adj. [Fr sombre < LL * subumbrare, to shade < L sub, under + umbra, shade] 1. dark and gloomy or dull 2. mentally depressed or depressing; melancholy 3. earnest and solemn; grave: Also Chiefly Brit. sombre somberly adv. somberness … English World dictionary
somber — somberly, adv. somberness, n. /som beuhr/, adj. 1. gloomily dark; shadowy; dimly lighted: a somber passageway. 2. dark and dull, as color, or as things in respect to color: a somber dress. 3. gloomy, depressing, or dismal: a somber mood. 4.… … Universalium
somber — som•ber [[t]ˈsɒm bər[/t]] adj. 1) gloomily dark; shadowy: a somber passageway[/ex] 2) dark and dull in color or tone: a somber dress[/ex] 3) downcast; glum: a somber mood[/ex] 4) extremely serious; grave: a somber expression on one s face[/ex]… … From formal English to slang
somber — adjective 1. lacking brightness or color; dull (Freq. 1) drab faded curtains sober Puritan grey children in somber brown clothes • Syn: ↑drab, ↑sober, ↑sombre … Useful english dictionary