-
1 abominable
-
2 affreux
affreux [aafreu]1 afschuwelijk ⇒ verschrikkelijk, vreselijk= affreuse; adj1) afschuwelijk, vreselijk2) afstotend, afzichtelijk -
3 dégoûtant
dégoûtant [deegoetã]1 vies ⇒ walgelijk, weerzinwekkend, onsmakelijk♦voorbeelden:un(e) dégoûtant(e) • viezerikadj1) walgelijk, weerzinwekkend2) afschuwelijk -
4 détestable
détestable [deetestaabl]adj -
5 exécrable
exécrable [egzeekraabl]1 walgelijk ⇒ afschuwelijk, gruwelijk, verschrikkelijk slechtadjwalgelijk, afschuwelijk -
6 horrible
-
7 monstrueux
monstrueux [mõstruu.eu]1 monsterlijk ⇒ afschuwelijk, vreselijk2 enorm ⇒ wanstaltig, reusachtig♦voorbeelden:= monstrueuse; adj1) monsterlijk, afschuwelijk2) enorm, reusachtig -
8 odieux
odieux [odjeu]1 afschuwelijk ⇒ afgrijselijk, verfoeilijk♦voorbeelden:= odieuse; adj1) afschuwelijk, hatelijk -
9 affreusement
-
10 atroce
atroce [aatros]1 gruwelijk ⇒ afschuwelijk, wreedadj1) wreed, gruwelijk2) ontzettend, ondraaglijk -
11 catastrophique
-
12 déplorable
déplorable [deeplorraabl]1 deerniswekkend ⇒ beklagenswaardig, zielig2 afschuwelijk ⇒ jammerlijk, erbarmelijkadj1) beklagenswaardig, zielig2) erbarmelijk3) spijtig -
13 épouvantable
-
14 macabre
-
15 plaie
plaie [ple]〈v.〉2 wond ⇒ verdriet, zeer♦voorbeelden:ne rêver que plaies et bosses • altijd op een vechtpartij uit zijnmettre le doigt sur la plaie • de vinger op de wond leggenrouvrir une plaie • een oude wond weer openrijtenf1) wond, snee2) verdriet3) plaag, ramp -
16 répugnant
-
17 sombre
sombre [sõbr]1 donker ⇒ duister, somber2 somber ⇒ zwaarmoedig, naargeestig♦voorbeelden:1 le sombre empire, les sombres rivages • het rijk der duisternis, de helil fait sombre • het is donkeradj1) donker, somber2) zwaarmoedig3) ellendig -
18 *haïssable
-
19 *hideux
*hideux ['iedeu] -
20 infect
- 1
- 2