-
1 snor
1 [met betrekking tot personen] moustache2 [met betrekking tot dieren] whiskers♦voorbeelden:dat zit (wel) snor • that's fine -
2 snor
n. moustache, mustache -
3 baard en snor golden als attributen van de mannelijkheid
baard en snor golden als attributen van de mannelijkheidVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > baard en snor golden als attributen van de mannelijkheid
-
4 dat zit (wel) snor
dat zit (wel) snorVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat zit (wel) snor
-
5 dat zit wel goed/snor
dat zit wel goed/snorVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat zit wel goed/snor
-
6 een snor van harde stoppelharen
een snor van harde stoppelharenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een snor van harde stoppelharen
-
7 zijn snor drukken
zijn snor drukkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn snor drukken
-
8 zijn snor laten staan
zijn snor laten staanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn snor laten staan
-
9 zijn snor opstrijken
zijn snor opstrijkenwhirl up/wax one's moustacheVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn snor opstrijken
-
10 attribuut
♦voorbeelden:1 baard en snor golden als attributen van de mannelijkheid • beard and moustache were seen as attributes of manliness -
11 knevel
3 [mondprop] gag -
12 kort geknipt
kort geknipt -
13 kort
1 [met betrekking tot lengte/afstand] short♦voorbeelden:alles kort en klein slaan • smash everything to pieces〈 voetbal, hockey〉 ze hielden het spel kort • they played with short passes, they kept the passes shortiemand kort houden • keep someone on a tight reinkort daarna/daarop • shortly after(wards)kort tevoren • shortly beforekort na elkaar aankomen • arrive shortly after each othertot voor kort • until recentlyeen kort overzicht • a brief/short summaryom kort te gaan • to cut a long story shortin het kort betekent het • in short/brief it meansiets in het kort uiteenzetten • explain something brieflyII 〈 bijwoord〉1 [weinig, ontoereikend] 〈zie voorbeelden 1〉♦voorbeelden:iemand te kort doen • wrong someonezichzelf te kort doen • 〈 geldelijk〉 stint/deprive oneselfwe komen drie man te kort • we're three men shortwe kwamen slaap te kort • we were short of sleep -
14 opstrijken
-
15 stoppelhaar
-
16 zitten
1 [gezeten zijn] sit2 [zich met een doel ergens bevinden] sit3 [een functie bekleden] be4 [geruime tijd ergens vertoeven; verblijven] be5 [wonen] live6 [zich bevinden in de genoemde toestand] be7 [met betrekking tot een volharden in, gelaten worden op een plaats, in een toestand] 〈 zie voorbeelden〉8 [met betrekking tot zaken, zich bevinden, bevestigd zijn] be9 [met betrekking tot kleding] fit10 [gevuld, bedekt zijn met] be12 [met onbepaalde wijs] [bezig zijn met] be (… -ing), sit (… -ing)♦voorbeelden:1 blijf zitten • stay sitting (down), remain seatedgaan zitten • sit down, take a seat〈 figuurlijk〉 er eens voor gaan zitten • 〈 ter hand nemen〉 get (right) down to something/business; 〈 omstandig gaan vertellen〉 launch into one's storyzit je goed/lekker? • are you comfortable?aan de koffie zitten • be having coffeebij welke groep zit jij? • which group are you in?Jones zit in een vergadering • Jones is at a meeting3 in het bestuur zitten • be/serve on the boardop een kantoor zitten • be/work in an officewaar zit hij toch? • where can he be?nog in de kleine kinderen zitten • still have young children (on one's hands)hij zit in de amusementswereld/olie-industrie • he is in entertainment/oilwij zitten nog midden in de examens • we are still in the middle of the examsmet een gebroken been zitten • have a broken legop zware lasten zitten • have heavy expenseszonder werk/benzine zitten • be out of work/petrol(bijna) zonder geld zitten • have run short of moneyhij zit erover in dat hij zijn auto moet verkopen • he's upset about having to sell his car7 〈 figuurlijk〉 die weduwe bleef met twee kinderen zitten • that widow was left with two children (on her hands)op school blijven zitten • stay down a classer is iets tussen mijn tanden blijven zitten • something has (got) stuck between my teeth〈 figuurlijk〉 hij liet het er niet bij zitten • 〈 niet over zijn kant laten gaan〉 he didn't take it lying down; 〈 erover blijven zeuren〉 he wouldn't leave it alonedaar zitten we dan! • now we're in a messmet een probleem zitten • have a problemhoe zit het (dan) met …? • what about … (then)?het blijft niet zitten • it won't stay putlaat maar zitten • keep the changedat zit • that will holdhoe zit dat in elkaar? • how does it (all) fit together?; 〈 figuurlijk ook〉 how does that work?〈 figuurlijk〉 hem hebben zitten • 〈 uit zijn humeur zijn〉 be in a bad mood; 〈 dronken zijn〉 have had (a drop) too much〈 figuurlijk〉 daar zit het 'm in • that makes all the difference; 〈 daar gaat het juist om〉 that's the whole point〈 figuurlijk〉 er zit iets achter • 〈 ook〉 there's more to it (than meets the eye); 〈 verborgen moeilijkheid〉 there must be a catch to it〈 figuurlijk〉 er zat niets anders op dan toe te geven • there was nothing (else) for it but to give in〈 figuurlijk〉 wat zit er anders op? • what else is there to do?het zit los/scheef • it is loose/crooked〈 figuurlijk〉 alles zit hem mee/tegen • everything is going his way/against himzit het goed vast? • is it well secured?〈 figuurlijk〉 waar zit het hem in? • 〈 wat is de moeilijkheid〉 what's the problem?; 〈 oorzaak〉 what caused/what's causing it?in sla zit vitamine C • lettuce contains vitamin Cer zit onweer in de lucht • a thunderstorm is brewingheb jij geld in zijn zaak zitten? • have you got money in his business?er zit een vlek op je jurk • there is a stain on your dress〈 figuurlijk〉 〈 met een gebaar naar de keel〉 het zit me tot hier • I'm fed up (to the back teeth) with it〈 figuurlijk〉 hoe zit dat? gaan we of blijven we thuis? • what about it now? are we going or are we staying at home?die roman/film zit uitstekend in elkaar • that novel/film is beautifully constructed〈 figuurlijk〉 weet jij, hoe de zaak precies in elkaar zit? • do you know all the ins and outs of the matter?ergens vol mee zitten • be full of somethingonder de modder/luizen/schulden zitten • be covered with mud/lice, be (up to one's ears) in debt12 we zitten te eten • we are having dinner/lunchze zit daar maar te piekeren • she just sits there broodinghij zit te springen om naar huis te gaan • he can't wait to go homein zijn eentje zitten zingen/drinken • sit singing to oneself, be a lone drinkerzitten te zitten • hang/sit aroundhet zit er aan te komen • it's on its wayop tekenles zitten • be taking drawing lessonsop water en brood zitten • be (kept) on bread and waterwegens diefstal zitten • do time for thefthij zit overal aan • he cannot leave anything aloneachter de meisjes aan zitten • chase ((around) after) girlsdaar zit een vrouw achter • there is a woman involvedde zomer zit er weer op • the summer's over againmijn taak zit er weer op • that's my job out of the wayhet zit erop • that's that (done)wie heeft er aan mijn recorder gezeten? • who has been at/ 〈 ernstiger〉tampering with my cassette-player?〈 figuurlijk〉 achter iemand/iets aan zitten • pursue someone/something; 〈 proberen relatie aan te knopen〉 be after someone; 〈 volgen〉 follow someoneer zit een actrice in haar • she has the makings of an actress (in her)ze zit goed in de kleren • she is well off for clothesdeze auto zit al gauw op 120 km • this car does 120 km fairly easily
См. также в других словарях:
snor — snor·er; snor·kel; … English syllables
snor — sb., en, e, ene, i sms. snore , fx snorebesætning, snorelås, dog snor i snorlige … Dansk ordbog
snor´er — snore «snr, snohr», verb, snored, snor|ing, noun. –v.i. to breathe during sleep with a harsh, rough sound: »The child with a cold snored all night. –v.t. to pass in sleeping, especially while snoring: »The man snored away the afternoon. –n. the… … Useful english dictionary
Snor — (Bru) Snor fut l’épouse de Karl dans le Rigsthula. (Voir: Karl et Rig) … Mythologie nordique
snor´kel|er — snor|kel «SNR kuhl», noun, verb. –n. 1. a shaft for taking in air and discharging gases, which allows submarines to remain under water for a very long period of time. It is like a periscope in shape. 2. a curved tube often attached to a face mask … Useful english dictionary
snor|kel — «SNR kuhl», noun, verb. –n. 1. a shaft for taking in air and discharging gases, which allows submarines to remain under water for a very long period of time. It is like a periscope in shape. 2. a curved tube often attached to a face mask which… … Useful english dictionary
snor´kler — snor|kle «SNR kuhl», noun, intransitive verb, kled, kling. = snorkel. (Cf. ↑snorkel) –snor´kler, noun … Useful english dictionary
snor|kle — «SNR kuhl», noun, intransitive verb, kled, kling. = snorkel. (Cf. ↑snorkel) –snor´kler, noun … Useful english dictionary
snor — skuddet var som trukket efter en s.: skud, der blev filmet i samme retning, som det blev sparket … Sportsjournalistisk dansk ordbog
snor — s ( et, en) … Clue 9 Svensk Ordbok
snorer — snor·er … English syllables