-
1 slept
-
2 slept on it
sliep er een nachtje over -
3 slept well
goed geslapen -
4 slept with her
heeft met haar geslapen (heeft geslachtsgemeenschap met haar gehad) -
5 slept with him
heeft met hem geslapen (heeft geslachtsgemeenschap met hem gehad) -
6 hasn't slept a wink
heeft geen oog dicht gedaan -
7 sleep
n. slaap; coma--------v. slapen; uitrusten; liggen (- met)sleep1[ slie:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:go to sleep • gaan slapen, in slaap vallenmy foot has gone to sleep • mijn voet slaaptnot lose sleep over something • niet wakker liggen van ietssend to sleep • in slaap doen vallenhave a good sleep • goed slapen————————sleep2♦voorbeelden:sleep late • uitslapensleep on • doorslapensleep out • buitenshuis/in de open lucht slapensleep on/over something • een nachtje over iets slapensleep together • met elkaar naar bed gaansleep with someone • met iemand naar bed gaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:sleep off one's hangover • zijn roes uitslapen
См. также в других словарях:
Slept — Slept, imp. & p. p. of {Sleep}. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
slept — [slept] the past tense and past participle of ↑sleep … Dictionary of contemporary English
slept — slept; un·slept; … English syllables
slept — [slept] vi., vt. pt. & pp. of SLEEP … English World dictionary
slept — /slept/, v. pt. and pp. of sleep. * * * … Universalium
slept — past and past part of SLEEP … Medical dictionary
slept — the past tense and past participle of sleep1 … Usage of the words and phrases in modern English
SLEPT — past and past part. of SLEEP. * * * past of sleep * * * /slept/, v. pt. and pp. of sleep. * * * slept /slept/ pat and pap of ↑sleep * * * slept UK US the past tense and past participle of sleep1 Thesaurus: irregular past tenses and past… … Useful english dictionary
šlept — šlèpt interj. DŽ, NdŽ, KŽ, GrvT32, šlept (intensyviau) 1. DŽ1 kartojant nusakomas šlepsėjimas: Šlept šlept su kaliošiais ateina DūnŽ. Šlèpt šlèpt – rodos, eina kažkas, naginėms apsiavęs Up. Pieną neša kaip muselė – visai nepagali: šlèpt… … Dictionary of the Lithuanian Language
šlėpt — interj. 1. kartojant nusakomas sunkus šlepsėjimas: Šlėpt šlėpt nubėgo [šuo per balą] J.Balč. 2. sunkiam nukritimui, nugriuvimui nusakyti: Šlėpt ir sudribo kap vaško kumelaitė Kb … Dictionary of the Lithuanian Language
Slept — Sleep Sleep, v. i. [imp. & p. p. {Slept}; p. pr. & vb. n. {Sleeping}.] [OE. slepen, AS. sl?pan; akin to OFries. sl?pa, OS. sl[=a]pan, D. slapen, OHG. sl[=a]fan, G. schlafen, Goth. sl?pan, and G. schlaff slack, loose, and L. labi to glide, slide,… … The Collaborative International Dictionary of English