-
1 schim
♦voorbeelden:Chinese schimmen • ombres chinoiseshij ziet eruit als een schim • il n'est plus que l'ombre de lui-même -
2 schim
-
3 schim
тень; привидение, призрак* * *v(m) -menпризрак м, привидение с,* * *сущ.общ. привидение, призрак, тень -
4 schim
deSchatten m -
5 schim
n. shadow, shade, ghost, phantom, wraith -
6 schim
apparition, ombre -
7 schim
beako, fantasma, spirito, spiritu, zumbi; sombra -
8 een schim gelijk
een schim gelijk -
9 hij ziet eruit als een schim
hij ziet eruit als een schim -
10 hij is nog maar een schim van zichzelf
hij is nog maar een schim van zichzelfVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij is nog maar een schim van zichzelf
-
11 привидение
-
12 призрак
ngener. schaduwbeeld, fantoom, schijnbeeld, schim, spook, verschijning, visioen, vizioen -
13 тень
ngener. Bruintje, bruin, schaduwbeeld, afschaduwing, schaduw, schim, zweem -
14 gelijk
gelijk1〈 het〉♦voorbeelden:iemand gelijk geven • donner raison à qn.daar heb je gelijk in • tu as raisongelijk heb je • tu as bien raisonhet gelijk aan zijn kant hebben • avoir le droit de son côtéhij heeft gelijk dat hij klaagt • il a raison de se plaindregelijk krijgen • obtenir gain de causezijn gelijk willen halen • vouloir avoir raisonin zijn gelijk staan • être dans son droitiets in het gelijk brengen • arranger qc.iemand in het gelijk stellen • donner gain de cause à qn.————————gelijk21 [algemeen] égal2 [de juiste tijd aanwijzend] à l'heure juste♦voorbeelden:in gelijke mate • au même degréeen schim gelijk • semblable à un spectreop gelijke toon • sur un ton uniformemet gelijke wapenen strijden • combattre à armes égalesop gelijke wijze • de façon identiquehet is mij gelijk • cela m'est égaltwee maal twee is gelijk vier • deux fois deux font quatredie stenen liggen niet gelijk • ces pierres ne sont pas au même niveaugelijk zijn aan • être égal àgelijk aan • égal àgelijk van humeur • d'humeur égalealle burgers zijn voor de wet gelijk • tous les citoyens sont égaux devant la loiII 〈 bijwoord〉2 [gelijkelijk] également3 [op hetzelfde punt] ensemble4 [tegelijk] en même temps♦voorbeelden:5 kom je gelijk even bij me langs? • tu passes tout de suite chez moi?————————gelijk3〈 voegwoord〉2 [Algemeen Zuid-Nederlands][om het even] n'importe♦voorbeelden: -
15 spook
♦voorbeelden:overal spoken zien • avoir des visions -
16 geest
2 [ziel] soul3 [verstand; zetel van de gedachte] mind5 [God] ghost, spirit♦voorbeelden:een scherpe geest • a vigorous/sharp minddaar speelt mij iets door/voor de geest • I have something in mindiets voor de geest halen/roepen • call something to mindvoedsel voor/van de geest • food for thought4 jong van geest zijn • be young in spirit/at heart〈 spreekwoord〉 de geest is gewillig, maar het vlees is zwak • the spirit is willing, but the flesh is weak5 de Heilige Geest • the Holy Ghost/Spiritdit stuk is in de geest van Vondel geschreven • this play is written in a Vondelian vein8 een boze/kwade geest • an evil spirit, a demonaan geesten geloven • believe in ghosts/spirits¶ zij zei iets in de geest van: … • she said something to the effect that … -
17 spook
1 [schim] ghost♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
schim — schim·mel; … English syllables
Schimpanse — Schim|pan|se [ʃɪm panzə], der; n, n: in Gruppen (auf Bäumen) lebender Menschenaffe mit schwarzbraunem Fell: einen Schimpansen fotografieren. Syn.: ↑ Affe. * * * Schim|pạn|se 〈m. 17〉 häufigster Vertreter der Menschenaffen, lebt gesellig in den… … Universal-Lexikon
Ben Assai — Schim on ben Assai, meist nur Ben Assai genannt (hebr. בן עזאי bzw. בן עזיי, Namensvarianten: Simon Ben Asaj, Simeon ben Azzai, Ben Azzai usw. Abkürzung aus Azarja), war ein jüdischer Gelehrter des Altertums und gehörte zur jüngeren Gruppe der so … Deutsch Wikipedia
Ben Soma — Schim on ben Soma, meist nur Ben Soma (hebr. בן זומא) genannt, war ein jüdischer Gelehrter des Altertums und gehörte zur so genannten 2. Generation der Tannaiten (zweites nachchristliches Jahrhundert). Sein voller Name lautete Simon Ben Soma; da… … Deutsch Wikipedia
schimmlig — schim|me|lig [ ʃɪməlɪç], schimm|lig [ ʃɪmlɪç] <Adj.>: von Schimmel (1) überzogen: schimm[e]liges Brot. Syn.: verschimmelt. schimm|lig [ ʃɪmlɪç]: vgl. ↑ schimmelig. * * * schịmm|lig 〈Adj.〉 mit Schimmel überzogen; oV schimmelig ● schimmlig … Universal-Lexikon
schimmeln — schim|meln [ ʃɪml̩n] <itr.; hat/ist>: Schimmel ansetzen: der Käse fängt an zu schimmeln. Syn.: Schimmel ansetzen, ↑ verschimmeln. * * * schịm|meln 〈V. intr.; hat〉 schimmelig werden, sich mit Schimmel überziehen * * * schịm|meln <sw.… … Universal-Lexikon
schimpansoid — schim|pan|so|id <Adj.> [zu griech. eide̅s = gestaltet, ähnlich, zu: eĩdos = Aussehen, Form]: einem Schimpansen ähnlich … Universal-Lexikon
Schimmelbusch's disease — Schim·mel·busch s disease shim əl .bu̇sh əz n a benign disease affecting one or both breasts of the female and characterized by the formation of numerous small cysts due to dilation and hyperplasia of the epithelial lining of the ducts of the… … Medical dictionary
Schimmelbusch disease — Schim·mel·busch disease (shimґəl boosh″) [Curt Schimmelbusch, German surgeon, 1860–1895] cystic disease of the breast; see under disease … Medical dictionary
Schimmelpenning syndrome — Schim·mel·pen·ning syndrome (shimґəl pen″ing) [Gustav W. Schimmelpenning, German dermatologist, born 1928] sebaceous nevus syndrome … Medical dictionary
Schimpanse — Schim·pạn·se der; n, n; ein afrikanischer (Menschen)Affe mit braunem Fell || NB: der Schimpanse; den, dem, des Schimpansen … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache