-
1 regenvlaag
-
2 regenvlaag
-
3 regenvlaag
сущ.общ. ливень -
4 ливень
ngener. bui, een schip met zure appelen, gietbui, plasregen, regenbui, regenvlaag, slagregen, stortregen, wolkbreuk -
5 drift
n. beweging, richting, tendens; erosie, afdrijving--------v. met de stroom meegaan; meeslependrift1[ drift] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 afwijking/drijving ⇒ het weg/afdrijven, het zwerven2 vlaag ⇒ sneeuw/regenvlaag, stofwolk3 opeenhoping ⇒ berg, massa4 ongeorganiseerde beweging ⇒ gang, trek5 strekking ⇒ tendens, bedoeling♦voorbeelden:I get your drift • ik begrijp wat je bedoelt→ continental continental/————————drift21 (af/uiteen)drijven 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ (zich laten) meedrijven, (rond)zwalken♦voorbeelden:John and Mary drifted apart • John en Mary vervreemdden van elkaardrift away/off • geleidelijk verdwijnenshe just drifted in • ze kwam zomaar even langsII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
6 rafale
-
7 rafale de pluie
rafale de pluie -
8 ливень
ngener. bui, een schip met zure appelen, gietbui, plasregen, regenbui, regenvlaag, slagregen, stortregen, wolkbreuk
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский