-
1 reckoning
-
2 day of judgement/reckoning
day of judgement/reckoningdag des oordeels/der afrekening -
3 day of reckoning
-
4 dead reckoning
n. navigatie door berekening; methode voor vaststellen van positie van een schip of vliegtuig door een schets van zijn koers te maken en de snelheid van een van tevoren bekende positie -
5 be out in one's reckoning
Met de rekening vergissen; met het oordeel vergissen -
6 final reckoning
laatste rekening -
7 day
n. dag[ dee]2 werkdag♦voorbeelden:day of judgement/reckoning • dag des oordeels/der afrekeningday and night/night and day • dag en nachtthe day after tomorrow • overmorgenwork days • overdag werken, dagdienst hebben〈 informeel〉 from day one • meteen, vanaf de eerste dagday in, day out • dag in, dag uitday out • dagje uitday after day • dag in, dag uitday by day, from day to day • dagelijks, van dag tot dagday off • vrije dagsome day • eens, eenmaal, op een keer; bij gelegenheidall in a/the day's work • de normale gang van zakena good day's work • een productief dagjecall it a day • het voor gezien houdenlet's call it a day • laten we er een punt achter zettenmake a day of it • een dagje doorhalenmake someone's day • iemands dag goedmakenname the day • de trouwdag vaststellenone of these (fine) days • een dezer dagenone of those days • zo'n dag waarop alles tegenzitnot (have) one's day • zijn dag niet (hebben)from one day to the next • van vandaag op morgenon one's day • op het toppunt van zijn kunnenshe's thirty if she's a day • ze is op zijn minst dertig2 tijd ⇒ periode, dag(en)♦voorbeelden:(in) olden days • (in) vroeger tijdenhe's had his day • hij heeft zijn tijd gehadthose were the days • dat waren pas/nog eens tijdenat the present day • vandaag de dagin one's day • in iemands tijd/levenin the days of • ten tijde vanquestions of the day • hedendaagse/actuele vraagstukkenthese days • tegenwoordig, vandaag de dag(in) this day and age • vandaag de dagin those days • in die dagento the/a day • op de dag afto this day • tot op de dag van vandaag, tot op hedenthe other day • onlangs, pas geledenIII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉♦voorbeelden:lose the day • de slag verliezenIV 〈 meervoud〉♦voorbeelden: -
8 dead
adj. dood; levenloos, gevoelloos; absoluut; pal; dode; holst--------adv. compleet, totaal; zeker; (Slang) extreem, heel (Bv. "Our vacation in the Bahamas was dead good")--------n. dood; ten midden (van), in de kern (van)dead1[ ded] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hoogte/dieptepunt♦voorbeelden:the dead of winter • hartje winter————————dead2〈 deadness〉1 dood ⇒ overleden, gestorven3 onwerkzaam ⇒ leeg, uit, op♦voorbeelden:leave for dead • voor dood achterlatenthe dead • de dode(n)raise from the dead • uit de dood wekkenrise from the dead • uit de dood opstaandead coal • dove/ 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉dead flame • uitgedoofde vlamdead match • afgebrande luciferthe radio is dead • de radio is uitgevallen/doet het niet (meer)cut out (the) dead wood • ontdoen/verwijderen van ballast/overbodige franje¶ dead as a doornail/as mutton • morsdood, zo dood als een pier〈 slang〉 dead duck • mislukk(el)ing, verliezerdead end • doodlopende straat; impasse, dood puntcome to a dead end • op niets uitlopen〈 sport〉 dead heat • gedeelde eerste (tweede enz.) plaatsbeat/flog a dead horse • oude koeien uit de sloot halenstep into a dead man's shoes • iemand opvolgenwait for a dead man's shoes • op iemands bezit/erfenis/baantje azen〈 informeel〉 dead from the neck up • hersenloos, stompzinnigdead nettle • dovenetelQueen Anne is dead • (dat is) oud nieuwsdead weight • dood gewicht, dode last; 〈 techniek, technologie〉deadweight, draagvermogen, eigen gewicht; 〈 figuurlijk〉 ongedekte schuldgo dead • vastlopen, niet verder kunnen; 〈 figuurlijk〉 opgeven; verbroken worden, uitvallen 〈 van verbinding〉〈 informeel〉 I wouldn't be seen dead in that dress/in there • voor geen geld/goud zou ik me in die jurk/daar vertonenI'll see you dead first • over mijn lijkII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 volkomen ⇒ absoluut, compleet♦voorbeelden:in dead earnest • doodernstigdead silence • doodse stilteon a dead level • precies naast elkaar¶ the dead spit of (his father) • het evenbeeld van/precies (zijn vader)————————dead3〈 bijwoord〉2 pal ⇒ vlak, onmiddellijk♦voorbeelden:dead certain • honderd procent zekerdead drunk • stomdronkendead easy • doodsimpelbe dead right • groot gelijk hebbendead slow • met een slakkengangdead straight • kaarsrechtstop dead • stokstijf blijven staandead tired/exhausted • doodop, bekaf2 dead ahead of you • pal/vlak voor je (uit) -
9 reckon
v. rekenen (op), afgaan (op)[ rekkən]♦voorbeelden:3 if you do that you'll have to reckon with me • als je dat doet, krijg je het met mij aan de stokII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 meerekenen ⇒ meetellen, rekening houden met3 beschouwen ⇒ aanzien (voor), houden (voor)♦voorbeelden:1 have you reckoned it all up? • heb je het allemaal opgeteld?2 ten guests, not reckoning the children • tien gasten, de kinderen niet meegerekend
См. также в других словарях:
Reckoning — Reck on*ing, n. 1. The act of one who reckons, counts, or computes; the result of reckoning or counting; calculation. Specifically: (a) An account of time. Sandys. (b) Adjustment of claims and accounts; settlement of obligations, liabilities, etc … The Collaborative International Dictionary of English
Reckoning — may refer to:Music* Reckoning (Grateful Dead album), 1981 Grateful Dead live album * Reckoning (R.E.M. album), 1984 R.E.M. album * Reckoning Night , 2004 Sonata Arctica albumTelevision* Reckoning , episode of the television series Alias *… … Wikipedia
Reckoning — Saltar a navegación, búsqueda Reckoning Álbum de R.E.M. Publicación 9 de Abril de 1984 Grabación 1983 1984 … Wikipedia Español
Reckoning — Livealbum von Grateful Dead Veröffentlichung April 1981 Label Arista Records … Deutsch Wikipedia
reckoning — ► NOUN 1) the action of calculating or estimating something. 2) an opinion or judgement. 3) punishment or retribution for one s actions. ● into (or out of) the reckoning Cf. ↑out of the reckoning … English terms dictionary
reckoning — [rek′əniŋ] n. 1. the act of one who reckons; count or computation 2. a measuring of possibilities for the future; calculated guess 3. a) a bill; account b) the settlement of an account c) the settlement of rewards or penalties for any action [day … English World dictionary
reckoning — index accounting, amount (sum), appraisal, assessment (estimation), bill (invoice), census … Law dictionary
reckoning — [n] computation, account adding, addition, arithmetic, bad news*, bill, calculation, charge, check, ciphering, cost, count, counting, debt, due, estimate, estimation, fee, figuring, grunt*, invoice, IOU*, score, settlement, statement, summation,… … New thesaurus
Reckoning — Pour l’article homonyme, voir Reckoning (homonymie). Reckoning Album par R.E.M. Sortie … Wikipédia en Français
reckoning — reck|on|ing [ˈrekənıŋ] n 1.) [U] calculation that is based on a careful guess rather than on exact knowledge by sb s reckoning ▪ By my reckoning, we have 12,000 clients. 2.) [C usually singular, U] a time when you are judged or punished for your… … Dictionary of contemporary English
reckoning — n. navigation 1) dead reckoning calculations 2) by smb. s reckoning (by my reckoning) * * * [ rekənɪŋ] [ navigation ] dead reckoning [ calculations ] by smb. s reckoning (by my reckoning) … Combinatory dictionary