-
1 montre
montre [mõtr]〈v.〉1 horloge♦voorbeelden:montre de gousset • vestzakhorlogemontre en main • op de minuut afmontre à quartz • kwartshorlogepour la montre • voor de show→ coursef1) horloge2) uitstalkast3) proefrit [paard] -
2 galop
galop [gaaloo]〈m.〉1 galop♦voorbeelden:au grand galop • in gestrekte galopau petit galop • in een drafau triple galop • in allerijl→ naturelm -
3 galop d'essai
galop d'essai
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский