-
1 overgaan
2 [gaan van de ene plaats naar de andere] move (over)3 [van eigenaar veranderen] transfer, pass5 [bevorderd worden] move up6 [veranderen in] change, convert ⇒ turn7 [beginnen met, gaan gebruiken] 〈 beginnen met〉 move on to, proceed to, turn to; 〈 gaan gebruiken〉 change (over) (to), switch (over) (to)9 [in een andere stand gebracht worden] switch (over) 〈 wissels〉; 〈 in werking gebracht worden〉 be activated, go; ring 〈 van een bel〉♦voorbeelden:de brug overgaan • go over/cross (over) the bridge3 van vader op zoon overgaan • pass (down)/be handed down from father to sonvan de vierde naar de vijfde klas overgaan • move up from the fourth to the fifth formovergaan van vaste in vloeibare vorm • turn from solid into liquid formovergaan tot de orde van de dag • proceed to the order of the daytot de aanval overgaan • take the offensive, (begin to) attackovergaan tot de aanschaf van/het gebruik van … • start buying/using …overgaan tot strenge maatregelen • (decide to) take firm stepstot handelen overgaan • proceed to actiontot daden overgaan • take actionvan het ene op het andere onderwerp overgaan • switch (about) from one subject to anotherdie regenbui/het schandaal zal wel overgaan • that shower of rain/the scandal will blow over -
2 begeven
adj. forsaken, abandoned, deserted, neglected--------v. collapse, breakdown; proceed, move forward -
3 gaan
v. go, proceed; walk, move; leave -
4 komen uit
v. proceed from -
5 te werk gaan
v. act, proceed -
6 voortgaan
v. go ahead!, continue, proceed -
7 vorderen
n. requisition--------v. advance, demand, claim, exact, require, proceed, plough through -
8 voortgaan
• to continue• to go on• to proceed• to progress -
9 voortkomen uit
• to arise from• to proceed from• to result from -
10 voortschrijden
• to advance• to move on• to proceed• to progress -
11 voortzetten
• to carry on• to continue• to extend• to go on with• to proceed with• to prolong -
12 aanpakken
1 [aanvatten] take ⇒ take/catch/get hold of2 [(zaak) ter hand nemen] go/set about (it) ⇒ deal with 〈 probleem〉, handle 〈 probleem〉, tackle 〈 probleem〉, seize 〈 gelegenheid〉, take 〈 gelegenheid〉♦voorbeelden:alles aanpakken • take on anythinghoe zullen we dat aanpakken? • how shall we set about it?het anders aanpakken • go about it differentlyeen zaak goed/verkeerd aanpakken • go the right/wrong way about a matterde zaken groots aanpakken • think bigmee aanpakken • make oneself usefulhij weet van aanpakken • he knows how to set about his work3 iemand flink aanpakken • take a firm line with someone, be tough on someone -
13 begeven
1 [kapotgaan] break down ⇒ fail, 〈 instorten〉 collapse, 〈 doorzakken, doorbreken〉 give way, 〈 informeel〉 conk out♦voorbeelden:II 〈wederkerend werkwoord; zich begeven〉1 [ergens heengaan] proceed ⇒ embark ((up)on) 〈 reis, onderneming〉, adjourn (to) 〈 naar andere kamer〉♦voorbeelden:zich onder de mensen begeven • mingle with other peoplezich op het slechte pad begeven • go astrayzich op weg begeven (naar) • set out (for) -
14 behoedzaam te werk gaan
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > behoedzaam te werk gaan
-
15 behoedzaam
♦voorbeelden: -
16 deductief te werk gaan
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > deductief te werk gaan
-
17 deductief
♦voorbeelden:deductief te werk gaan • proceed deductively -
18 dit maant (ons) tot voorzichtigheid
dit maant (ons) tot voorzichtigheidVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit maant (ons) tot voorzichtigheid
-
19 doorgaan
1 [verder gaan] go/walk on ⇒ continue2 [voortgaan met een handeling] continue (-ing, with) ⇒ go/carry on (-ing, with), persist (in/with), proceed (with)4 [door een ruimte/opening gaan] go/pass through ⇒ pass6 [ingaan op] go into♦voorbeelden:dat gaat in één moeite door • we can do that as well while we're about itiets laten doorgaan • allow something to take placeiets niet laten doorgaan • cancel somethingniet doorgaan • be off7 willen doorgaan voor iets/iemand • try to pass oneself off as something/someonezij gaat voor erg rijk door • she is said to be very richII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [zich bewegen door] go/pass through -
20 doorreizen
♦voorbeelden:1 ze reist vandaag nog door naar A. • she is going on to A. today1 [reizend doortrekken] travel through♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
proceed — pro‧ceed [prəˈsiːd] verb [intransitive] formal to continue to do something that has been started: • The discussions between the two firms are proceeding slowly but satisfactorily. • In order to proceed, Millicom needs a radio frequency to test… … Financial and business terms
Proceed — Pro*ceed , v. i. [imp. & p. p. {Proceeded}; p. pr. & vb. n. {Proceeding}.] [F. proc[ e]der. fr. L. procedere, processum, to go before, to proceed; pro forward + cedere to move. See {Cede}.] 1. To move, pass, or go forward or onward; to advance;… … The Collaborative International Dictionary of English
proceed — I (continue) verb begin again, begin where one left off, carry on, get back to work, get on, recommence, reinstate, renew, resume, return, take up again II (co forward) verb act, advance, arise, emanate, ensue, extend, flow, follow, follow a… … Law dictionary
proceed — [v1] physically or mentally carry on, carry out advance, continue, fare, get, get going, get on with, get under way*, go ahead, go on, hie, journey, make a start, march, move on, move out, pass, press on, progress, push on, repair, set in motion … New thesaurus
proceed — [prō sēd′, prəsēd′] vi. [ME proceden < MFr proceder < L procedere < pro , forward + cedere, to go: see PRO 2 & CEDE] 1. to advance or go on, esp. after stopping 2. to go on speaking, esp. after an interruption 3. to undertake and carry… … English World dictionary
Proceed — Pro ceed, n. See {Proceeds}. [Obs.] Howell. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Proceed — Allgemeine Informationen Genre(s) EBM, Elektro Gründung 1999 Website http://www.proce … Deutsch Wikipedia
proceed to — index assume (undertake) Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
proceed — (v.) late 14c., to go on, also to emanate from, from O.Fr. proceder (13c.) and directly from L. procedere go forward, advance, from pro forward (see PRO (Cf. pro )) + cedere to go (see CEDE (Cf. cede)) Proceeds (n.) … Etymology dictionary
proceed — issue, emanate, stem, flow, derive, *spring, arise, rise, originate Analogous words: *follow, succeed, ensue: *come, arrive … New Dictionary of Synonyms
proceed — ► VERB 1) begin a course of action. 2) go on to do something. 3) (of an action) carry on or continue. 4) move forward. 5) Law start a lawsuit against someone. ORIGIN Latin procedere, from pro forward + cedere go … English terms dictionary