-
1 pond
n. vijver; zwembad[ pond]1 vijver2 〈the; Brits-Engels; schertsend〉 de zee 〈 voornamelijk de Atlantische oceaan〉 ⇒ 〈 ongeveer〉 de grote plas -
2 pond water
water dat zich in kuilen in grond of in rotsspleten bevindt) -
3 a pond fringed with rosebeds
a pond fringed with rosebedseen vijver door rozenperken omzoomd/omgeven -
4 there was a fringe of trees round the pond
English-Dutch dictionary > there was a fringe of trees round the pond
-
5 mill-pond
molenkolk, molenboezem -
6 pound sterling
-
7 good
adj. goed; aangenaam; plezierig; eerlijk, rechtschapen; waard zijn--------adv. goed, op een goede manier--------n. goedheid; winst; goederengood1[ goed]1 goed ⇒ welzijn, voorspoed4 goedheid ⇒ verdienste, deugd(zaamheid)♦voorbeelden:for the common good • voor het algemeen welzijnit will do him all the good in the world • hij zal er erg van opknappen/opkikkerenhe will come to no good • het zal slecht met hem aflopenfor his (own) good • om zijn eigen bestwilwhat is the good of it? • wat voor nut heeft het?it's no good • het heeft geen zin, het wordt niks〈 vaak ironisch〉 much good may it do you! • dat het je wel bekome!, geluk ermee!¶ for good (and all) • voorgoed, voor eeuwig (en altijd)→ bad bad/II 〈 meervoud〉4 〈vaak attributief; voornamelijk Brits-Engels〉 goederen 〈 voor treinvervoer〉 ⇒ 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 vracht♦voorbeelden:¶ by goods • per/met de goederentrein————————good21 goed ⇒ kwaliteitsvol; knap, kundig2 goed ⇒ prijzenswaardig; correct, juist3 goed ⇒ fatsoenlijk, betrouwbaar4 aardig ⇒ lief, goed; gehoorzaam5 goed ⇒ aangenaam, voordelig; lekker, smakelijk, gezond♦voorbeelden:good looks • knapheidgood sense • gezond verstandgood soil • vruchtbare bodem/grondgood for you, 〈Brits-Engels; gewestelijk〉good on you • goed zo, knap (van je)good English • goed/correct Engelsmy watch keeps good time • mijn horloge loopt gelijkall in good time • alles op zijn tijdmake good • het er goed afbrengen, het maken, slagen 〈 voornamelijk financieel〉; goedmaken; vergoeden 〈 schulden〉; nakomen, vervullen 〈 belofte〉 • herstellen 〈 schade〉be good for a laugh • grappig zijn, een lachje waard zijn(in) good faith • (te) goede(r) trouwmake good one's escape • slagen in een ontsnappinggood humour • opgewektheidgood nature • goedaardigheidput in a good word for, say a good word for • een goed woordje doen voor, aanbevelenbe good enough (to) • wees zo vriendelijk, gelievebe so good as to • wees zo vriendelijk, gelieveit's good of you to help him • het is aardig van u om hem te helpen5 beer is not good for her/her health • bier is niet goed/gezond voor haargood buy • koopje, voordeeltjethrough the good offices of • door de goede diensten van, met behulp vangood afternoon • goedemiddaggood evening • goedenavondgood morning • goedemorgengood night • goedenacht, welterustenhave a good time • zich amuserengood times • goede/voorspoedige tijdenit is good to be alive • leve het leven, het leven is verrukkelijkkeep good • goed/vers blijventoo good to be true • te mooi om waar te zijn6 a good excuse • een goed/geldig excuusthis rule holds good • deze regel is van kracht/geldt (nog)stand a good chance • een goede kans makena good deal/many • heel wata good hour/ten miles • ruim een uur/tien mijla good while • een hele poos, geruime tijd¶ 〈 spreekwoord〉 a good tale is none the worse for being told twice • goed nieuws mag best vaak verteld worden〈 spreekwoord〉 there is many a good tune played on an old fiddle • iemands leeftijd zegt vaak niets over wat hij nog kan presterenbe in someone's good books • bij iemand in een goed blaadje staanthere's a good boy/girl/fellow • wees nu eens lief, toe nouGood Friday • Goede Vrijdaggood God! • goeie genade!, gossiemijne!as good as gold • erg braaf/lief 〈 van kind〉have a good head on one's shoulders • een goed verstand hebbengood heavens! • goeie/lieve hemel!neither fish, flesh, nor good red herring • vlees noch viskeep good hours • op tijd naar bed gaanmake someone appear in a good light • iemand in een gunstig daglicht stellengood luck • (veel) gelukstroke of good luck • buitenkansjehave a good mind to • veel zin hebben inthrow good money after bad • goed geld naar kwaad geld gooien, het ene gat met het andere stoppenin good spirits • opgewekt, blijit's a good thing that • het is maar goed datit's a good thing to … • het is verstandig om …a good thing too! • maar goed ook!, het is maar gelukkig ook!too much of a good thing • teveel van het goedemake good time • goed/lekker opschietendo someone a good turn • iemand een dienst bewijzengood old Harry • (die) goeie ouwe Harryas good as • zo goed als, nagenoegbe good at • goed/knap zijn inbe good for £100,000 • 100.000 pond kunnen betalen, goed zijn voor 100.000 pondbe good for another couple of years • nog wel een paar jaar meekunnen/meegaan————————good3〈 bijwoord〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉1 goed♦voorbeelden:1 she is doing good • ze doet het goed, ze gaat lekkerthings are going good • het gaat goed¶ good and … • heel erg … -
8 pound
n. pond, gewicht van 454 gram (gewichtseenheid; munteenheid); eenheid van apothekersgewicht gelijk aan 12 (Engelse/Amerikaanse) ons; meeteenheid; munteenheid bij een telefoon; depot (v. dieren); grote slag--------v. hard slaan, stampenpound1[ paund] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: in betekenis 0.1 en 0.2 ook pound〉♦voorbeelden:————————pound2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (fijn)stampen ⇒ verpulveren, fijnmaken→ pound away pound away/ -
9 £10 to the good
£10 to the good -
10 average out
average out〈 informeel〉♦voorbeelden:1 the profits averaged out at fifty pounds a day • de winst kwam gemiddeld neer op vijftig pond per dagII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 if we average out your income over three years at seven thousand pounds • als we uw inkomen over drie jaar op gemiddeld zevenduizend pond schatten -
11 fifty pounds in notes and a pound in coins
English-Dutch dictionary > fifty pounds in notes and a pound in coins
-
12 fringe
n. franje; rand, (buiten)kant, periferie; kwast--------v. versieren, met franjes versieren; omzomen met bloem/grasperken; gebruikt als buitenkant, omzomingfringe1[ frindzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 franje2 rand ⇒ (buiten)kant, periferie♦voorbeelden:→ lunatic lunatic/————————fringe2〈 werkwoord〉2 omzomen♦voorbeelden:2 a pond fringed with rosebeds • een vijver door rozenperken omzoomd/omgeven -
13 he's shy three quid/three quid shy
he's shy three quid/three quid shyhij is drie pond kwijt, hij komt drie pond te kortEnglish-Dutch dictionary > he's shy three quid/three quid shy
-
14 knock down
vellen, neervellen, neerhalen, tegen de grond slaan, vloeren; bekritiserenknock down3 aanrijden ⇒ omver/overrijden4 naar beneden krijgen ⇒ afdingen/pingelen♦voorbeelden: -
15 lb.
-
16 nicker
n. pond (slang)--------v. hinniken (paard); lachen[ nikkə] 〈meervoud: nicker〉 〈Brits-Engels; slang〉 -
17 note
n. aantekening, notitie; noot; toon; opmerking--------v. noteren; opmerkennote1[ noot] 〈 zelfstandig naamwoord〉7 aanzien ⇒ belang, gewicht8 aandacht ⇒ acht, nota♦voorbeelden:1 you must make a mental note to see the dentist tomorrow • je moet niet vergeten morgen naar de tandarts te gaanmake notes • aantekeningen makenmake a note of your expenses • houd bij wat voor onkosten je maakt6 note of carelessness • een zekere achteloosheid, iets van achteloosheidsound/strike a note of warning • een waarschuwend geluid laten horenchange one's note • een toontje lager (gaan) zingen7 of note • van belang, met een reputatie, algemeen bekendtake note of • notitie nemen van, acht slaan op→ right right/————————note2〈 werkwoord〉1 nota nemen van ⇒ aandacht schenken aan, letten op2 (op)merken ⇒ bespeuren, waarnemen3 aandacht vestigen op ⇒ opmerken, melding maken van♦voorbeelden:1 please note that you still have to pay the bill • neemt u er nota van dat u de rekening nog moet voldoen2 you may have noted that I'm a married man now • het zal je wel opgevallen zijn dat ik nu getrouwd ben -
18 poundage
n. pondgeld; schutgeld; commisieloon; aandeel in aanwinst[ paundidzj] -
19 quid
n. lira sterling (slang); stukje kauwtabak♦voorbeelden: -
20 rate
n. koers; cijfer; snelheid; prijs; klas; plaatselijke belasting; geval--------v. schatten; berispenrate1[ reet] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 snelheid ⇒ vaart, tempo2 prijs ⇒ tarief, koers3 (sterfte/geboorte)cijfer4 (kwaliteits)klasse ⇒ rang, graad5 〈voornamelijk meervoud; Brits-Engels〉 gemeentebelasting ⇒ 〈 in het bijzonder〉 onroerendgoedbelasting, onroerendezaakbelasting♦voorbeelden:rate of interest • rentevoetimprove the rate of pay • het loon/salaris verhogenbuy oranges at a rate of 70p a pound • sinaasappels kopen voor 70p per pond¶ at any rate • in ieder geval, ten minsteat this/that rate • in dit/dat geval; op deze/die manier————————rate21 gerekend worden ⇒ behoren, gelden♦voorbeelden:he rates as one of the best writers • hij geldt als een van de beste schrijversII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 beschouwen ⇒ tellen, rekenen4 〈 voornamelijk Brits-Engels〉 aanslaan ⇒ taxeren, schatten 〈 met betrekking tot onroerendgoedbelasting, onroerendezaakbelasting〉♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 many tourists rate the service of this hotel high(ly) • vele toeristen slaan de bediening in dit hotel hoog aanrate someone's income at • iemands inkomen schatten op2 do you rate him? • sla je hem hoog aan?3 rate among/with • rekenen onder/tot
См. также в других словарях:
pond — pond … Dictionnaire des rimes
Pond — Pond, n. [Probably originally, an inclosed body of water, and the same word as pound. See {Pound} an inclosure.] A body of water, naturally or artificially confined, and usually of less extent than a lake. Through pond or pool. Milton. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
pond — pond·age; pond; pond·ed; pond·let; pond·man; … English syllables
Pond — Pond, v. t. To make into a pond; to collect, as water, in a pond by damming. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
pond — S3 [pɔnd US pa:nd] n [Date: 1200 1300; Origin: POUND12] 1.) a small area of fresh water that is smaller than a lake, that is either natural or artificially made 2.) across the pond also on the other side of the pond informal on the other side of… … Dictionary of contemporary English
pond — [ pand ] noun count ** 1. ) an area of water similar to a lake but smaller: a duck pond 2. ) the pond INFORMAL the Atlantic Ocean: His work s not very well known on this side of the pond … Usage of the words and phrases in modern English
Pond — Pond, v. t. [See {Ponder}.] To ponder. [Obs.] [1913 Webster] Pleaseth you, pond your suppliant s plaint. Spenser. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
pond — [n] small body of water basin, dew, duck pond, lagoon, lily pond, millpond, pool, puddle, small lake, splash; concept 514 … New thesaurus
Pond's™ — Pond’s™ [Ponds] a product name for a range of creams for cleaning and softening the skin. They are produced by Chesebrough Pond’s. The best known is Pond’s Cold Cream, which is often used to remove ↑make up from the face … Useful english dictionary
pond — /pond/, n. 1. a body of water smaller than a lake, sometimes artificially formed, as by damming a stream. v.i. 2. (esp. of water) to collect into a pond or large puddle: to prevent rainwater from ponding on the roof. [1250 1300; ME ponde, pande,… … Universalium
pond — is used jocularly to mean the sea, especially the Atlantic as separating Britain and America: • Jackie Collins, born British, wrote…huge, earnest tomes which even started to feature safe sex warnings when she took up residence across the pond J.… … Modern English usage