-
1 overeenkomen
2 [+ met][samengaan] s'accorder (avec)♦voorbeelden:〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 slecht overeenkomen met iemand • s'entendre (très) mal avec qn.II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [het eens worden] tomber d'accord (sur <+ zelfstandig naamwoord>, pour <+ onbepaalde wijs>)2 [afspreken] convenir (de)♦voorbeelden:2 er werd overeengekomen dat … • il a été convenu que … -
2 overeenkomen
-
3 goed overeenkomen met iemand
goed overeenkomen met iemands'entendre avec qn. -
4 slecht overeenkomen met iemand
slecht overeenkomen met iemands'entendre (très) mal avec qn. -
5 overeenstemmen
→ link=overeenkomen overeenkomen I 0.1 -
6 afwijken
2 [niet overeenkomen] dévier (de)3 [tegengesteld handelen aan] s'écarter (de)♦voorbeelden:een van het origineel afwijkende vertaling • une traduction qui s'éloigne de l'originaleen afwijkend ziektegeval • une maladie atypiquevan de waarheid afwijken • s'écarter de la vérité -
7 beantwoorden
♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [antwoord geven op] répondre à♦voorbeelden:het vijandelijk vuur beantwoorden • riposter au feu de l'ennemi -
8 gelijkstaan
1 [overeenkomen] être égal (à)2 [sport en spel][eenzelfde aantal punten hebben] être à égalité♦voorbeelden:1 qua kennis gelijkstaan met iemand • valoir qn. en connaissancesdat staat gelijk met een weigering • cela équivaut à un refusin rang gelijkstaan met iemand • être de même rang que qn. -
9 kloppen
2 [op iets slaan om er de aandacht op te vestigen] frapper3 [m.b.t. de hartspier] battre♦voorbeelden:binnen zonder kloppen • entrez sans frapper→ link=deur deurkloppende boekhouding • comptabilité exactede rekening klopt • le compte y estdat klopt • c'est exactdaar klopt iets niet • il y a qc. qui ne va pasII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [een slag geven; verslaan, overwinnen] battre♦voorbeelden:iemand op de rug kloppen • donner une tape dans le dos à qn.de as van de sigaar kloppen • faire tomber la cendre d'un cigare→ link=borst borst -
10 rijmen
1 [rijm hebben; rijm vormen] rimer3 [verzen maken] faire des vers♦voorbeelden:deze woorden rijmen op elkaar • ces mots rimentII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [in overeenstemming brengen] concilier♦voorbeelden:1 dat viel niet te rijmen met … • il était impossible de concilier cela avec …
См. также в других словарях:
passen — Als Vergleich für Nicht Zusammenpassendes hat die Volkssprache eine Fülle von Sprachbildern parat, wie z.B.: Das paßt nicht in seinen Kram; Das paßt{{ppd}} ›wie das fünfte Rad am Wagen‹,{{ppd}} ›Wie der Kirchturm zum Mantel‹,{{ppd}} ›Wie … Das Wörterbuch der Idiome