-
1 screw up
opschroeven, opvijzelen; aanschroeven; dichtschroeven; oprollen; samenknijpen; verprutsen, verknoeien; in de war brengenscrew up1 verwringen ⇒ verdraaien, verfrommelen♦voorbeelden: -
2 übersteigern
übersteigern2 overdrijven ⇒ opschroeven, op de spits drijven -
3 взвинчивать
-
4 возбуждать
v1) gener. aanwakkeren, opschroeven, opwekken, opwinden, prikkelen, spannen (внимание), wekken, beroeren, kweken (чувства), opscherpen, veroorzaken, verwekken2) liter. gaande maken -
5 возбуждаться
-
6 воодушевляться
vgener. in geestdrift geraken, zich opschroeven -
7 превозносить
v1) gener. opschroeven, de lofbazuin steken (кого-л.), in de hoogte steken, ophemelen, opkammen, prijzen, verheerlijken2) liter. bewieroken -
8 преувеличивать
v1) gener. met overdrijving zeggen (ik kan met een beetje overdrijving zeggen, dat... ( Ñ íåáîôüêèì ïðåóâåôè÷åíèåì ìîãó ñêàçàòü, ÷òî..)), aandikken, (iets) breed uitmeten, bluffen, chargeren, flatteren, grootspreken, (только inf) mooipraten, opschroeven, opsnijden, overdrijven, overtrekken, tot uitersten vervallen2) liter. (iets) te sterk kleuren, opblazen -
9 привинчивать
vgener. aandraaien, opschroeven, aanschroeven, een schroef aanzetten, inschroeven, schroeven -
10 расхваливать
vgener. opkammen, aanprijzen, in de hoogte steken, opschroeven -
11 bump up
-
12 key
adj. sleutel- (persoon enz.); belangrijkst; centraal; belangrijk; noodzakelijk--------n. sleutel; oplossing; toets; toonaard; muzieksleutel--------n. sleutel; toegang, oplossing, verklaring; toon, toonaard (in de muziek); toets (v. piano, schrijfmachine), klep (v. blaasinstrument); een laagliggend eiland--------v. vals (v. zingen); niet harmoniëren met; spannen; vastzetten; intoetsen; opschroeven, opdraaien spannen; stemmen (muziek)key1[ kie:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 sleutel 〈van slot; om iets vast te draaien〉 ⇒ 〈 figuurlijk〉 toegang; (strategische) sleutel; oplossing, verklaring; 〈 schaakspel〉 sleutelzet; opwindknop 〈 van horloge〉♦voorbeelden:key to the mystery • sleutel van het raadselin key • zuiverout of key, off key • valsbe in/out of key with • passen/niet passen bij→ minor minor/————————key21 sleutel- ⇒ hoofd-, bepalend, voornaamste♦voorbeelden:1 key factor • belangrijkste/determinerende factorkey figure • sleutelfiguurkey industry • sleutelindustriekey issue • hoofdthemakey job/position • sleutelpositiekey man • sleutelpersoon, centrale figuur, spilkey official • topambtenaarkey question • hamvraagkey role • sleutelrol, belangrijkste rolkey witness • hoofdgetuige, voornaamste getuige————————key3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:2 the factories are keyed to the needs of the port • de fabrieken zijn gericht op de behoeften van de havenhis speech was keyed to the political situation • zijn rede was afgestemd op de politieke situatie→ key up key up/ -
13 scale up
scale upverhogen, vergroten, opschroeven -
14 scale
n. toonladder; schaal; maat; weegschaal; kalkaanzet; methode--------v. klimmen, naar boven gaan; stijgen; afwegen, overwegen; op schaal maken, ontschubben; ontstenen; (in computers) de afmeting wijzigen, van schaal veranderenscale1[ skeel] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 schub ⇒ schaal, (huid)schilfer4 schaal(verdeling) ⇒ schaalaanduiding; maatstok, meetlat♦voorbeelden:tip/turn the scale (s) • de balans doen doorslaan, de doorslag gevenscale of wages • loonschaal〈 figuurlijk〉 on a large/grand/small scale • op grote/kleine schaala map on a scale of a centimetre to the kilometre • een kaart met een schaal van 1 op 100.000draw to scale • op schaal tekenen————————scale2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:¶ scale back/down • verlagen, verkleinen, terugschroevenscale up • verhogen, vergroten, opschroeven -
15 épingle
épingle [eepẽgl]〈v.〉1 speld♦voorbeelden:épingle à linge • wasknijperépingle de nourrice, de sûreté • veiligheidsspeldattacher qc. avec des épingles • iets vastspeldenêtre tiré à quatre épingles • tot in de puntjes gekleed zijnmonter qc. en épingle • iets opschroeventirer son épingle du jeu • zich handig uit de zaak draaien→ viragef -
16 monter qc. en épingle
monter qc. en épingle -
17 to force up
omhoogdrukkenopschroeven -
18 to raise
heffenomhoogbrengenopklappenopschroevenoptrekkenopvoerenopwerkenverhogen -
19 to screw on
opdraaienopschroevenschroeven op -
20 hinaufschrauben
Страницы
- 1
- 2