-
1 rally
n. verzameling, hergroepering (v. troepen, enz.); bijeenkomst; opleving, herstel; serie slagen/klappen (tennis, boksen); rally, sterrit (sport)--------v. zich verzamelen; verzamelen; bijkomen; bijeenkomenrally1[ rælie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: rallies〉————————rally2〈 rallied〉1 bijeenkomen ⇒ zich verzamelen/hergroeperen4 (zich) herstellen ⇒ opleven, weer bijkomen♦voorbeelden:rally round the flag • zich om de vlag scharenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verzamelen ⇒ ordenen, herenigen2 bijeenbrengen ⇒ verenigen, op de been brengen♦voorbeelden: -
2 revival
n. reprise, heropvoering, hervertoning; revival, reveil; (her)opleving[ rivvajvl]II 〈telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord; meestal +of〉1 (her)opleving ⇒ wedergeboorte, hernieuwde belangstelling -
3 reprise
reprise [rəpriez]〈v.〉1 (het) weer nemen ⇒ herneming, herovering, terugneming, overname♦voorbeelden:à plusieurs reprises • herhaaldelijkf1) (het) weer nemen, herovering2) hervatting3) reparatie4) nieuwe groei5) opleving6) acceleratievermogen [auto]7) ronde [boksen] -
4 réveil
réveil [reevej]〈m.〉2 wekker4 opleving♦voorbeelden:〈 leger〉 battre, sonner le réveil • de reveille slaan, blazenau réveil • bij het ontwakenm2) wekker3) reveil, opleving -
5 sursaut
sursaut [suursoo]〈m.〉1 plotselinge schok ⇒ (het) plotselinge opspringen, opschrikken2 plotselinge opleving, opflikkering ⇒ uitbarsting♦voorbeelden:se réveiller en sursaut • wakker schrikkenm -
6 Aufschwung
Aufschwung〈m.〉♦voorbeelden:1 einen großen Aufschwung nehmen • een hoge vlucht nemen, een sterke opleving kennen -
7 Aufwind
-
8 pickup
n. (taxi)passagier, lifter, scharreltje; pick-up; pick-up truckpickup3 pick-up4 〈 verkorting〉[pickup truck]♦voorbeelden: -
9 resurrection
-
10 uptrend
-
11 résurrection
résurrection [reezuureksjõ]〈v.〉2 herleving ⇒ opleving, opbloei♦voorbeelden:f1) opstanding2) opbloei -
12 souffle
souffle [soefl]〈m.〉2 inspiratie ⇒ bezieling, kracht6 drukgolf♦voorbeelden:avoir le souffle court • kortademig zijncouper le souffle • de adem benemen; paf doen staanmanquer de souffle • kortademig zijnperdre le souffle • buiten adem rakenêtre à bout de souffle • buiten adem zijnd' un seul souffle • in één ademon le renverserait d' un souffle • je blaast hem zo omverapporter un second souffle à qc. • iets nieuw leven inblazenm1) adem2) inspiratie3) zuchtje [wind]4) geruis [medisch] -
13 soufflé
souffle [soefl]〈m.〉2 inspiratie ⇒ bezieling, kracht6 drukgolf♦voorbeelden:avoir le souffle court • kortademig zijncouper le souffle • de adem benemen; paf doen staanmanquer de souffle • kortademig zijnperdre le souffle • buiten adem rakenêtre à bout de souffle • buiten adem zijnd' un seul souffle • in één ademon le renverserait d' un souffle • je blaast hem zo omverapporter un second souffle à qc. • iets nieuw leven inblazenm -
14 éclaircie
éclaircie [eeklersie]〈v.〉 -
15 rebondissement
rebondissement [rəbõdiesmã]〈m.〉 -
16 recrudescence
-
17 relance
-
18 renaissance
-
19 renouveau
-
20 second souffle
second souffle
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Literatura de Surinam — La literatura de Surinam comprende las expresiones literarias orales y escritas del país suramericano de Surinam. Contenido 1 Literatura escrita 1.1 Siglos XVI y XVII 1.2 1700 1775 … Wikipedia Español