-
1 fly a kite
-
2 toss
n. toss, opgooi; worp (met dobbelstenen); slinger--------v. gooien, werpen; rollentoss1[ tos] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 worp♦voorbeelden:lose/win the toss • verliezen/winnen bij het tossen————————toss21 tossen ⇒ een munt opgooien, loten♦voorbeelden:2 schudden ⇒ (doen) zwaaien, afwerpen♦voorbeelden:toss about (in one's bed) • (in zijn bed) liggen te woelentoss one's head back with contempt • zijn hoofd minachtend in de nek gooien→ toss off toss off/1 gooien ⇒ aan/op/toegooien, in de lucht werpen♦voorbeelden:toss hay • hooi kerentoss a pancake • een pannenkoek in de lucht keren -
3 закинуть удочку, чтобы прощупать чьё-либо мнение
vRussisch-Nederlands Universal Dictionary > закинуть удочку, чтобы прощупать чьё-либо мнение
-
4 подбросить
vgener. (мяч, ребёнка, полено в печь) opgooien -
5 пускать пробный шар
vRussisch-Nederlands Universal Dictionary > пускать пробный шар
-
6 coin
n. muntstuk--------v. munt opgooien; betalen (woordspel)coin1[ kojn] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:toss/flip a coin • kruis of munt gooien, tossen————————coin2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
7 feeler
n. voelspriet (van insect); voeler[ fie:lə]♦voorbeelden: -
8 fly
adj. uitgeslapen, uitgekookt (slang)--------n. vlieg; flap; vlucht; gulp (van de broek); tent opening--------v. vliegen (vogel); vliegen (vliegtuig); besturen v.e. vliegtuig; laten vliegen; wegvluchten; wegrennen; snel voorbijgaan; laten waaien; waaien; overstekenfly1[ flaj] 〈→ Sporttermen: RugbySporttermen: Rugby/〉I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; meervoud: flies〉1 vlieg3 〈 in samenstellingen〉gevleugeld/vliegachtig insect♦voorbeelden:not harm/hurt a fly • geen vlieg kwaad doen4 your fly is undone! • je gulp staat open!a fly on the wall • een spion→ Spanish Spanish/♦voorbeelden:————————fly2————————fly33 〈 benaming voor〉 zich snel voortbewegen ⇒ vliegen, (voorbij)snellen; vluchten; omvliegen, vervliegen 〈 van tijd〉; wegvliegen 〈 van geld〉; verdwijnen, optrekken 〈 van mist〉; uit elkaar springen, alle kanten op vliegen 〈 van glas〉♦voorbeelden:fly in/out • aankomen/vertrekken per vliegtuigfly past • (in formatie) over/voorbij vliegenfly to the help of someone • iemand te hulp snellenmake the money fly • met geld smijtentime flies (like an arrow) • de tijd vliegtlet fly • (af)schieten/vuren; laten schieten〈 informeel〉 we're very late, we must fly • we zijn erg laat, we moeten rennenthe door flew open • de deur werd plotseling geopendfly into a rage/passion/temper • in woede ontstekenthe glass flew to bits/into pieces • het glas spatte in stukjes uiteenthe child flew towards its father • het kind vloog zijn vader tegemoetfly upon someone • iemand aanvliegenshe's flying high • het gaat haar voor de windII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
9 kite
-
10 put/throw out feelers
put/throw out feelers -
11 spin a coin
-
12 sponge
n. spons; Moskovisch gebak; parasiet (mens)--------v. afsponsen; weg-, uit-, afwissen, wissen, klaplopensponge1[ spundzj]1 spons♦voorbeelden:————————sponge2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:4 he always manages to sponge some money from her • hij ziet altijd kans om wat geld van haar los te krijgen -
13 toss/throw in/up the sponge
toss/throw in/up the sponge -
14 toss a coin
een munt opgooien, een munt opwerpen, bestemming bepalen -
15 tossup
n. het opgooien van een muntstuk -
16 ballon
-
17 lancer un ballon d'essai
lancer un ballon d'essaiDictionnaire français-néerlandais > lancer un ballon d'essai
-
18 vräka
1) opgooien2) gooien -
19 Busch
〈m.; Busches, Büsche〉1 struik, heester2 struikgewas, kreupelhout3 oerwoud, wildernis ⇒ jungle, rimboe4 bos, boeket♦voorbeelden:¶ auf den Busch klopfen • polsen, een balletje opgooienes ist etwas im Busch • er is iets op til, komstsich seitwärts in die Büsche schlagen • zich uit de voeten makenmit etwas hinterm Busch halten • iets achterhouden -
20 auf den Busch klopfen
auf den Busch klopfenpolsen, een balletje opgooien
- 1
- 2