-
61 tapis
tapis [taapie]〈m.〉♦voorbeelden:tapis de bombes • bomtapijttapis d'escalier • traplopertapis de fleurs • bloembedtapis de gazon • grasmat, gazontapis de haute laine • hoogpolig tapijttapis de table • tafelkleedtapis roulant • lopende bandtapis végétal • plantendekle tapis vert • de groene tafel〈 sport en spel〉 aller au tapis • knock-out zijn, neergaanamuser le tapis • de mensen aangenaam bezig houdendérouler le tapis rouge devant qn. • de (rode) loper voor iemand uitrollenêtre sur le tapis • onderwerp van gesprek zijnmettre une affaire, une question sur le tapis • een zaak ter sprake, te berde brengenrevenir sur le tapis • opnieuw aan de orde komenmtapijt, vloerkleed -
62 cadet
cadet [kaade],cadette [kaadet]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 jongere broer, zuster3 jongere♦voorbeelden: -
63 éliminatoire
éliminatoire [eeliemienaatwaar]〈bijvoeglijk naamwoord; ook v.〉1 selecterend ⇒ uitschakelend, schiftend♦voorbeelden:1 〈 sport en spel〉 une éliminatoire • voorronde, selectiewedstrijd; 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 schiftingswedstrijd -
64 extenseur
-
65 final
-
66 finish
finish [fieniesĵ]〈m.; ook tussenwerpsel〉♦voorbeelden:match au finish • uitputtingswedstrijd¶ finish! • punt uit!, afgelopen!, en daarmee uit! -
67 finisseur
-
68 peloton
-
69 routier
routier [roetjee],routière [roetjer]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:une routière • toerauto -
70 sélectionné
sélectionné [seeleksjonnee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:〈 sport en spel〉 un(e) sélectionné(e) • selectiespeler, -speelster -
71 senior
-
72 tricolore
-
73 jouer
jouer [zĵoe.ee]2 speculeren (op) ⇒ wedden (op), gokken (op)3 spelen ⇒ doen alsof, toneelspelen5 werken ⇒ in werking zijn, bewegen♦voorbeelden:jouer aux cartes • kaartspelenjouer avec sa santé • met zijn gezondheid spelenjouer sur un mot, sur les mots • een woordspeling makenc'était pour jouer • het was voor de grapjouer sur la bonté de qn. • op iemands goedheid speculerenjouer de malchance • pech hebbenjouer du bâton • de stok hanteren, met de stok slaanjouer du couteau • het mes hanterenjouer du piano • piano spelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 spelen♦voorbeelden:jouer le désespoir • doen of men wanhopig isjouer les hôtes • als gastheer, gastvrouw optredenfaire jouer une pièce • een toneelstuk opvoerenjouer les victimes • het slachtoffer uithangenqu'est-ce qu'on joue au Rex? • welke film draait er in de Rex?jouer cent francs sur • honderd frank inzetten op♦voorbeelden:se jouer des difficultés • de moeilijkheden spelenderwijs overwinnence morceau se joue au piano • dit stuk is voor pianov1) spelen2) speculeren, gokken (op)3) toneelspelen, acteren4) bespelen, hanteren5) in werking zijn, bewegen7) inzetten [spel]8) bedriegen
См. также в других словарях:
Abe Lenstra — (1955) Abe Lenstra ([ ɑ:bə lɛnstɾa], * 27. November 1920 in Heerenveen; † 2. September 1985 ebenda) war ein niederländischer Fußballspieler. Er spielte seit de … Deutsch Wikipedia
Malmö FF — This article is about Malmö FF s football department. For former departments of the club, see Malmö FF (disambiguation). Malmö FF Full name Malmö Fotbollförening Nickname(s) Di blåe (The Blues) … Wikipedia
Karel Lotsy — Karel Lotsij Karel Johannes Julianus Lotsy (* 3. März 1893 in Baltimore, Maryland (USA); † 29. August 1959 in Koog aan de Zaan; eigentlich Karel Lotsij) war ein niederländischer Fußball und Sportfunktionär. Von 1942 bis 1953 war er Vorsitzender… … Deutsch Wikipedia
Karel Lotsij — Karel Johannes Julianus Lotsy (* 3. März 1893 in Baltimore, Maryland, USA; † 29. August 1959 in Koog aan de Zaan; eigentlich Karel Lotsij) war ein niederländischer Fußball und Sportfunktionär. Von 1942 bis 1953 war er Vorsitzender des… … Deutsch Wikipedia
Karel Lotsij — Karel Johannes Julianus Lotsy (* 3. März 1893 in Baltimore, Maryland, USA; † 29. August 1959 in Koog aan de Zaan; eigentlich Karel Lotsij) war ein niederländischer Fußball und Sportfunktionär. Von 1942 bis 1953 war er Vorsitzender des… … Deutsch Wikipedia