-
1 I rubbed off the skin of my elbow
English-Dutch dictionary > I rubbed off the skin of my elbow
-
2 raw
adj. rauw; niet gekookt; onbewerkt; onervaren; pijnlijk; grof--------n. rauwe plekraw1[ ro:] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:in the raw • ongeciviliseerd, primitief; naakt————————raw2〈bijvoeglijk naamwoord; rawness〉2 〈 benaming voor〉 onbewerkt ⇒ rauw 〈 van bakstenen〉; ruw, ongelooid 〈 van leer〉; 〈 figuurlijk〉 onuitgewerkt 〈cijfers e.d.〉; grof; onaf(gewerkt), onrijp3 groen ⇒ onervaren, ongetraind4 ontveld ⇒ rauw, open♦voorbeelden:raw silk • ruwe zijde¶ raw deal • oneerlijke/gemene behandeling -
3 rub off
-
4 zerschunden
zerschunden1 geschaafd, ontveld
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский