-
1 соскабливать
vgener. krabben, krassen, afkrabben, afraspen, afschaven, afschrabben, afschrapen, afschrappen, afschuren, uitkrabbelen, uitkrabben -
2 стирать
v1) gener. wissen, (резинкой) gummen, afdoen, raderen (резинкой), wassen (бельё), wegdoezelen, wegvagen, uitwassen (бельё), afschuren, afvagen, afvegen, afwrijven, doorlopen (íîãè), uitdoen (написанное), uitgommen (резинкой), uitslijten, uitvlakken, uitwissen, wegmaken, wegvegen, wegwissen2) liter. afslijten -
3 abrade
v. afdragen ; schaven, afschaven; afschuren door wrijving of schuring; tegen een object schaven; tegen een voorwerp slaan[ əbreed]♦voorbeelden:abraded skin • geschaafde huid -
4 rub off
-
5 sand
n. zand; strand--------v. met zand bedekken; afschuren met schuurpapier; zand strooiensand1[ sænd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zand♦voorbeelden:1 build on sand • op zand bouwen, (iets) op losse grondslag ondernemen3 the sands (of life) are running out • de tijd is bijna om/verstreken, de dagen zijn geteld————————sand2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
6 sander
-
7 sanding
n. zandstrooier; het afschuren met schuurpapier; het met zand bedekken -
8 rôder
-
9 écrier
écrier [eekrie.ee]♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский