-
1 découvert
découvert [deekoever]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 onbedekt ⇒ open, (ont)bloot♦voorbeelden:la tête découverte • blootshoofdsà découvert • open, onbedekt, onbeschut; 〈 figuurlijk〉openlijk, ronduitmontrer son coeur à découvert • zijn gevoelens openlijk tonenun découvert • open veldun découvert • blanco krediet→ visageadj1) onbedekt, ontbloot2) open [terrein] -
2 découvrir
découvrir [deekoevrier]1 ontdekken ⇒ zien, ontwaren4 openbaren ⇒ bekendmaken, verraden5 het deksel, de bedekking afnemen van♦voorbeelden:découvrir une frontière • een grens onverdedigd laten→ jeu♦voorbeelden:→ avril1. v1) ontdekken, ontwaren2) achter [iets] komen3) bekendmaken, verraden4) onthullen, ontbloten2. se découvrirv4) opklaren [weer] -
3 dégagé
-
4 dégarnir
dégarnir [deegaarnier]1 leeghalen ⇒ ontdoen (van), uitruimen, plunderen
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский