Перевод: с английского на нидерландский

с нидерландского на английский

С нидерландского на:
Английский
С английского на:
Нидерландский

ondertekenen

Толкование Перевод

1 wrap up a merger

ondertekenen van een fusie

English-Dutch dictionary > wrap up a merger
2 sign

n. bord; wenk; teken; gebaar; hint; kenmerk
--------
v. ondertekenen; tekenen; een teken geven (knipperlicht v. auto)

sign¹

[ sajn] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 teken ⇒ symbool

2 aanwijzing ⇒ (ken)teken, blijk; voorteken

3 wenk ⇒ teken, seintje

4 (uithang)bord

5 (ken)teken

6 〈 medicijnen, geneeskunde〉 symptoom

7 〈 religie〉 wonder

8 sterrenbeeld

♦voorbeelden:

5   sign of the times • teken des tijds

7   signs and wonders • mirakels

8   sign of the zodiac • sterrenbeeld

————————

sign²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 gebarentaal gebruiken

II 〈 onovergankelijk en overgankelijk werkwoord〉

1 (onder)tekenen

2 signeren ⇒ ondertekenen

3 wenken ⇒ een teken geven, gebaren

4 〈+on/up〉 contracteren 〈 speler〉

♦voorbeelden:

1   sign one's name • tekenen

     sign one's name to • ondertekenen

     sign away • schriftelijk afstand doen van

     sign in • tekenen bij aankomst, intekenen

     sign off • een brief beëindigen

     sign off/on • een radio/tv-uitzending beëindigen/beginnen

     sign on at the Job Centre • inschrijven op het arbeidsbureau

     sign on/up as a sailor • als matroos aanmonsteren

     sign out • tekenen bij vertrek

     she signed over her estate to her daughter • ze deed schriftelijk afstand van haar landgoed ten gunste van haar dochter

     sign up for a course • zich voor een cursus inschrijven

English-Dutch dictionary > sign
3 sign on the dotted line

sign on the dotted line

(een contract) ondertekenen; 〈 informeel〉 niet tegenstribbelen; in het huwelijksbootje stappen

————————

sign on the dotted line

(een contract) ondertekenen

English-Dutch dictionary > sign on the dotted line
4 undersign

v. ondertekenen, handtekening zetten

undersign

[ - sajn]

1 ondertekenen

English-Dutch dictionary > undersign
5 affix one's name to a letter

affix one's name to a letter

een brief ondertekenen

English-Dutch dictionary > affix one's name to a letter
6 affix

n. toevoeging, aanhangsel; achtervoegsel, voorvoegsel
--------
v. vast plakken, vast maken; toevoegen; bijvoegen

affix¹

[ æfiks] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 toevoegsel ⇒ aanhangsel

————————

affix²

[ əfiks] 〈 werkwoord〉

1 toevoegen ⇒ (aan)hechten, kleven, vastmaken 〈 ook figuurlijk〉

♦voorbeelden:

1 affix blame for something to someone • iemand ergens de schuld van geven

affix one's name to a letter • een brief ondertekenen

English-Dutch dictionary > affix
7 define

v. beschrijven, definiëren; ondertekenen

define

[ diffajn]

1 definiëren ⇒ een definitie geven (van)

2 afbakenen ⇒ bepalen, begrenzen

3 kenschetsen ⇒ karakteriseren

4 aftekenen

♦voorbeelden:

1   we define a circle as • onder een cirkel verstaan we

3   what defines them as superior? • waarin bestaat hun superioriteit?

4   she stood clearly defined against the background • haar gestalte tekende zich duidelijk af tegen de achtergrond

English-Dutch dictionary > define
8 dot

n. stip, punt
--------
v. aanstippen; slaan

dot¹

[ dot] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 punt 〈 ook muziek, morse; op letterteken〉 ⇒ spikkel, stip

♦voorbeelden:

¶ 〈 informeel〉 on the dot • stipt (op tijd)

————————

dot²

〈werkwoord; dotted〉

1 een punt zetten op/bij 〈 ook muziek〉

2 stippelen ⇒ (be)spikkelen

♦voorbeelden:

1   〈 figuurlijk〉 dot the i's (and cross the t's) • de puntjes op de i zetten

2   dotted line • stippellijn

     a yellow dotted tie • een geel gespikkelde das

     the meadow was dotted with daisies • de weide was bezaaid met madeliefjes

¶ sign on the dotted line • (een contract) ondertekenen

English-Dutch dictionary > dot
9 execute

v. uitvoeren; executeren, in praktijk brengen; in aanwezigheid van getuigen ondertekenen; uitvoeren volgens bepalingen en voorwaarden (Wet); een computerprogramma in werking stellen, een computerprogramma verwerken (Computers)

execute

[ eksikjoe:t]

1 uitvoeren ⇒ ten uitvoer brengen, volbrengen, executeren 〈 vonnis〉, afwikkelen 〈 testament〉

2 passeren ⇒ bekrachtigen 〈 akte〉

3 executeren ⇒ terechtstellen

♦voorbeelden:

1 execute a command • een bevel uitvoeren/volbrengen

English-Dutch dictionary > execute
10 line

n. regel; streep; snoer; lijn; rij; generatie; beroep
--------
v. opstellen in rijen; markeren; bekleden; versterken; ribbelen; vullen (van een zak)

line¹

[ lajn]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 lijn ⇒ snoer, koord

2 smalle streep ⇒ lijn

3 rij (naast/achter elkaar) ⇒ 〈 leger〉 linie, stelling

4 〈 informeel〉 kort briefje ⇒ krabbeltje

5 (beleids/gedrags)lijn

6 koers ⇒ route, weg 〈 ook figuurlijk〉

7 lijndienst ⇒ 〈 bij uitbreiding〉 maatschappij die lijndienst onderhoudt

8 familielijn ⇒ tak

9 spoorweglijn ⇒ spoor

10 lijn 〈2,12 mm〉

11 terrein 〈 figuurlijk〉 ⇒ vlak, branche

12 assortiment ⇒ soort artikel

♦voorbeelden:

1   the line is bad • de verbinding is slecht 〈 telefoon〉

     hold the line, please • blijft u even aan de lijn?

2   line of fire • vuurlijn/linie

     line of sight/vision • gezichtslijn

     we must draw the line somewhere • we moeten ergens een grens trekken

     in line with • in het verlengde van; 〈 figuurlijk〉 in overeenstemming met

3   〈 leger, scheepvaart〉 line of battle • gevechtsformatie

     bring into line • tot de orde roepen

     come/fall into line • op één lijn gaan zitten, zich schikken

     read between the lines • tussen de regels door lezen

     stand in line • in de rij gaan staan

     〈 leger, scheepvaart〉 line abreast • frontlinie

     〈 leger, scheepvaart〉 line ahead/astern • kiellinie

     all along the line • over de (ge)hele linie 〈 ook figuurlijk〉; van begin tot eind

4   drop someone a line • iemand een briefje schrijven/sturen

5   in the line of duty • plichtshalve

     line of thought • ziens/denkwijze, denktrant

6   line of least resistance • weg van de minste weerstand

11 banking is his line • hij zit in het bankwezen

¶ get a line on • inlichtingen inwinnen over

     keep someone in line • iemand in de hand houden

     lay/put it on the line • betalen; open kaart spelen

     shoot a line • een verhaal ophangen, opscheppen

     sign on the dotted line • (een contract) ondertekenen; 〈 informeel〉 niet tegenstribbelen; in het huwelijksbootje stappen

     toe the line • in het gareel blijven

     off line • niet aan het werk, niet functionerend

     on line • aan het werk, functionerend

     bring a power station on line • een krachtcentrale operationeel maken

     out of line • uit de pas, over de schreef

→ firm firm/, main main/, strong strong/

II 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 (hoeveelheid/stuk) lijn

2 lint ⇒ lont, band

III 〈 meervoud〉

1 〈 dramaturgie〉 tekst ⇒ rol

2 〈 Brits-Engels〉 (straf)regels ⇒ strafwerk

3 gedicht ⇒ vers

4 〈 Brits-Engels〉 trouwakte

5 methode ⇒ aanpak

♦voorbeelden:

3   lines on the death/marriage of • bij de dood/het huwelijk van 〈 boven gelegenheidsgedicht〉

5   do something along/on the wrong lines • iets verkeerd aanpakken

————————

line²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉 → line up line up/

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 liniëren ⇒ (be)lijnen

2 rimpelen ⇒ groeven

3 flankeren

4 voeren ⇒ (van binnen) bekleden

♦voorbeelden:

1   lined paper • gelinieerd papier

3   a road lined with trees • een weg met (rijen) bomen erlangs

4   lined with fur • met bont gevoerd

¶ line one's nest/pocket(s)/purse • zijn zakken vullen, zijn beurs spekken

→ line up line up/

English-Dutch dictionary > line
11 railroad

n. spoorweg
--------
v. langs spoorweg ; via spoor

railroad¹

〈 zelfstandig naamwoord〉

→ railway railway/

————————

railroad²

〈 werkwoord〉

1 〈 Amerikaans-Engels〉 per trein vervoeren

2 〈 informeel〉 jagen ⇒ haasten, drijven

♦voorbeelden:

2 the union was railroaded into signing the agreement • de bond werd sterk onder druk gezet om de overeenkomst te ondertekenen

railroad a bill through Congress • een wetsvoorstel erdoor jagen in het Congres

English-Dutch dictionary > railroad
12 sign one's name to

sign one's name to

ondertekenen

English-Dutch dictionary > sign one's name to
13 subscribe one's name (to something)

subscribe one's name (to something)

(iets) ondertekenen

English-Dutch dictionary > subscribe one's name (to something)
14 subscribe

v. (in computers) inschrijven, abonneren, registreren; lid worden van een diskussiegroep - d.w.z. de interesse doorgeven om permanent artikelen van de diskussiegroep te lezen
--------
v. abboneren; een abbonnement nemen; bijdragen; beloven; zich verplichten; ondersteunen

subscribe

[ səbskrajb]

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 〈+to〉 intekenen (voor) ⇒ zich abonneren (op) 〈 tijdschrift〉

2 〈+to〉 onderschrijven 〈 mening〉

3 〈+to〉 (geldelijk) steunen

♦voorbeelden:

1   subscribe for • (vooraf) bestellen 〈 boek(enreeks)〉

II 〈 onovergankelijk en overgankelijk werkwoord〉

1 (onder)tekenen ⇒ zijn handtekening zetten onder

2 inschrijven (voor)

♦voorbeelden:

1   subscribe one's name (to something) • (iets) ondertekenen

III 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 geld bijeenbrengen voor 〈 inzamelingsactie〉

2 aanbieden

♦voorbeelden:

¶ 〈 handel〉 subscribed capital • geplaatst kapitaal

     a subscribed loan • een voltekende lening

English-Dutch dictionary > subscribe
15 the union was railroaded into signing the agreement

the union was railroaded into signing the agreement

de bond werd sterk onder druk gezet om de overeenkomst te ondertekenen

English-Dutch dictionary > the union was railroaded into signing the agreement
16 underwrite

v. handtekening zetten (ook bij verzekering)

underwrite

[ undərajt]

1 ondertekenen 〈 polis〉 ⇒ afsluiten 〈 verzekering〉

2 (door ondertekening) op zich nemen 〈 risico, aansprakelijkheid〉

3 verzekeren ⇒ assureren 〈 voornamelijk scheepvaart〉

4 〈 economie〉 zich verplichten tot het kopen van 〈 niet-geplaatste aandelen〉 ⇒ de verkoop garanderen van

5 zich garant stellen voor

6 onderschrijven ⇒ goedvinden

♦voorbeelden:

4 underwrite an issue • een emissie waarborgen

English-Dutch dictionary > underwrite
17 witness

n. getuige; ooggetuige; getuigenis
--------
v. getuigen; verklaren dat-; verklaring afleggen; ooggetuige zijn; toeschouwen

witness¹

[ witnis]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 (oog)getuige 〈 ook juridisch〉

2 getuige ⇒ medeondertekenaar

♦voorbeelden:

1   witness for the defence • getuige à decharge

     witness for the prosecution • getuige à charge

II 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 getuigenis ⇒ getuigenverklaring

2 getuigenis ⇒ (ken)teken, bewijs

♦voorbeelden:

1   bear/give witness (on behalf of someone) • getuigen (ten gunste van iemand)

2   in witness of • als blijk/bewijs van

¶ bear witness of/to • staven, bewijzen

————————

witness²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 〈 ook juridisch〉 getuigen ⇒ als getuige verklaren/bevestigen

2 getuigen ⇒ als bewijs dienen, pleiten

♦voorbeelden:

1   witness against someone • getuigen tegen iemand

     witness to something • getuige zijn van iets

     witness to having seen something • getuigen/als getuige verklaren dat men iets gezien heeft

2   witness against/for someone • tegen/voor iemand pleiten

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 getuige zijn van

2 getuige zijn bij ⇒ als getuige ondertekenen

3 getuigen van ⇒ een teken/bewijs zijn van

♦voorbeelden:

1   witness an accident • getuige zijn van een ongeluk

2   witness a signature • (als getuige) medeondertekenen

3   (as) witness my poverty • waarvan mijn armoede moge getuigen

¶ 〈 formeel〉 this is a dangerous stretch, witness the number of accidents here this year • dit is een gevaarlijk stuk weg, getuige het aantal ongelukken hier dit jaar

English-Dutch dictionary > witness
18 cosign

v. medeondertekenen, cosigneren, een document met nog iemand anders ondertekenen (als promesse of als lening)

English-Dutch dictionary > cosign
19 initial an accord

een overeenkomst met hoofdletters ondertekenen

English-Dutch dictionary > initial an accord
20 registered letter

aangetekende brief (postartikel waarvoor de geadresseerde bij de ontvangst moet ondertekenen en waarvan de zender een bevestiging v. aankomst krijgt)

English-Dutch dictionary > registered letter

Страницы

См. также в других словарях:

FIOE — Die Föderation Islamischer Organisationen in Europa, eigentlich Federation of Islamic Organisations in Europe (FIOE) ist eine Dachorganisation islamischer Organisationen aus europäischen Staaten, die der internationalen Bewegung der… … Deutsch Wikipedia
Federation of Islamic Organisations in Europe — Die Föderation Islamischer Organisationen in Europa, eigentlich Federation of Islamic Organisations in Europe (FIOE) ist eine Dachorganisation islamischer Organisationen aus europäischen Staaten, die der internationalen Bewegung der… … Deutsch Wikipedia
Parliament of the German-speaking Community — Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft Type Type Unicameral Leadership Speaker … Wikipedia
Föderation Islamischer Organisationen in Europa — Die Föderation Islamischer Organisationen in Europa, eigentlich Federation of Islamic Organisations in Europe (FIOE) ist eine Dachorganisation islamischer Organisationen aus europäischen Staaten, die der internationalen Bewegung der… … Deutsch Wikipedia

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

ondertekenen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

ondertekenen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: