-
1 доказывать
vgener. betogen, bewijzen, aantonen, bijbrengen, blijk geven, getuigen (что-л.), onderbouwen, tuigen, voorcijferen (на цифрах), voorrekenen (на цифрах), waarmaken -
2 освидетельствовать
vgener. onderbouwenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > освидетельствовать
-
3 подкреплять
vgener. stijven, verfrissen, verkwikken, onderbouwen, staven, sterken, versterken, verstevigen -
4 подтверждать
v1) gener. bekrachtigen, bevestigen, beamen, bewaarheiden, onderbouwen, staven, waarmaken, waarmerken2) liter. bezegeien -
5 показывать
v1) gener. aanwijzen, tonen, uithalen, uitwijzen, vertonen, voorcijferen, voorrekenen, wijzen, aanbrengen (на кого-л.), aantonen, betonen, duiden, laten blijken, laten zien, manilesteren, onderbouwen, ten toon stellen, tentoonspreiden, tentoonstellen, uitraken2) law. aangeven -
6 приводить доказательства
vgener. aantonen, bewijzen, onderbouwenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > приводить доказательства
-
7 утверждать
vgener. claimen, bekrachtigen (закон), passeren, affirmeren, bevestigen, beweren, doen gelden, goedkeuren, laten gelden, onderbouwen, poneren, sanctioneren, staande houden, voteren -
8 base
adj. laag, verachtelijk--------n. basis; grondslag; grondvlak--------v. baserenbase1[ bees] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:the base of the triangle • de basis van de driehoekcatch someone off base • iemand overvallen/onverwacht treffen————————base2〈bijvoeglijk naamwoord; baser; baseness〉1 laag ⇒ minderwaardig, verachtelijk♦voorbeelden:1 a base action • een laffe/gemene daad————————base3〈 werkwoord〉2 vestigen♦voorbeelden:1 computer-based accountancy • geautomatiseerde/gecomputeriseerde boekhoudingbase oneself on • uitgaan vanbased (up)on mere gossip • slechts op roddel berustend -
9 build
n. vorm, lichaamsbouw--------v. bouwen; opzettenbuild1[ bild] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (lichaams)bouw ⇒ gestalte, vorm♦voorbeelden:————————build21 bouwen2 (in kracht) toenemen ⇒ aanwakkeren, verhevigen, groeien, aanzwellen♦voorbeelden:→ build up build up/, build upon build upon/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)bouwen ⇒ maken, construeren2 vormen ⇒ ontwikkelen, ontplooien♦voorbeelden:1 build a fire • een vuur maken/stokenbuild a railway • een spoorlijn aanleggenbuild a house (out) of brick • een huis uit baksteen optrekken5 a clause that was not built into my contract • een clausule die niet in mijn contract was opgenomenthis cupboard is built into the wall • deze kast is in de muur ingebouwdbuild on • aanbouwen, bijbouwenthis part was built on in 1982 • dit gedeelte is in 1982 aangebouwdbuild round • inbouwen -
10 construct one's arguments on solid bases
English-Dutch dictionary > construct one's arguments on solid bases
-
11 ground
adj. grond-, bodem-; vermalen, verbrijzeld--------n. aarde; grond; terrein; ondergrond; gebied; basis--------v. aan de grond houden; funderen; baseren; beargumenteren; aardenground1[ graund]♦voorbeelden:♦voorbeelden:fall to the ground • falen, in duigen vallentouch ground • vaste grond onder de voeten krijgenrun oneself into the ground • zich uitputtenget off the ground • van de grond/op gang komen3 break (new/fresh) ground • nieuw terrein betreden, pionierswerk verrichtencover much ground • een lange afstand afleggen; veel terrein/onderwerpen bestrijkengive/lose ground • terrein verliezen, wijkenhold/keep/stand one's ground • standhouden, voet bij stuk houdenshift one's ground • van argument/mening veranderenfeel the ground • poolshoogte nemenit suits him down to the ground • dat komt hem uitstekend van pasIV 〈 meervoud〉♦voorbeelden:1 a house standing in its own grounds • een huis, geheel door eigen grond omgeven————————ground2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 gronden ⇒ baseren, onderbouwen♦voorbeelden:————————ground3→ grind grind/ -
12 unterfahren
unterfahren -
13 untermauern
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский