-
1 nominal sum
onbetekenend bedrag -
2 nonentity
n. onbetekenend(e persoon/zaak), onbenul[ nonnentətie] 〈meervoud: nonentities〉1 onbetekenend(e) persoon/zaak ⇒ onbenul, nietszeggend persoon -
3 otiose
adj. overbodig, nutteloos, onbetekenend -
4 paltry
adj. waardeloos, onbetekenend[ po:ltrie]♦voorbeelden: -
5 petty
adj. onbetekenend, onbelangrijk; kleingeestig[ pettie] 〈 pettiness〉1 onbetekenend ⇒ onbelangrijk, onbeduidend3 klein ⇒ tweederangs, ondergeschikt♦voorbeelden:petty cash • kleine kaspetty shopkeepers • kleine winkeliers♦voorbeelden:petty larceny • gewone diefstal, kruimeldiefstal -
6 inconsequent
adj. inconsequent; niet constant; niet op zijn plaats; niet logisch opvolgend; niet relevant; waardeloos -
7 inconsiderable
adj. onbeduidend; klein, weinig waard; niet de moeite waard[ ingkənsidrəbl] 〈 inconsiderably〉 -
8 puny
-
9 trifling
-
10 trivial loss
-
11 trivial
-
12 trivialize
v. minder belangrijk maken, onbetekenend wordentrivialize, trivialise[ trivviəlajz]1 minder belangrijk/onbelangrijk maken ⇒ bagatelliseren♦voorbeelden: -
13 venial
adj. vergeeflijk[ vie:niəl]♦voorbeelden: -
14 idled
adj. zonder in verlegenheid gebracht te worden, zonder greintje van verantwoordelijkheid; onzinnig, onbetekenend, onnozel -
15 inconsiderableness
n. het onaanzienlijk zijn, het onbetekenend zijn -
16 jackstraw
n. stropop; onbetekenend persoon; mikadospel
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский