-
101 bosom
adj. boezemvriend--------n. boezem[ boezəm]♦voorbeelden:¶ return to the bosom of the church • terugkeren in de armen/schoot van de kerk -
102 compel
v. dwingen1 (af)dwingen ⇒ verplichten, noodzaken♦voorbeelden:¶ 〈 figuurlijk〉 his eloquence compelled the audience • met zijn welbespraaktheid hield hij het publiek geboeid -
103 compliment
n. kompliment--------v. komplimenterencompliment1[ komplimmənt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 compliment ⇒ lofbetuiging, beleefdheid♦voorbeelden:〈 voornamelijk pejoratief〉 fish/angle for compliments • naar (een) complimentje(s) vissen/hengelenpay someone a compliment, pay a compliment to someone (on something) • iemand een complimentje (over iets) makenreturn a/the compliment • iemand op zijn beurt complimenterenmy compliments to your wife • de groeten/complimenten aan uw vrouw————————compliment2[ komplimment] 〈 werkwoord〉1 〈+on〉complimenteren (met/over) ⇒ een compliment maken, gelukwensen -
104 day ticket
→ day return day return/ -
105 evil
adj. slecht, corrupt--------adv. kwaad, slecht, zondig--------n. kwaad, onheil, ongelukevil1[ ie:vl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kwaad ⇒ onheil, ongeluk3 kwaal♦voorbeelden:1 the evils of war • de rampen/het leed van de oorlogchoose the least/lesser of two evils • van twee kwaden het minste kiezendeliver us from evil • verlos ons van het kwadespeak evil of • kwaadspreken over————————evil2〈bijvoeglijk naamwoord; ook evil(l)er〉1 kwaad ⇒ slecht, boos♦voorbeelden:fall on evil days/times • met tegenslag te kampen hebben, slechte tijden beleventhe evil eye • het boze oogan evil repute • een slechte reputatiehave an evil tongue • een kwade tong hebbenevilly disposed • kwaad gezind -
106 favour
n. gunst; insigne; genegenheid; partijdigheid; steun; voordeel; toestemmingfavour11 genegenheid ⇒ sympathie, goedkeuring2 partijdigheid ⇒ voorkeur, voortrekkerij3 gunst ⇒ attentie, begunstiging♦voorbeelden:find favour in someone's eyes, find favour with someone • iemands goedkeuring krijgenlook with favour on • iets met welgevallen bezien, iets goedkeurenlose favour with someone/in someone's eyes • uit de gratie raken bij iemandbe/stand high in someone's favour • bij iemand in een goed blaadje staanbe in/out of favour with • in de gunst/uit de gratie zijn bijreturn a favour • een wederdienst bewijzen¶ do me a favour! • zeg, doe me een lol!vote in favour of a motion • vóór een motie stemmena cheque in favour of • een cheque ten name vanin your favour • te uwen gunste————————favour21 gunstig gezind zijn ⇒ positief staan tegenover, een voorstander zijn van3 begunstigen ⇒ prefereren, bevoorrechten♦voorbeelden: -
107 fold
n. vouw, plooi; kooi, kudde; schuur; kudde (van gelovigen)--------v. vouwen; plooien,; ontvouwen; ontplooien; kaften; handenvouwenfold1[ foold]1 vouw ⇒ plooi, kronkel(ing), kreukIII 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉♦voorbeelden:1 return to the fold • in de schoot der kerk/van zijn familie terugkeren————————fold2♦voorbeelden:1 fold out • uitvouwbaar/uitklapbaar zijn→ fold up fold up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉6 beëindigen ⇒ ophouden met, sluiten♦voorbeelden:1 fold away • opvouwen, opklappenfold back • terugslaan, omslaanfold someone in one's arms • iemand in zijn armen sluiten→ fold up fold up/ -
108 interest
n. interesse, belangstelling; belang; rente, winst--------v. interesseren; belangstelling wekkeninterest1[ intrist] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:take much/a great interest in • zich sterk interesseren voor2 a matter of great interest • een zaak van groot gewicht/belangit's in the interest of the community • het is in het belang van de gemeenschaplend money at 7% interest • geld lenen tegen 7% renteI'll return his insults with interest • ik zal hem zijn beledigingen dubbel en dwars betaald zetten————————interest2〈 werkwoord〉1 interesseren ⇒ belangstelling inboezemen/wekken♦voorbeelden:can I interest you in a drink? • kan ik je overhalen om iets te drinken? -
109 open
adj. open; bloot; eerlijk; vrij (een baan is beschikbaar)--------n. open plaats; ruimte; openlucht--------v. openen; openmaken ; beginnen; alert zijn; openen (bij zang); openen (van benen)open1[ oopən] 〈zelfstandig naamwoord; the〉♦voorbeelden:bring into the open • aan het licht brengen, bekend/openbaar makencome (out) into the open • open kaart spelen 〈 van iemand〉; aan het licht komen, ruchtbaarheid krijgen 〈 van iets〉in the open • buiten(shuis), in de open lucht; in het open/vrije veld, op het land; in volle zee————————open21 open ⇒ geopend; met openingen; onbedekt, niet (af/in)gesloten, vrij2 open(staand) ⇒ beschikbaar, onbeschut; vacant; onbeslist, onbepaald3 openbaar ⇒ (algemeen) bekend, duidelijk, openlijk4 open(hartig) ⇒ oprecht, mededeelzaam♦voorbeelden:open book • open(geslagen) boekkeep one's eyes open • goed opletten, uitkijken〈 figuurlijk〉 with one's eyes open • bij zijn/haar volle verstand, weloverwogen〈 figuurlijk〉 you bought that old car with your eyes open • je wist wat je deed toen je die oude auto kochtopen harbour • ijsvrije havenopen passage • vrije doorgangopen prison • open gevangenisopen sandwich • canapé, belegde boterhamin the open air • buiten(shuis), in de open luchtopen to • toegankelijk vooropen question • open vraagopen return ticket • retourkaartje geldig voor onbepaalde duur〈 juridisch〉 open verdict • juryuitspraak met betrekking tot een overlijden waarbij geen melding wordt gemaakt van de juiste doodsoorzaakit is open to you to • het staat je vrij tethere are four courses open to us • we kunnen vier dingen doen/wegen inslaanlay oneself (wide) open to • zich (helemaal) blootstellen aanthrow open • opengooien, openstellen 〈 bijvoorbeeld voor publiek〉open hostilities • openlijke vijandighedenopen letter • open briefopen secret • publiek geheimbe open with • open kaart spelen metopen day • open dag/huisopen examination • openbaar examenopen shop • werkplaats waar zowel leden als niet-leden van een vakvereniging mogen werkenwith open hands/an open hand • gul, royaalkeep open house • erg gastvrij zijnopen marriage • vrij/open huwelijkhave/keep an open mind on • openstaan voorwith open mouth • sprakeloos van verbazinglay oneself open to ridicule • zich belachelijk makenbe open to an offer • bereid zijn een aanbod in overweging te nemen————————open31 opengaan ⇒ (zich) openen, geopend worden4 opendoen ⇒ de deur openen; (een boek) openslaan♦voorbeelden:open into/onto the garden • uitkomen in/op de tuin4 I opened at page 58 • ik deed/sloeg het boek open op bladzijde 58II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 openen ⇒ voor geopend verklaren, starten3 openleggen ⇒ toelichten, openlijk meedelen4 openstellen ⇒ ontvankelijk/vatbaar maken, verruimen♦voorbeelden:open a credit • een krediet openenopen a new road through the jungle • een nieuwe weg aanleggen door de rimboeopen fire at/on • het vuur openen op -
110 post
n. (in computers) de zelftest van de computer die gestart wordt wordt, de controles die de computer uitvoert al deze aangezet wordtpost1[ poost] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 paal ⇒ stijl, post2 〈 paardensport〉start/finishpaal ⇒ vertrekpunt, eindpunt4 post(bestelling) ⇒ postkantoor, brievenbus5 post ⇒ (stand)plaats, (leger)kamp6 betrekking ⇒ baan, ambt♦voorbeelden:4 by return of post • per kerende post, per omgaandeby post • per postit's in the post • het is onderweg————————post2II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bekendmaken ⇒ aankondigen, openbaar maken3 posteren ⇒ plaatsen, uitzetten♦voorbeelden: -
111 prayer
n. gebed; iem. die bidtprayer1[ preə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————prayer2[ preeə] 〈 zelfstandig naamwoord〉 -
112 sale
n. koopje; verkoop; algemene verkoop; uitverkoop[ seel]2 verkoping ⇒ veiling, bazaar♦voorbeelden:last week's sales were satisfactory • we hebben vorige week aardig verkochtfor sale • te koopbe put up for sale • geveild wordenon sale in the supermarket • in de supermarkt verkrijgbaar/te koop -
113 sender
n. verzender; uitzender[ sendə]♦voorbeelden: -
114 should
v. verleden tijd van het hulpwerkwoord "zullen3 〈gebod; ook plechtige belofte, dreiging, plan, intentie enz. in verleden context〉 zou(den) ⇒ zou(den) moeten, moest(en)8 〈in bijzin afhankelijk van een uitdrukking die wil of wens uitdrukt; vaak onvertaald; voornamelijk Brits-Engels〉 zou(den) ⇒ moeten9 〈in bijzin afhankelijk van een uitdrukking die een opinie weergeeft; blijft onvertaald; voornamelijk Brits-Engels〉♦voorbeelden:1 should the dead return, they would be amazed • als de doden zouden terugkeren, zouden zij versteld staanshould I ever see him again, he will rue the day • als ik hem ooit weer zie zal hij die dag vervloekenwhy should I listen to him? • waarom zou ik naar hem luisteren?he promised that she should have a holiday • hij beloofde dat zij vakantie zou krijgen5 if Sheila came, I should come too • als Sheila kwam, dan kwam ik ook/dan zou ik ook komenshe should have returned by now • ze zou nu al terug moeten zijn7 I should like to mention that • ik zou willen opmerken dat …yes, I should love to • ja, dat zou ik echt graag doenI should say that … • ik zou zeggen dat …〈Brits-Engels; ironisch〉 whether you can come? I should think so! • of jij ook kunt komen? dat zou ik denken! -
115 think
n. gedachten--------v. denken; nadenken; geloventhink11 gedachte♦voorbeelden:2 have a hard think about • diep/hard nadenken over————————think22 het verwachten ⇒ het vermoeden/in de gaten hebben♦voorbeelden:let me think • wacht eens (even)think for oneself • zelfstandig denken/oordelenthink to oneself • bij zichzelf denkenthink ahead to • (vooruit)denken aanthink aloud • hardop denken, zeggen wat men denktthink back to • terugdenken aanyes, I think so • ja, ik denk/geloof van welI don't think so, I think not • ik denk/geloof van nietthink twice • er (nog eens) goed over nadenkenthink about moving • er ernstig over denken om te verhuizenwhat are they thinking about? • waaraan denken ze?2 I thought as much • dat was te verwachten, ik vermoedde al zo iets〈slang; ironisch〉 you did a nice piece of work, I don't think • dat heb je (werkelijk) fantastisch gedaan (maar niet heus)→ think of think of/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 denken ⇒ vinden, geloven3 overwegen ⇒ (eraan/erover) denken, (half) van plan zijn, willen5 (in)zien ⇒ zich voorstellen, begrijpen6 verwachten ⇒ vermoeden, bedacht zijn op♦voorbeelden:1 think someone pretty • iemand knap/mooi vindenit is not thought proper • het hoort nietthink about/of • vinden/denken van, staan tegenover 〈 verklaring, beslissing, aanbod〉think out for oneself • voor zichzelf beslissen/bepalenshe thought away the whole afternoon • ze heeft de hele middag zitten (na)denkenthink out • overdenken, goed (na)denken overthink over • overdenken, in bedenking/overweging houdenone day to think the matter over • één dag bedenktijdthink through • doordenken, (goed) nadenken overthink up • bedenken, verzinnenand to think (that) • en dan te moeten bedenken datthink what you're doing • bedenk wat je doetI can't think now what her name was • haar naam wil me nu niet te binnen schietenthink nothing of something • iets niets bijzonders vinden, zijn hand voor iets niet omdraaienthink nothing of it • dat is niets/helemaal niet erg; geen dank, graag gedaan -
116 unscathed
adj. ongedeerd, onbeschadigd[ unskeeðd]♦voorbeelden: -
117 would
v. hulpwerkwoord ter uitdrukking van een wens2 〈gewoonte/herhaling〉 placht ⇒ 〈 voornamelijk vertaald door middel van bijwoord als〉 gewoonlijk, steeds, altijd♦voorbeelden:she would have her way • ze moest en ze zou haar zin krijgenhe would not hear of it • hij wilde er niet van horenI wish he would leave me alone • ik wilde/wou dat hij me met rust lietI would like to show you this • ik zou je dit graag laten zienif only he would listen • als hij maar wilde luisterenI would rather starve than eat his food • ik zou nog liever verhongeren dan eten van hem aannemenhe would sooner die than surrender • hij zou liever sterven dan zich overgevenif I had known I would have come • als ik het had geweten, zou ik gekomen zijnI would try it anyway • ik zou het toch maar proberen (als ik jou was)I wish John would return • ik wou dat John terugkwam5 he was writing the book that would bring him fame • hij was het boek aan het schrijven dat hem beroemd zou maken7 would you please shut the door? • wil je de deur sluiten alsjeblieft?8 an impressive result, I would say • een indrukwekkend resultaat, zou ik zeggenwe would suggest the following • we zouden het volgende willen voorstellen -
118 CR
besturingsteken CR, oorspronkelijk uit schrijfmachine terminologie, (in computers) een opdracht aan de printer om met een nieuwe regel te beginnenCR (Carriage Return) -
119 ROI
(Boekhouden) winst op investering, meetmethode van winstgevendheid van een bedrijf (afgeleid door de nettoinkomsten door totale aanwinsten)ROI (return on investment) -
120 côte nord
См. также в других словарях:
Return — Re*turn , n. 1. The act of returning (intransitive), or coming back to the same place or condition; as, the return of one long absent; the return of health; the return of the seasons, or of an anniversary. [1913 Webster] At the return of the year … The Collaborative International Dictionary of English
Return ball — Return Re*turn , n. 1. The act of returning (intransitive), or coming back to the same place or condition; as, the return of one long absent; the return of health; the return of the seasons, or of an anniversary. [1913 Webster] At the return of… … The Collaborative International Dictionary of English
Return bend — Return Re*turn , n. 1. The act of returning (intransitive), or coming back to the same place or condition; as, the return of one long absent; the return of health; the return of the seasons, or of an anniversary. [1913 Webster] At the return of… … The Collaborative International Dictionary of English
Return day — Return Re*turn , n. 1. The act of returning (intransitive), or coming back to the same place or condition; as, the return of one long absent; the return of health; the return of the seasons, or of an anniversary. [1913 Webster] At the return of… … The Collaborative International Dictionary of English
Return flue — Return Re*turn , n. 1. The act of returning (intransitive), or coming back to the same place or condition; as, the return of one long absent; the return of health; the return of the seasons, or of an anniversary. [1913 Webster] At the return of… … The Collaborative International Dictionary of English
Return pipe — Return Re*turn , n. 1. The act of returning (intransitive), or coming back to the same place or condition; as, the return of one long absent; the return of health; the return of the seasons, or of an anniversary. [1913 Webster] At the return of… … The Collaborative International Dictionary of English
Return of the Living Dead (film series) — Return of the Living Dead is a series of films that was produced between 1985 2005. The series came about as a dispute between John Russo and George A. Romero over how to handle sequels to their 1968 film, Night of the Living Dead . The two… … Wikipedia
return — re·turn 1 vt 1 a: to give (an official account or report) to a superior (as by a list or statement) return the names of all residents in the ward return a list of jurors b: to bring back (as a writ, verdict, or indictment) to an office or… … Law dictionary
Return to castle Wolfenstein — Entwickler: Gray Matter Interactive, Nerve Software, id Software Verleger: Activision(PS2, PC, Xbox), Activision/Valve Corpora … Deutsch Wikipedia
Return to Castle Wolfenstein — Entwickler … Deutsch Wikipedia
Return value optimization — Return value optimization, or simply RVO, is a compiler optimization technique that involves eliminating the temporary object created to hold a function s return value.[1] In C++, it is particularly notable for being allowed to change the… … Wikipedia