-
61 erfassen
erfassen2 begrijpen, beseffen3 〈 figuurlijk〉te pakken, in zijn greep krijgen4 (vast)grijpen, beet-, vastpakken5 〈 administratie〉in een lijst opnemen, registreren6 〈 administratie〉omvatten, inhouden♦voorbeelden: -
62 erschöpfen
erschöpfen1 uitputten, volledig verbruiken♦voorbeelden:etwas erschöpfend behandeln, darstellen • iets uitputtend behandelen, van alle kanten belichten2 uitgeput raken ⇒ afnemen, verminderen -
63 umfangen
umfangen〈 formeel〉 -
64 umfassen
umfassen1♦voorbeelden:————————umfassen2 -
65 umgreifen
umgreifen -
66 umklammern
-
67 umschließen
umschließen -
68 umspannen
umspannen1————————umspannen2
Страницы