-
1 omsluiten
-
2 omsluiten
♦voorbeelden: -
3 omsluiten
окружить; сжать; обнять, охватить* * *гл.общ. обкладывать, облегать, окружать, охватывать -
4 omsluiten
v. encircle, enclose, inclose, encase, embrace, wind, lock, lock in, occlude -
5 omsluiten
-
6 omsluiten
• to embrace• to enclose -
7 omsluiten
innesluta -
8 to embrace
omsluiten -
9 innesluta
omsluiten -
10 enshrine
v. in een schrijn bergen; omsluiten♦voorbeelden:2 the silver box that enshrined the precious stones • het zilveren kistje waarin de edelstenen opgeborgen waren -
11 emprisonner
-
12 encercler
-
13 mouler
-
14 охватывать
omvatten, omsluiten, aangrijpen -
15 охватить
omvatten, omsluiten, aangrijpen -
16 обкладывать
vgener. omleggen, beleggen, omsluiten, omzetten (met-÷åì-ô.) -
17 облегать
vgener. omsluiten -
18 окружать
v1) gener. omgeven, omspoelen (водой), omvangen, omwoelen, overvleugelen, insluiten, omhalen (карандашом, чернилами), omringen, omsingelen, omsluiten, omspannen, omwallen2) liter. omwikkelen -
19 охватывать
vgener. aangrijpen (о страхе, холоде и т.п.), begrijpen, omvangen, omvatten, samenvatten, bevangen, omgorden (met-÷åì-ô.), omsluiten, pakken -
20 enfold
Страницы