-
1 zweem
♦voorbeelden:geen zweem van spijt • not a suggestion of remorseeen zweem van een glimlach • a ghost of a smilezonder een zweem van schuldgevoel • without a semblance of a guilty consciencezonder een zweem van twijfel • without a shadow of a doubter is geen zweem van te bespeuren • there's not a trace of it (to be found) -
2 boven
boven1〈 bijwoord〉3 [op de hoogst gelegen plaats] on top4 [aan de oppervlakte] up5 [in het voorafgaande] above6 [aan de winnende hand] on top ⇒ at the top/head♦voorbeelden:1 deze kant/dit boven! • this side/end up!boven was het uitzicht fantastisch • the view from above/ 〈 op hoogste punt〉 at the top was magnificentde weg naar boven • the way upnaar boven afronden • round upkom maar boven • come on upwoon je boven of beneden? • do you live upstairs or down(stairs)?ik kom net van boven • I've just come downstairshet gaat elke beschrijving te boven • it defies all descriptiontot boven aan toe • to the (very) topde vierde regel van boven • the fourth line from the tophij zat van boven tot beneden onder de modder • he was covered with mud from head to toevan boven af voorschrijven • prescribe from aboveals boven • as (stated) abovezoals boven gezegd/aangehaald • as mentioned above/earlier (on)7 boven aan de lijst staan • be at the top/head of the listboven op elkaar stapelen • pile one on top of the other————————boven2〈 voorzetsel〉6 [stroomopwaarts; ten noorden van] above♦voorbeelden:uitsteken boven • rise abovede flat boven ons • the flat overheadboven zijn stand trouwen • marry above oneselfer gaat niets boven Belgische friet • there's nothing like Belgian chipsuitmunten boven • excelveiligheid boven alles • safety firstkinderen boven de drie jaar • children over threeboven zijn stand leven • live beyond one's meansboven alle twijfel • beyond (a/all) doubthij is boven alle verdenking/kritiek verheven • he is above all suspicion/criticismtien graden boven het vriespunt • ten degrees above freezing pointboven de tien seconden blijven • not get under ten seconds5 hij verdient nog wel duizend gulden boven zijn maandsalaris • he earns as much as a thousand guilders on top of his monthly salaryBonn ligt boven Lobith • Bonn is above Lobith -
3 alle
alle1♦voorbeelden:hij had alle reden om • he had every reason tote allen tijde • at any timeboven alle twijfel • beyond all doubtvoor alle zekerheid • just in case————————alle21 all ⇒ every, each, 〈 met betrekking tot personen, zelfstandig ( gebruikt); ook〉 everyone, 〈 met betrekking tot personen, zelfstandig ( gebruikt); ook〉 everybody♦voorbeelden:van alle kanten • from all sidesin aller ogen • in the eyes of everybodyin alle opzichten • in all respectsallen gingen weer naar huis • everyone went home againhet verbaasde allen die het hoorden • it surprised everyone who heard ithij is ons aller vriend • he is a friend to all of uszij gingen met zijn allen • they went all togethergeen van allen wist het • not one of them knewalle twee haar oorbellen • both (of) her earringsallen zonder uitzondering • everyone without exception -
4 brengen
2 [begeleiden naar] take♦voorbeelden:mensen (weer) bij elkaar brengen • bring/get people (back) togethernaar huis brengen • take homeeen kind naar bed brengen • put a child to bed3 iemand dank/hulde brengen • give someone thanks, pay someone tributeeen lied brengen • perform a songin deze aflevering brengen wij drie reportages • in this week's/today's 〈enz.〉programme we have/present three reportswat zal de tijd ons brengen? • what will the future bring (us)?brengen zij dit jaar weer een toneelstuk? • will they be doing another play this year?te berde brengen • bring up, raiseeen zaak voor het gerecht brengen • take a matter to courtzich(zelf) ertoe brengen om … • bring oneself to …wat bracht je ertoe het niet te doen? • what(ever) stopped you ((from) doing it)?wat bracht je ertoe het te doen? • what(ever) made you do it?iemand aan het twijfelen brengen • raise doubt(s) in someone's mindiets aan de man brengen • sell somethingiemand aan het lachen brengen • make someone laughhet gesprek op een bepaald onderwerp brengen • bring the conversation round to a particular subjecthet gesprek op iets anders brengen • change the subjectwie/wat heeft hem op dat idee gebracht? • who(ever)/what(ever) gave him that idea?het nooit en te nimmer tot iets brengen • never get anywherehet voor elkaar brengen • fix things (up)¶ jawel! morgen brengen • not likely!het ver brengen • go far -
5 er is hoegenaamd geen twijfel
er is hoegenaamd geen twijfelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er is hoegenaamd geen twijfel
-
6 hoegenaamd
1 [in welk opzicht ook, nagenoeg, vrijwel, helemaal, volstrekt] at all, absolutely, completely2 [met ‘niet’ of ‘geen’] [niet noemenswaardig, nauwelijks] hardly, scarcely♦voorbeelden:er is hoegenaamd geen twijfel • there's not the slightest (shadow of a) doubt -
7 ik geloof het stellig
ik geloof het stelligVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik geloof het stellig
-
8 stellig
♦voorbeelden:op stellige toon • in a firm tone of voicehet stellige voornemen hebben om • have the firm intention toik geloof het stellig • I do not doubt ithij komt stellig • he is sure to comeiets ten stelligste verzekeren • assure someone of something (most) emphaticallyik raad je ten stelligste aan • I strongly advise youten stelligste ontkennen • deny flatlyII 〈 bijwoord〉1 [zeer waarschijnlijk] surely♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
doubt — I v. To question or hold questionable II n. Uncertainty of mind; the absence of a settled opinion or conviction; the attitude of mind towards the acceptance of or belief in a proposition, theory, or statement, in which the judgment is not at rest … Black's law dictionary
doubt — I v. To question or hold questionable II n. Uncertainty of mind; the absence of a settled opinion or conviction; the attitude of mind towards the acceptance of or belief in a proposition, theory, or statement, in which the judgment is not at rest … Black's law dictionary
doubt — I (New American Roget s College Thesaurus) Indecision Nouns 1. doubt, dubiousness, dubiety; unbelief, skepticism, pyrrhonism, disbelief; agnosticism, irreligion; incredulity, discredit; credibility gap, image spill. See improbability, dejection.… … English dictionary for students
Doubt — • A state in which the mind is suspended between two contradictory propositions and unable to assent to either of them Catholic Encyclopedia. Kevin Knight. 2006. Doubt Doubt … Catholic encyclopedia
Doubt (2008 film) — Doubt US Theatrical release poster Directed by John Patrick Shanley Produced by … Wikipedia
doubt — I (indecision) noun ambiguity, anxiety, apprehension, apprehensiveness, confusion, dubitatio, dubito, faltering, feeling of uncertainty, hesitancy, improbability, inability to decide, incertitude, indefiniteness, indeterminateness,… … Law dictionary
Doubt — Doubt, v. t. 1. To question or hold questionable; to withhold assent to; to hesitate to believe, or to be inclined not to believe; to withhold confidence from; to distrust; as, I have heard the story, but I doubt the truth of it. [1913 Webster]… … The Collaborative International Dictionary of English
not guilty — n 1: a plea by a criminal defendant who intends to contest the charges compare guilty, nolo contendere ◇ Under the Federal Rules of Criminal Procedure, if a defendant refuses to plead or if the defendant is a corporation that fails to appear the… … Law dictionary
Doubt: A Parable — Written by John Patrick Shanley Characters Sister Aloysius Father Flynn Sister James Mrs. Muller … Wikipedia
Doubt!! — Not to be confused with the Yoshiki Tonogai horror manga series Doubt. Doubt!! ダウト!! (Dauto!!) … Wikipedia
Doubt — Doubt, n. [OE. dute, doute, F. doute, fr. douter to doubt. See {Doubt}, v. i.] 1. A fluctuation of mind arising from defect of knowledge or evidence; uncertainty of judgment or mind; unsettled state of opinion concerning the reality of an event,… … The Collaborative International Dictionary of English