-
61 masculin
masculin [maaskuulẽ]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 mannelijk ⇒ van de man(nen), mannen-, heren-♦voorbeelden:le masculin • het mannelijkadjmannelijk, mannen- -
62 neveu
-
63 ordre
ordre [ordr]〈m.〉1 orde ⇒ volgorde, rangorde, ordening4 categorie ⇒ soort, aard5 bevel ⇒ opdracht, verordening, order6 order ⇒ bestelling, opdracht♦voorbeelden:avoir de l'ordre • ordelijk zijnmanquer d'ordre • slordig zijnmettre de l'ordre • orde scheppenmettre bon ordre à • voorgoed een eind maken aanmettre de l'ordre dans • opruimen, ordenendans l'ordre chronologique • chronologischdans l'ordre d'entrée en scène • in volgorde van opkomstmettre en ordre • opruimen, ordenenen ordre de marche • startklaarpar ordre alphabétique • alfabetisch gerangschiktl'ordre établi • de gevestigde ordene pas avoir d'ordre • geen orde kunnen houdenrappeler qn. à l'ordre • iemand tot de orde roepenrentrer dans l'ordre • weer normaal wordenordre monastique • kloosterorde4 de dernier ordre • erbarmelijk slecht; totaal onbelangrijkchoses de même ordre • soortgelijke dingende premier ordre • eersteklas-affaire de premier ordre • bijzonder belangrijke zaakde second ordre • tweederangsd' ordre général • van algemene aardd' ordre philosophique • op het terrein van de filosofiec'est dans l'ordre des choses • dat is de normale gang van zakendans cet ordre d'idées • in verband hiermeeune inquiétude de cet ordre • een dermate grote onrustordre formel • uitdrukkelijk bevelje n'ai pas d'ordre à recevoir • ik kan mijn eigen boontjes wel doppenà vos ordres! • tot uw orders!être aux ordres de • ter beschikking staan vanjusqu'à nouvel ordre • tot nader orderpar ordre de, sur l'ordre de • in opdracht van6 ordre d'achat • kooporder, bestelformulierprendre des ordres • bestellingen opnemen; bevelen in ontvangst nemenà l'ordre du jour • actueel, in de modem1) orde, volgorde3) genootschap4) categorie5) bevel6) bestelling -
64 porter
porter [portee]♦voorbeelden:porter sur le public • aanslaan bij het publiekII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 dragen ⇒ meevoeren, bij zich hebben, aan, op hebben, drachtig zijn2 brengen (naar) ⇒ (ver)voeren (naar), leggen (op), wenden (naar), drijven (tot)5 bevatten ⇒ hebben, vertonen, bezitten7 vermelden ⇒ doorgeven, inschrijven, noteren♦voorbeelden:porter le deuil • in de rouw zijnmes jambes ne me portent plus • ik kan niet meer op mijn benen staanporter le poids de • de last torsen vanelle porte bien cette toilette • dit toiletje staat haar heel goedporter qn. en triomphe • iemand in triomf op de schouders dragenporter à la poste • postenporter qc. à sa perfection • iets tot in de puntjes verzorgenporter devant le tribunal • voor het gerecht brengenporter en terre • ten grave dragenporter son regard sur • zijn blik laten gaan overporter la conversation sur • het gesprek brengen opporter ses efforts sur • zich helemaal inzetten voorporter son regard vers • zijn blik richten oplivre portant le titre • boek met als titelporter les traces, les marques de • sporen vertonen vanêtre porté à croire que • alle reden hebben om te geloven dattout porte à croire que • alles wijst erop datporter au compte profits et pertes • op de winst-en-verliesrekening boekenporter sur un registre • inschrijven, boeken2 het … maken 〈 gezondheid〉5 zich laten verleiden (tot) ⇒ gaan (tot), komen (tot), zover komen dat♦voorbeelden:3 se porter candidat à • zich kandidaat stellen voor, solliciteren naarse porter garant de • borg staan voorse porter en tête (de) • vooropgaan, vooraan gaan rijdenles regards se portent sur • de blikken richten zich oples soupçons se portent sur lui • de verdenking valt op hem5 se porter aux dernières extrémités • ontzettend kwaad, handtastelijk worden————————v1) steunen (op)6) dragen8) veroorzaken9) tonen10) vertonen, bezitten11) aanzetten (tot)12) vermelden, inschrijven -
65 tante
-
66 vent
vent [vã]〈m.〉1 wind ⇒ lucht(verplaatsing), windrichting♦voorbeelden:vent du large • zeewindun vent de révolte • een revolutionaire geestvent arrière • rugwind, wind in de rugquel bon vent vous amène? • hoe komt u hier opeens?bon vent! • goede reis!; 〈 schertsend〉opgeruimd staat netjes!vent contraire • tegenwindvent coulis • tochtaux quatre vents • uit alle windstrekenaller comme le vent, plus vite que le vent • vliegensvlug zijnavoir vent de • lucht krijgen van〈 spreekwoord〉 autant en emporte le vent 〈 dat zijn ijdele beloften〉fendre le vent • haast hebben〈 spreekwoord〉 qui sème le vent récolte la tempête • die wind zaait, zal storm oogstenvendre du vent et de la fumée • loze beloften doenil y a du vent, il fait du vent • het waaittourner, virer à tout vent, à tous les vents, au moindre vent • met alle winden meedraaien, erg wispelturig zijnle vent était à l'optimisme • er was een neiging tot optimismeau vent • met wind meevenir au vent • oploevencontre vent(s) et marée(s) • ondanks alle moeilijkheden, tegenkanting, tegen wind en stroomêtre dans le vent • in de mode zijn〈 scheepvaart〉 avoir le vent dans le dos, dans les voiles, en poupe • de wind mee hebben 〈 ook figuurlijk〉〈 figuurlijk〉 avoir du vent dans les voiles • in de wind, olie zijnc'est du vent, ce n'est que du vent • dat stelt niets voorm -
67 vie
vie [vie]〈v.〉1 leven ⇒ bestaan, existentie6 leven(sgeschiedenis) ⇒ levensbeschrijving, biografie♦voorbeelden:1 aller, passer de vie à trépas • heengaan, overlijdenl'autre vie • het hiernamaalsy laisser la vie • er het leven bij inschietenlaisser la vie sauve à qn. • iemands leven sparenlaisser la vie au combat • sneuvelenredonner, rendre la vie à qn. • iemand (weer) doen herademensans vie • levenloos〈 spreekwoord〉 tant qu'il y a de la vie, il y a de l'espoir • zolang er leven is, is er hoopà vie • levenslangà la vie et à la mort • voor het (hele) leven, voor eeuwigamis pour la vie • gezworen vriendenmener une vie de chanoine • een gemakkelijk leventje leidenmener la vie de château • een luizenleven leidenvie de, en communauté • gemeenschapsleven, communelevenmener une vie de forçat • zich doodwerkengenre, mode, style, train de vie • levenswijzeentrer dans la vie active • zijn intrede doen in het beroepslevenc'est la belle, bonne, grande vie • dat is het ware levenmener une double vie • een dubbelleven leidenfemme de mauvaise vie • vrouw van lichte zedenc'est la vie • zo is het leven (nu eenmaal)c'est sa vie • dat is zijn lust en zijn levenfaire sa vie • zijn eigen leven leidenfaire la vie • erop los levenil nous fait, nous mène la vie dure • hij maakt ons het leven zuurplein de vie • levendigmettre de la vie dans • leven brengen insans vie • levenloosf1) leven -
68 assujettissement
assujettissement [aasuuzĵettiesmã]〈m.〉♦voorbeelden: -
69 au goût du jour
au goût du jour -
70 bon chic, bon genre
bon chic, bon genrekeurig, zoals het hoort, klassiek, in (de mode) -
71 bordage
bordage [bordaazĵ]〈m.〉 -
72 débranché
débranché [deebrãsĵee]1 out ⇒ ouderwets, uit de mode -
73 démoder
-
74 en vogue
en vogue -
75 in
-
76 innover
innover [ienovvee]♦voorbeelden:1 innover sur, par rapport à une époque • als baanbreker fungeren in, ten opzichte van zijn tijdII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 lanceren ⇒ als nieuwigheid invoeren, in de mode brengen -
77 junior
junior [zĵuunjor]♦voorbeelden: -
78 l'assujettissement aux modes
l'assujettissement aux modesDictionnaire français-néerlandais > l'assujettissement aux modes
-
79 le dernier cri
le dernier crihet allernieuwste, de laatste mode -
80 le conditionnel
le (mode) conditionnel
См. также в других словарях:
mode — mode … Dictionnaire des rimes
MODE — Un examen rapide de la définition du mot «mode» montre qu’à ce terme deux autres vocables sont souvent associés: le «monde» (pour société ou univers) et la «modernité». Dérivée du substantif latin modus (façon d’être passagère) et de l’adverbe… … Encyclopédie Universelle
mode — 1. (mo d ) s. m. 1° Terme de philosophie. Manière d être qui ne peut exister indépendamment des substances, quoiqu elle puisse être conçue à part abstraitement. • Le mode est un accident que l on conçoit nécessairement dépendant de quelque… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Mode — (aus dem Französischen mode; lat. modus ‚Maß‘ bzw. ‚Art‘, eigentlich ‚Gemessenes‘ bzw. ‚Erfasstes‘) bezeichnet die in einem bestimmten Zeitraum und einer bestimmten Gruppe von Menschen als zeitgemäß geltende Art, bestimmte Dinge zu tun, Dinge zu… … Deutsch Wikipedia
Mode X — is an alternative video graphics display mode of the IBM VGA graphics hardware that was popularized by Michael Abrash, first published in July 1991 in Dr. Dobb s Journal, republished in chapters 47 49 of Abrash s Graphics Programming Black Book… … Wikipedia
Mode 2 — ist ein Begriff der Wissenschaftsforschung und wurde 1994 von Helga Nowotny, Peter Scott, Michael Gibbons u. a. als Konzept zur Beschreibung der zeitgenössischen Produktion wissenschaftlichen Wissens entwickelt. Inhaltsverzeichnis 1 Konzept 1.1… … Deutsch Wikipedia
mode — [məʊd ǁ moʊd] noun 1. [countable] a way or means of doing something: mode of • susbsidies that support environmentally friendly modes of transport such as cycling • traditionalmodes of communication ˌmode of ˈpayment modes of payment … Financial and business terms
Mode — (m[=o]d), n. [L. modus a measure, due or proper measure, bound, manner, form; akin to E. mete: cf. F. mode. See {Mete}, and cf. {Commodious}, {Mood} in grammar, {Modus}.] 1. Manner of doing or being; method; form; fashion; custom; way; style; as … The Collaborative International Dictionary of English
mode — W3 [məud US moud] n [Date: 1300 1400; : Latin; Origin: modus measure, way ] 1.) formal a particular way or style of behaving, living or doing something mode of ▪ the most efficient mode of transport ▪ They have a relaxed mode of life that suits… … Dictionary of contemporary English
mode — [ moud ] noun ** ▸ 1 way of living/doing something ▸ 2 way machine works ▸ 3 art/clothes/etc. fashion ▸ 4 in music ▸ 5 way of behaving 1. ) count a particular way of doing something: mode of: an efficient mode of production E mail is becoming an… … Usage of the words and phrases in modern English
Mode — (franz., v. lat. modus, engl. Fashion), die Lebensformen, sofern sie weder durch nationale Überlieferung noch durch zwingende Erwägungen, sondern durch wechselnde Tageslaunen bestimmt werden. Das Gebiet, auf dem die M. am unbestrittensten… … Meyers Großes Konversations-Lexikon