-
1 fijnhakken
v. mince, grind, finely chop -
2 gehaktballetje
n. meat ball, mince ball, small ball made from chopped meat -
3 gemaakt lopen
v. mince -
4 gemaakt spreken
v. mince -
5 trippelen
v. patter, mince, toddle, trip -
6 verbloemen
v. gloze over, gloze, gloss over, palliate, salve, mince -
7 verdelen
v. divide, distribute, disunite, separate, share, parcel out, parcel, portion out, portion, partition, part, allocate, segment, carve, sever, cast, split, sunder, whack, mince, joint -
8 vergoelijken
v. gloss over, smooth over, palliate, extenuate, whitewash, minimize, condone, mince -
9 Hollands
Hollands1〈 het〉♦voorbeelden:1 〈 informeel〉 iemand in goed Hollands iets zeggen • tell someone straight, not mince one's words with someone————————Hollands21 [van het gewest Holland] from (the province of) North/South Holland♦voorbeelden:2 Hollandse nieuwe • Dutch/salted herringde Hollandse schilderschool • the Dutch School (of painting)(er uitzien als) Hollands welvaren • look like a million dollars -
10 blad
2 [dienblad] tray5 [plat, breed (deel van een) voorwerp] sheet ⇒ top 〈 tafel〉, leaf 〈uittrek-/inlegblad〉, blade 〈 zaag, gras〉♦voorbeelden:1 hij is omgedraaid als een blad aan een boom • he's changed/turned like a leaf on a treevan het blad zingen/spelen • sight-read5 het blad van een tafel • the top of a table, a tabletop -
11 duidelijk zeggen waar het op staat
duidelijk zeggen waar het op staatVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > duidelijk zeggen waar het op staat
-
12 duidelijk
♦voorbeelden:zich in duidelijke bewoordingen/taal uitdrukken • speak plainlyik heb hem duidelijk gemaakt dat … • I made it clear to him that …je hebt je mening duidelijk genoeg gemaakt • you've made your pointhet is zonder meer duidelijk dat … • it is entirely clear that …duidelijk maken wat men bedoelt • make oneself clearduidelijk zeggen waar het op staat • not mince one's wordsom duidelijk te zijn, om het maar eens duidelijk te zeggen • to put it (quite) plainlyiemand iets duidelijk te verstaan geven • make something perfectly clear to someoneeen duidelijk beeld • a clear pictureeen duidelijke voorkeur hebben voor iets • have a distinct preference for somethingduidelijk zichtbaar/te merken zijn • be clearly visible/noticeableduidelijk uitkomen • stand out (clearly) -
13 een kip met gehakt vullen
een kip met gehakt vullenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een kip met gehakt vullen
-
14 fijnhakken
-
15 geen blad voor de mond nemen
geen blad voor de mond nemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geen blad voor de mond nemen
-
16 gehakt
♦voorbeelden: -
17 gemaniëreerd spreken
gemaniëreerd sprekenmince, speak affectedly; ±speak with a plum/with marbles in one's mouthVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gemaniëreerd spreken
-
18 gemaniëreerd
♦voorbeelden:1 gemaniëreerd spreken • mince, speak affectedly; ±speak with a plum/with marbles in one's mouth -
19 half-om-half
-
20 iemand in goed Hollands iets zeggen
iemand in goed Hollands iets zeggentell someone straight, not mince one's words with someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand in goed Hollands iets zeggen
- 1
- 2
См. также в других словарях:
mince — [ mɛ̃s ] adj. et interj. • fin XIVe; de l a. v. mincier « couper en menus morceaux », var. de menuiser I ♦ Adj. 1 ♦ (Opposé à épais) Qui a peu d épaisseur. ⇒ 2. fin. Couper de la viande en tranches minces. ⇒ émincer. Métal réduit en bandes, en… … Encyclopédie Universelle
mince — MINCE. adj. de tout genre. Tenve, qui n a que fort peu d épaisseur. Estoffe mince. cette doublure est bien mince. cette lame d argent est fort mince. couper des tranches trop minces, &c. mince comme la langue d un chat. On dit figur. qu Une… … Dictionnaire de l'Académie française
Mince — (m[i^]ns), v. t. [imp. & p. p. {Minced} (m[i^]nst); p. pr. & vb. n. {Minging} (m[i^]n s[i^]ng).] [AS. minsian to grow less, dwindle, fr. min small; akin to G. minder less, Goth. minniza less, mins less, adv., L. minor, adj. (cf. {Minor}); or more … The Collaborative International Dictionary of English
Mince — Nom très rare porté dans le Puy de Dôme, où il est déjà attesté au XVIIe siècle. Sens incertain. On pense évidemment à l adjectif mince (= menu), mais son sens actuel n est attesté que depuis le XVIe siècle. En ancien français on donnait le nom… … Noms de famille
Mińce — Village Country … Wikipedia
mince ! — ● mince ! interjection (de mince) Familier. Marque un vif étonnement, une vive admiration, le mécontentement : Mince ! je me suis encore coupé … Encyclopédie Universelle
mince — [v1] chop up chip, crumble, cut, dice, divide, grind, hack, hash, whack; concept 176 mince [v2] pose, put on airs attitudinize, flounce, posture, prance, sashay, strut; concept 59 mince [v3] euphemize, hold back in communication alleviate, de … New thesaurus
mince — ► VERB 1) cut up or shred (meat) into very small pieces. 2) walk in an affected manner with short, quick steps and swinging hips. ► NOUN chiefly Brit. ▪ minced meat. ● mince (one s) words Cf. ↑mince words … English terms dictionary
mince — [mins] vt. minced, mincing [ME mincen < OFr mincier < VL * minutiare < L minutus, small: see MINUTE2] 1. to cut up or chop up (meat, etc.) into very small pieces; hash 2. to subdivide minutely 3. to express or do with affected elegance… … English World dictionary
Mince — Mince, n. A short, precise step; an affected manner. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Mince — Mince, v. i. 1. To walk with short steps; to walk in a prim, affected manner. [1913 Webster] The daughters of Zion are haughty, and walk with stretched forth necks and wanton eyes, . . . mincing as they go. Is. iii. 16. [1913 Webster] I ll . . .… … The Collaborative International Dictionary of English