-
61 schaakmeester
-
62 schipper naast God
schipper naast God -
63 schipper
♦voorbeelden: -
64 schoolmeester
-
65 situatie
-
66 studiemeester
-
67 van de meester moest hij twee uur nablijven
van de meester moest hij twee uur nablijvenDeens-Russisch woordenboek > van de meester moest hij twee uur nablijven
-
68 veld
♦voorbeelden:in geen velden of wegen was er iemand te zien • on n'apercevait âme qui vivemagnetisch veld • champ magnétiqueeen veld met tarwe • un champ de bléop het veld werken • travailler aux champshet leger te velde • l'armée en campagnetegen iets te velde trekken • se mettre en campagne contre qc.in het veld zijn • être sur le terraineen speler uit het veld sturen • exclure un joueuruit het veld slaan • 〈 letterlijk〉 mettre en déroute; 〈 figuurlijk, verlegen〉 décontenancer; 〈 in de war〉 dérouter -
69 volleerd
2 [figuurlijk] accompli♦voorbeelden:hij is volleerd in het kwaad • il excelle dans l'art de faire le mal -
70 zelf
zelf1〈 het〉♦voorbeelden:mijn oude zelf • mon ancien moi————————zelf21 [algemeen] même2 [persoonlijk] soi-même♦voorbeelden:het huis zelf is onbeschadigd • la maison elle-même n'a subi aucun dommagede meester zelf heeft het gezegd • c'est le maître lui-même qui l'a ditdat moet u zelf beslissen • c'est à vous seul d'en déciderzeg nou zelf • ce n'est pas ton avis?ik wil het zelf zien • je veux le voir de mes propres yeuxik heb hem zelf gezien • je l'ai vu moi-même→ link=zeggen zeggen -
71 zelfstandig handelen
zelfstandig handelen -
72 zelfstandig
1 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 indépendant⇒ autonome 〈vooral m.b.t. bestuur, eigen mening, enz.〉 〈 bijwoord〉 librement♦voorbeelden:een zelfstandig begrip • une notion autonomeeen zelfstandig beroep • un emploi indépendantzelfstandig denken • penser par soi-mêmezelfstandig handelen • être son propre maîtrezelfstandig oordelen • juger librement -
73 zet
♦voorbeelden:een domme zet • une gaffeeen listige zet • une rusedat was een meesterlijke zet • c'était un coup de maître〈 schaaksport, damsport〉 een zet doen • poser une pièce, un pionu bent aan zet • à vous de jouer2 iemand een zet geven • pousser qn.dat was een goede zet! • c'était bien envoyé! -
74 zij voert de meesterstitel
zij voert de meesterstitel -
75 zijn eigen heer en meester zijn
zijn eigen heer en meester zijnDeens-Russisch woordenboek > zijn eigen heer en meester zijn
-
76 zijn zinnen bij elkaar houden
-
77 zin
2 [meervoud][verstand] (bon) sens♦voorbeelden:een woord in figuurlijke zin opvatten • prendre un mot au (sens) figuréin de ruimste zin (van het woord) • au sens le plus large (du terme)in zekere zin klopt het wel • en un sens c'est justehet heeft geen, weinig zin om • il ne sert à rien, à peu de chose dezo heeft het geen zin • ainsi, cela n'a pas de senswoorden zonder zin • mots privés de sens2 van zijn zinnen beroofd zijn • 〈 bewusteloos〉 avoir perdu connaissance; 〈 gek〉 avoir perdu la raisonbij zinnen komen • revenir à soihij is niet goed bij (zijn) zinnen • il a perdu la têtebuiten zinnen van woede • fou furieuxzijn zinnen bij elkaar houden • rester maître de soi→ link=hoofd hoofdblij van zin • d'humeur joyeuse4 zijn zinnen op iets stellen, zetten • se mettre en tête de faire qc.niet veel goeds in de zin hebben • nourrir de noirs desseinsvan zins zijn om • avoir l'intention deiemands zin doen • satisfaire le désir de qn.zijn (eigen) zin doordrijven • imposer sa volontéiemand zijn zin geven • donner satisfaction à qn.hij moet zijn zin weer hebben! • il faut toujours faire comme il veut!hij heeft zijn zin weer gekregen • il a encore obtenu ce qu'il voulaitzij zijn één van zin • ils ont le même désir6 er geen zin in hebben om … • ne pas avoir envie de …7 heb je nu je zin? • te voilà servi?ontzettende zin hebben (om) iets te doen • avoir très envie de faire qc.het iemand naar de zin maken • faire plaisir à qn.naar m'n zin • à mon gréik heb het hier naar mijn zin • je me plais icitegen zijn zin • à contrecoeur -
78 baas
chef, maître, patron -
79 grootmeester
maestro, maître -
80 heer
armée militaire, armée, maître, monsieur, multitude, patron, roi
См. также в других словарях:
maître — maître, maîtresse [ mɛtr, mɛtrɛs ] n. • maistre 1080; maistresse XIIe; lat. magister I ♦ Personne qui exerce une domination. 1 ♦ N. m. Personne qui a pouvoir et autorité sur qqn pour se faire servir, obéir. Le maître et l esclave. Le maître et le … Encyclopédie Universelle
Maitre — Maître Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Pour l’article homophone, voir Mètre (homonymie) … Wikipédia en Français
MAÎTRE H. L. — MAÎTRE H. L. MAÎTRE H. L. (mort en 1533 env.) Sur le dernier grand sculpteur gothique du Rhin supérieur, le Maître H. L., les textes ne livrent que peu de renseignements, mais son œuvre tant graphique que plastique datée et monogrammée le situe… … Encyclopédie Universelle
maitre d' — UK [ˌmeɪtrə ˈdiː] / US [ˌmeɪtrə ˈdɪ] or maitre d hotel UK [ˌmeɪtrə dəʊˈtel] / US [ˌmeɪtrə doʊˈtel] noun [countable] Word forms maitre d : singular maitre d plural maitre d s formal the person in a restaurant who is in charge of the waiters … English dictionary
maitre d' — also maitre d, 1943; see MAÎTRE D HÔTEL (Cf. maître d hôtel) … Etymology dictionary
Maitre — Maître (franz. Meister) steht für einen Titel für Künstler, Anwälte oder andere angesehene Persönlichkeiten, siehe Monsieur (Anrede) die Bezeichnung für den Restaurantleiter (auch Gastgeber genannt) Maitre ist der Familienname folgender Personen … Deutsch Wikipedia
Maître — (frz., spr. mähtr), Herr, Meister, bes. Lehrmeister. Maître ès arts (äsahr), Magister der freien Künste; Maître és lois (ä lŏá), Rechtsgelehrter; M. d´hôtel (spr. dotéll), Haushofmeister; à la M. d´hôtel bei einer Speise bedeutet: mit einer… … Kleines Konversations-Lexikon
maître — (del francés; pronunciamos metre ) sustantivo masculino 1. Jefe de comedor de un restaurante o de un hotel: Camarero, quiero hablar con el maître. Yo soy la maître del hotel … Diccionario Salamanca de la Lengua Española
Maitre [1] — Maitre (fr., spr. Mät r), 1) Meister; 2) bes. Lehrmeister, namentlich in Musik, Tanzen, Fechten etc.; 3) Vorsteher, Leiter; so Maitre de plaisir (spr. Mät r d pläsih), Hofbeamter, welcher die Unterhaltung leitet. M. des requêtes (spr. M. d… … Pierer's Universal-Lexikon
Maître — (franz., spr. mǟtr ), Herr, Gebieter, Eigentümer, Meister, Lehrer; in Frankreich Titel der Advokaten und Notare (geschrieben Me). M. des arts, Magister der freien Künste. M. de chapelle, Kapellmeister. M. des comptes, Rentmeister. M. de… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Maître — Maître, Maitre Pour le sens, voir Mestres. Le nom est très répandu en Saône et Loire et dans le Doubs. Variante : Maistre (06, 83, 69) … Noms de famille