-
1 luxury
adj. luxueus, weelderig--------n. luxe, weelde[ luksj(ə)rie] 〈meervoud: luxuries; vaak attributief〉1 weelde ⇒ luxe, overvloed♦voorbeelden: -
2 luxury apartment
luxueus appartement -
3 luxury car
luxueuze auto -
4 luxury tax
luxe-/weeldebelasting (bijkomstige belasting gelegd op niet noodzakelijke goederen en diensten) -
5 a life of luxury
-
6 dependence on luxury
dependence on luxury -
7 he wanted to keep his wife in luxury
he wanted to keep his wife in luxuryEnglish-Dutch dictionary > he wanted to keep his wife in luxury
-
8 lead a life of luxury
-
9 live in the lap of luxury
-
10 life of luxury
luxe leven (leven zonder economische zorgen) -
11 live in luxury
een luxueus leven leiden -
12 dependence
-
13 keep
n. inkomen, inkomsten; donjon (gevangenis in fort of kasteel)--------v. houden; bewaren; krijgen; onderhouden; volhouden; leiden; voeren; groot laten worden; eigenaar zijn vankeep1[ kie:p]1 donjon ⇒ (hoofd)toren, burchttoren♦voorbeelden:play for keep • menens/voor het ‘echte’ spelen1 (levens)onderhoud ⇒ kost, voedsel♦voorbeelden:————————keep2♦voorbeelden:1 keep cool! • houd je kalm!keep left • s houdenwill you please keep still! • blijf nou toch eens stil zitten!keep going • door (blijven) gaankeep talking! • blijf praten!how is John keeping? • hoe gaat het met John?keep ahead of • (een stapje) voor blijvenkeep away (from) • uit de buurt blijven (van), wegblijven (van)keep back • op een afstand blijvenkeep down • verstopt/verborgen blijven, beneden/onder blijvenkeep down, you fool! • bukken/kop omlaag, idioot!keep indoors • in huis blijvenif the rain keeps off • als het droog blijftkeep off/out! • verboden toegang!keep together • bij elkaar blijvenkeep under • onder (de oppervlakte) blijvenkeep from smoking • niet rokenkeep off alcohol for a while • de drank een tijdje laten staankeep off the grass • verboden op het gras te lopen→ keep at keep at/, keep in keep in/, keep in with keep in with/, keep on keep on/, keep to keep to/, keep up keep up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 houden ⇒ zich houden aan, bewaren2 houden ⇒ onderhouden, eropna houden; (in dienst) hebben3 (in bezit) hebben/houden ⇒ bewaren; 〈 bij uitbreiding ook〉 in voorraad hebben, verkopen4 hoeden ⇒ beschermen, bewaren7 houden ⇒ aanhouden, blijven in/op♦voorbeelden:keep a promise • een belofte nakomenkeep the Sabbath • de sabbat in acht nemenkeep a secret • een geheim bewarenkeep a hotel • een hotel hebbenkeep a mistress • een maîtresse hebbenkeep one's wife • z'n vrouw onderhoudenthis shop doesn't keep pencils • deze winkel verkoopt geen potlodenwill you keep this record for me? • wil je deze plaat voor me bewaren?〈 informeel〉 you can keep it • je mag het houden, ik hoef het niet4 may God keep you • God behoede/beware uillness kept him in bed for a week • vanwege ziekte moest hij een week in bed blijvenkeep it clean • houd het netjesthe sick child had to be kept warm • het zieke kind moest warm gehouden wordenkeep something going • iets aan de gang houdenkeep someone waiting • iemand laten wachtenwhat kept you (so long)? • wat heeft je zo (lang) opgehouden?the police tried to keep the fans away • de politie probeerde de fans uit de buurt te houdenkeep back • tegenhouden, op een afstand houden; achterhouden, geheimhoudenwe will keep back 10% of the cost till July as agreed • zoals overeengekomen betalen we de laatste 10% pas in julikeep down • binnenhouden 〈 voedsel〉; omlaaghouden, laag houden; onder de duim houden 〈 insecten(plaag), mensen〉; onderdrukken, inhouden 〈 woede〉keep one's weight down • z'n gewicht binnen de perken houdenthe army kept the people down • het leger onderdrukte het volkkeep your head down! • bukken!keep your voices down! • niet zo hard (praten)!keep someone indoors • iemand binnenhoudenkeep off • op een afstand houdenkeep someone out • iemand buitensluitenkeep together • bij elkaar houdenthey kept him under with morphine • ze hielden hem bewusteloos met morfinekeep that kid away from those wheels! • hou dat jong bij die wielen vandaan!he tried to keep the bad news from his father • hij probeerde het slechte nieuws voor z'n vader verborgen te houdenkeep the girls from scratching each other • zorg dat de meisjes elkaar niet krabbenkeep someone in something • zorgen dat iemand geen gebrek heeft aan ietshe wanted to keep his wife in luxury • hij wilde zijn vrouw in luxe laten levenhe couldn't keep his eyes off the girl • hij kon z'n ogen niet van het meisje afhoudenkeep your hands off me! • blijf met je fikken van me af!keep them out of harm's way • zorg dat ze geen gevaar lopenhe tried to keep the story out of the papers • hij probeerde het verhaal uit de pers te houdenhe kept it to himself • hij hield het voor zichkeep someone abreast of • iemand op de hoogte houden vankeep the middle of the road • op het midden van de weg blijven rijdenkeep your seat! • blijf (toch) zitten! -
14 lap
n. lik; slok, opslokken; kabbelen, klotsen (van water)--------n. schoot; ronde; flap--------n. verpakking; overlapping; gedeeltelijke overlapping; overlapt deel; ronde (in een wedstrijd); schijf voor het polijsten van diamanten--------v. likken; slurpen, slikken; kabbelen (van golven); klotsen (van water)--------v. verpakken; overlappen; gedeeltelijk overlapt zijn; op een voorsprong zijn (een of meerdere ronden)lap1[ læp] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 overlap(ping) ⇒ overlappend deel, overslag5 lik ⇒ geslurp, (ge)slobber♦voorbeelden:¶ in the lap of the gods • in de schoot der goden/toekomstlive in the lap of luxury • in weelde baden————————lap2〈 lapped〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 omslaan ⇒ omgeven, omwikkelen -
15 lead
adj. belangrijkste; eerste; de leider; de leiding; opening (van een artikel)--------adj. loden--------n. leiding; bescherming; verschil tussen-; leidend; voorbeeld; richting (van een verhoor); toespeling; de eerste plaats; leidinggevende positie; leiding; bescherming; leidend; toelichting, voorlichting--------n. lood; grafiet; kogels (voor vuurwapen); gewicht; printplaat--------v. leiden, ertoe brengen; vooropgaan; voorgaan; aanvoeren; leiden (leven)--------v. met lood bedekken, verloden; in lood zettenlead1[ led] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 lood♦voorbeelden:————————lead2[ lie:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 aanknopingspunt ⇒ aanwijzing, suggestie8 〈 elektriciteit〉voedingsdraad/leiding/lijn9 〈 voornamelijk Brits-Engels〉(honden)lijn/riem♦voorbeelden:2 give someone a lead • iemand op weg helpen/een hint geven5 whose lead is it? • wie moet er uitkomen?————————lead3♦voorbeelden:1 voorgaan ⇒ de weg wijzen, (bege)leiden2 aan de leiding gaan ⇒ aanvoeren, op kop/voor(op) liggen; 〈 sport〉 voorstaan, een voorsprong hebben op; 〈 figuurlijk〉 de toon aangeven4 leiden ⇒ aanvoeren, het bevel hebben/voeren (over)♦voorbeelden:Liverpool leads with sixty points • Liverpool staat bovenaan met zestig punten¶ lead off (with) • beginnen/openen/van start gaan (met)2 brengen/bewegen tot ⇒ overhalen, aanzetten tot♦voorbeelden:¶ lead (someone) astray • (iemand) op een dwaalspoor/het verkeerde pad brengenlead (someone) on • (iemand) overhalen/verleiden (tot); iemand iets wijsmaken
См. также в других словарях:
Luxury — may refer to: Luxury good, an economic good or service for which demand increases more than proportionally as income rises Luxury tax, tax on products not considered essential, such as expensive cars Luxury tax (sports), surcharge put on the… … Wikipedia
luxury — lux‧u‧ry [ˈlʌkʆri] noun luxuries PLURALFORM 1. [countable] something that is expensive and not really necessary but is pleasing and enjoyable: • luxuries such as a yacht and gold plated bathroom fixtures 2. luxury apartment/car etc a very… … Financial and business terms
Luxury — Lux u*ry, n.; pl. {Luxuries}. [L. luxuria, fr. luxus: cf. F. luxure.] 1. A free indulgence in costly food, dress, furniture, or anything expensive which gratifies the appetites or tastes. [1913 Webster] Riches expose a man to pride and luxury.… … The Collaborative International Dictionary of English
luxury — [luk′shə rē, luk′shoor ē; lug′zhə rē, lug′zhoor ē] n. pl. luxuries [ME luxurie < OFr < L luxuria < luxus, extravagance, luxury, excess, prob. identical in orig. with luxus, dislocated: see LUXATE] 1. the use and enjoyment of the best and … English World dictionary
luxury — (n.) c.1300, sexual intercourse; mid 14c., lasciviousness, sinful self indulgence, from O.Fr. luxurie debauchery, dissoluteness, lust (Mod.Fr. luxure), from L. luxuria excess, luxury, extravagance, profusion; delicacy (Cf. Sp. lujuria, It.… … Etymology dictionary
luxury — ► NOUN (pl. luxuries) 1) the state of great comfort and extravagant living. 2) an inessential but desirable item. ► ADJECTIVE ▪ of the nature of a luxury. ORIGIN originally meaning «lechery»: from Latin luxuria, from luxus excess … English terms dictionary
luxury — index prosperity Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
luxury — *amenity Analogous words: *pleasure, joy, delight: agree able ness, gratification, gratefulness (see corresponding adjectives at PLEASANT) Antonyms: hardship Contrasted words: *difficulty, rigor, vicissitude … New Dictionary of Synonyms
luxury — [n] great pleasure, indulgence affluence, bliss, comfort, delight, enjoyment, exorbitance, extravagance, frill, gratification, hedonism, high living, immoderation, intemperance, leisure, luxuriousness, opulence, rarity, richness, satisfaction,… … New thesaurus
luxury — noun 1 comfort and pleasure ADJECTIVE ▪ great, pure, sheer ▪ It was sheer luxury to step into a hot bath. ▪ ultimate ▪ the ultimate luxury of a sauna in your own home … Collocations dictionary
luxury — n. 1) to enjoy (a) luxury (to enjoy the luxury of a hot bath) 2) to afford a luxury (can we afford the luxury of a second car?) 3) pure, sheer; unaccustomed luxury 4) luxury to + inf. (it was sheer luxury to relax on the beach = it was sheer… … Combinatory dictionary