-
1 lusteloos
♦voorbeelden:1 er lusteloos bij zitten • sit listlessly, be listless -
2 lusteloos
adj. languid, apathetic, apathetical, limp, flaggy, dopey, dopy, lackadaisical, heavy headed--------adv. flabbily, dispassionately -
3 er lusteloos bij zitten
er lusteloos bij zittensit listlessly, be listlessVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er lusteloos bij zitten
-
4 bloedeloos
-
5 gammel
〈 informeel〉♦voorbeelden: -
6 onplezierig
2 [lusteloos] unwell, out of sorts 〈 alleen predicatief〉♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Пенджабский
- Русский
- Французский
- Шведский