-
1 lullen
-
2 болтать
v1) gener. bomen (непринуждённо), doorslaan, flappen, hannesen, kletsen, kwetteren, praten, rammelen, ratelen, sabberen, smoezelen, smoezen, snappen, snateren, zabbelen, zeveren, bazelen, brabbelen, kallen, (задушевно) keuvelen, kletspraatjes verkopen, kouten, met (iem.) een praatje maken (с кем-л.), ouwehoeren, plapperen, praatjes verkopen, rabbelen, rellen, wauwelen2) colloq. lullen, parlementen3) liter. kleppen, kwekken -
3 болтать, нести чушь, врать
vcolloq. lullenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > болтать, нести чушь, врать
-
4 ходить вокруг да около, водить за нос
vphras. uit de nek lullenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > ходить вокруг да около, водить за нос
-
5 blag one's way in
-
6 blag
n. gewelddadige roof of overval--------v. gewelddadig beroven[ blæg] 〈 Brits-Engels, slang〉♦voorbeelden: -
7 bull
n. stier; mannelijke olifant; politieagent; order van de paus; (in het leger) lawaai v.e. kanon--------v. verhoging van prijzen veroorzakenbull1[ boel]2 krachtpatser ⇒ beer, stier♦voorbeelden:take the bull by the horns • de koe bij de hoorns vatten3 bull market • oplopende/rijzende/willige markt→ Irish Irish/♦voorbeelden:¶ bull! • gelul!————————bull21 lullen ⇒ ouwehoeren, zeikenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (de prijs) opdrijven (van) ⇒ doen oplopen/rijzen2 zich (een weg ergens doorheen) vechten/dringen/werken♦voorbeelden: -
8 chew the fat
kletsen, lullen -
9 fat
tabel met de posities van de bestanden op de schijf; tabel die de plaatsing van de bestanden vaststelt; de FAT heeft een vaste plaats op de schijfFAT (File Allocation Table)fat1[ fæt] 〈zelfstandig naamwoord; in betekenis 0.2 ook Fat〉1 vet ⇒ bakvet, lichaamsvet♦voorbeelden:¶ the fat is in the fire • de boot is aan, de poppen zijn aan het dansenlive off/on the fat of the land • van het goede der aarde genietenchew the fat • kletsen, lullen————————fat2〈bijvoeglijk naamwoord; fatter; fatness〉1 dik ⇒ vet(gemest), weldoorvoed4 groot ⇒ dik, lijvig♦voorbeelden:fat volumes • lijvige boekdelen¶ 〈Amerikaans-Engels; informeel〉 a fat cat • rijke pief; 〈 in het bijzonder〉(stille) financier, geldschieter 〈 achter politicus of partij〉————————fat3〈 werkwoord〉→ calf calf/ -
10 connerie
-
11 déconner
déconner [deekonnee] -
12 dire des conneries
dire des conneries -
13 jacter
-
14 merdoyer
-
15 labern
labern1 zwammen, kletsen, lullen
См. также в других словарях:
lullen — lullen: Frühnhd. lullen »saugen; leise, einschläfernd singen« und die entsprechenden gleichbedeutenden Verben niederl. lollen, engl. to lull, schwed. lulla sind lautnachahmenden Ursprungs und stammen wahrscheinlich wie das ‹elementar›verwandte ↑… … Das Herkunftswörterbuch
Lullen — (Seew.), so v.w. Lunen … Pierer's Universal-Lexikon
lullen — lullen:indenSchlafl.:⇨einschläfern(1) … Das Wörterbuch der Synonyme
lullen — (heute meist einlullen) Vsw erw. reg. (16. Jh.) Stammwort. Lallwort, vgl. ne. lullaby Wiegenlied . deutsch gw … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
lullen — lụl|len 〈V. intr. u. V. tr.; hat〉 leise, eintönig singen ● ein Kind in (den) Schlaf lullen in den Schlaf singen [<frühnhd. lullen „saugen, leise, einschläfernd singen“; lautmalend] * * * lụl|len <sw. V.; hat [eigtl. = saugen; urspr.… … Universal-Lexikon
lullen — lụl|len (volkstümlich für leise singen); das Kind in den Schlaf lullen … Die deutsche Rechtschreibung
lullen — lullenintr 1.saugen.LautmalendhergenommenvomBegleitgeräuschderSäuglingebeimSaugen.1500ff. 2.rauchen.⇨Lulle3.Seitdem19.Jh. 3.harnen.⇨Lulle2.1850ff. 4.Kosewortesprechen.Gehörtzu»einlullen«und»lallen«.1920ff … Wörterbuch der deutschen Umgangssprache
Luller — lullen: Frühnhd. lullen »saugen; leise, einschläfernd singen« und die entsprechenden gleichbedeutenden Verben niederl. lollen, engl. to lull, schwed. lulla sind lautnachahmenden Ursprungs und stammen wahrscheinlich wie das ‹elementar›verwandte ↑… … Das Herkunftswörterbuch
Dutch profanity — can be divided into several categories. Often, the words used in profanity are based around various names for diseases. In many cases, these words have evolved into slang, and many euphemisms for diseases are in common use.[1] Additionally, a… … Wikipedia
Lolli — Lutscher * * * Lọl|li 〈m. 6; umg.〉 Stielbonbon, Lutscher; oV Lolly [wohl zu lullen od. verkürzt <engl. lollipop „Lutscher“] * * * Lọl|li, der; s, s [viell. zu ↑ lullen (2 a) od. gek. aus engl. lollipop] (ugs.): ↑ Lutscher … Universal-Lexikon
Lull — (l[u^]l), v. t. [imp. & p. p. {Lulled} (l[u^]ld); p. pr. & vb. n. {Lulling}.] [Akin to OD. lullen to sing to sleep, G. lullen, Dan. lulle, Sw. lulla; all of imitative origin. Cf. {Loll}, {Lollard}.] To cause to rest by soothing influences; to… … The Collaborative International Dictionary of English