-
101 overhouden
2 [door de winter heen in leven houden] keep♦voorbeelden:hij heeft er 10 gulden aan overgehouden • he made 10 guilders out of it/10 guilders' profit (out of it)♦voorbeelden: -
102 overschrijden
1 [over (iets) heen gaan] step over/across ⇒ cross♦voorbeelden:een termijn overschrijden • pass/exceed/not keep the term -
103 pas
pas1I 〈de〉2 [paspoort] passport3 [leger] pass4 [in gebergte] pass♦voorbeelden:1 een flinke/veerkrachtige pas • a brisk/buoyant stepgrote passen maken/nemen • strideiemand de pas afsnijden • cut/head someone offer (flink/stevig) de pas in houden • keep up a brisk pacede pas inhouden • check one's stepeen kreet deed mij de pas inhouden • a cry brought me up short/stopped me dead in my trackszijn pas versnellen • quicken one's stepin de pas lopen/blijven (met) • 〈 leger〉 be in step (with)/keep step (with); 〈 figuurlijk ook〉 be/stay in line (with)uit de pas raken/lopen • fall/be out of steptwee passen hier vandaan • just a few steps away2 een pas aanvragen/laten verlengen • apply for a passport, get one's passport extendedII 〈 het〉1 [gunstige gelegenheid] 〈zie voorbeelden 1〉2 [waterpas] level♦voorbeelden:bij/in iets te pas komen • enter into the matterjouw gedrag komt hier niet te pas • your conduct is unbecoming hereiemands naam te pas en te onpas noemen • bandy someone's name aboutgezien de sterke concurrentie, zal ik er wel niet aan te pas komen • the competition being so strong, I suppose I won't get a chancehet komt niet in zijn kraam te pas • it does not suit his purposehet kwam zo in het gesprek te pas • it just cropped up in the course of the conversationals het zo te pas komt, dan … • on occasion …, if required …het leger moest er aan te pas komen • the army had to step iner moest een sleepboot aan te pas komen om … • a tug had to be called in to …daar komt wat meer ervaring bij te pas • that requires a bit more experienceer komt meer bij te pas dan … • there's more to it than …goed te/van pas komen 〈 bijvoorbeeld geld〉 • come in handy/usefulvan pas • (just) in time, in the nick of timedat komt uitstekend van pas • that's just the thinghet komt nu niet erg van pas • it is inconvenient at the momentzijn cursus zelfverdediging kwam hem nu goed van pas • his self-defence classes stood him in good steadaltijd wel van pas komen • always come in handy¶ dat geeft geen pas • that is unbecoming/not donehet geeft geen pas voor een heer om … • it does not become a gentleman to …————————pas21 [juist zo groot als het zijn moet] fit2 [waterpas] level♦voorbeelden:II 〈 bijwoord〉2 [niet meer dan] only, just4 [in nog hogere mate] really♦voorbeelden:pas aangekomen gasten • new arrivalshij begint pas • he's just beginning, he's only just startedpas geplukt • freshly pickedeen pas getrouwd stel • a newly-wed couplepas geverfd • wet paintik heb pas nog een brief van haar gekregen • I received a letter from her only recentlyik werk hier nog maar pas • I'm new to the jobzo pas • only a minute ago, just nowhet is pas een jaar geleden • it's only/barely a year since it happenedhij is pas vijftig (jaar) • he's only fifty3 dan pas, nu pas • only then, only nowpas toen vertelde hij het mij • it was only then that he told mepas toen hij weg was, begreep ik … • it was only after he had left that I understood …, only after/not until he left did I understand …pas geleden/een paar dagen terug • only recently/only the other daydit is pas whisky • now this is what I call whisky!dat is pas leven! • this is the life!dat is pas hard werken! • now, that's what I call hard work! -
104 recht
recht1〈 het〉2 [rechtsregels; rechtsgeleerdheid] law3 [rechtspraak] justice4 [proces] court5 [bevoegdheid, voorrecht] right6 [meervoud] [bevoegdheden behorend bij een stand/positie] rights8 [meervoud] [bevoegdheid tot reproductie van een boek/film enz.] (copy)right(s)9 [belasting] duty♦voorbeelden:recht doen aan iets • do justice to something〈 figuurlijk〉 iemand/iets geen recht doen • be unfair to someone/somethinghet recht handhaven • uphold the lawhet recht met voeten treden • trample justice underfootin zijn recht zijn/staan • be within one's rightsje kan je met recht afvragen wat … • you may well wonder what …met recht razend zijn • have good reason to be furiousagrarisch/fiscaal/militair recht • agrarian/fiscal/military lawburgerlijk recht • civil lawhet geschreven recht • written/statute lawhet ongeschreven recht • unwritten/common lawpubliek en privaat recht • public and private lawRomeins recht • Roman lawhet recht in eigen handen nemen • take the law into one's own handsrechten studeren • read/study lawmeester in de rechten • Master of Lawskrachtens recht en gewoonte • by right and customkrachtens/volgens Engels recht • under English lawnaar Nederlands recht • according to Dutch lawrecht doen in een zaak • decide on a caserecht vorderen/zoeken • demand/seek justice4 in rechte iets afdwingen/eisen/vorderen • enforce/demand something in a court of lawhet recht van de sterkste • the law of the jungleaangeboren en verworven rechten • birthrights and acquired rightsdat is mijn goed recht • that is my righthet volste recht hebben om … • have every right to …zijn graad geeft hem het recht om … • his degree qualifies him to …het recht hebben om zijn kinderen te zien • have access to one's childrenniet het recht hebben iets te doen • have no right to do somethingiemand het recht ontzeggen om … • deny someone the right to …evenveel recht van spreken hebben als de rest • have an equal voice with the restgeen recht van spreken hebben • have no right to speakdoor dat te doen had hij geen recht van spreken meer • by doing that he put himself out of courtiedereen heeft het recht om … • everyone has the right to …op zijn recht(en) staan • insist on one's right(s)〈 figuurlijk〉 zijn kwaliteiten komen daar veel beter tot hun recht • he can make far better use of his talents there〈 figuurlijk〉 iemand/iets (niet) tot zijn recht laten komen • do (no) justice to someone/somethingvoor zijn recht(en) opkomen • defend one's right(s)de rechten van de vrouw • women's rightsburgerlijke/politieke rechten • civil/political rightsde oudste rechten hebben • have first claimgeen recht hebben op • have no right/claim tozijn rechten laten gelden • exercise one's rightsrecht hebben/geven op iets • have/give the right to somethingalle rechten voorbehouden • all rights reservedvrij van rechten • free of duties————————recht21 [niet gebogen/bochtig; niet scheef/schuin] straight2 [rechtop] straight (up), upright3 [normaal] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 right 〈 kant van stof〉; direct 〈 evenredigheid〉; 〈 bijwoord〉 directly 〈 evenredig〉♦voorbeelden:op het laatste rechte stuk • on the home straightje bord moet je wel recht houden • you must keep your plate straightde auto kwam recht op ons af • the car was coming straight at usiets recht leggen • put something straightrecht op iemand/iets afgaan • go straight for someone/somethingiets recht snijden • cut something (off) straightrecht omhoog/omlaag • straight up/downiemand recht in de ogen kijken • look someone straight in the eyerecht op zijn doel afgaan • go straight for one's goalrecht van lijf en leden • straight-limbedrecht voor zich uitkijken • look/stare straight aheadrecht op zijn benen staan • stand up straightrecht zitten/staan • sit/stand up straightrecht overeind • straight up, bolt uprightrecht evenredig zijn met • be directly proportional to〈 breien〉 eerst drie averecht, dan drie recht • first three purl, then three plainhet rechte van iets weten • know the ins and outs of somethingII 〈 bijwoord〉1 [formeel] [echt] really2 [precies] straight♦voorbeelden:2 hangt/zit mijn jurk recht? • is my dress straight?ze reden recht op elkaar in • they collided head-onhij woont recht tegenover mij • he lives straight across from merecht tegenover elkaar • face-to-face -
105 schot
I 〈 het〉2 [met betrekking tot balspel] shot3 [bereik] range4 [voortgang] movement♦voorbeelden:1 ik hoorde een schot • I heard a shot/gunshoter viel/klonk een schot • there was a shot, a shot rang outeen schot voor de boeg • 〈 ook figuurlijk〉 a shot across the bows, a warning shotiemand/iets onder schot hebben • have something/someone within rangeonder schot houden/nemen • keep covered, cover4 schot brengen in een zaak • get things moving/goinger komt/zit schot in de zaak • things are beginning to get going/to move1 [inwoner van Schotland] Scot♦voorbeelden: -
106 slaap
1 [rusttoestand] sleep2 [neiging] sleepiness3 [zijvlak van het hoofd] temple♦voorbeelden:1 een diepe/lichte slaap • a deep/light sleepiemand uit de slaap houden • keep someone awakede slaap niet kunnen vatten • not be able to get to sleepin slaap vallen • fall asleephet was om bij in slaap te vallen • it was enough to put one to sleepals een blok/vast in slaap vallen • go out like a light2 slaap hebben • be/feel sleepyslaap krijgen • get sleepyomvallen van de slaap • be unable to keep one's eyes open -
107 stilzwijgen
stilzwijgen1〈 het〉1 silence♦voorbeelden:1 het stilzwijgen bewaren/in acht nemen • keep/maintain silenceiemand het stilzwijgen opleggen • swear someone to secrecy 〈 manen tot stilzwijgen〉; silence someone 〈 ertoe dwingen〉het stilzwijgen verbreken • break the silenceer het stilzwijgen toe doen • remain silent————————stilzwijgen21 [niet spreken] be/keep silent2 [ophouden met spreken] fall silent -
108 strak
4 [onverzettelijk] rigid♦voorbeelden:de snaren strakker spannen • tighten the stringsstrak trekken • stretch, pull tightstrakker worden • tighten, be drawn tightze hield haar blik strak op het podium gericht • she kept her eyes fixed/nailed to the stagemet een strak gezicht • unsmiling, with a stony faceeen strakke glimlach • a fixed/tense smile4 strak gespannen aandacht • taut/fixed attentionstrak aan iets vasthouden • stick to something, keep rigidly to something -
109 toom
2 [troep dieren] 〈zie voorbeelden 2〉♦voorbeelden:2 een toom biggen • a litter of pig(let)s, a farrow -
110 verzwijgen
♦voorbeelden:1 iets voor iemand verzwijgen • keep/conceal something from someoneverzwegen inkomsten • undeclared/undisclosed incomede krant verzweeg enkele details • the newspaper suppressed a few detailseen schandaal verzwijgen • hush up a scandal -
111 vod
1 [oude lap] rag2 [prul] 〈 verzamelnaam〉 trash, rubbish, junk♦voorbeelden:vodden rapen • collect ragseen vod van een handdoek • a ragged towel¶ iemand achter de vodden zitten • keep someone (hard) at it, keep someone on his toes; 〈 sneller werken〉 make someone get a move oniemand bij zijn vodden pakken • catch hold of someone -
112 volhouden!
volhouden!keep it up!, keep going! -
113 wachten
3 [niet afgehandeld worden; niet beginnen] wait♦voorbeelden:2 een rij wachtenden • a queue/ Alineiemand laten wachten • keep someone waitinghet antwoord liet niet lang op zich wachten • the answer was not long in comingals je denkt dat …, dan kun je lang wachten • if you think that …, you can go on thinkingwachten op een goede gelegenheid • wait for a good opportunitywaar wacht je nog op? • what are you waiting for?met smart op iets zitten wachten • await something anxiouslyhij liet lang op zich wachten • he kept us/me waiting a long timeop zijn beurt wachten • await one's turnhet wachten is op John • it's John we're waiting for〈 telefoon〉 er zijn nog drie wachtenden voor u • hold the line, there are three before youwacht even • wait a minute/momentdat kan wel wachten • that can wait, it'll keepze wachtten met het eten tot iedereen er was • they waited with dinner until everyone was therebrieven die op een antwoord wachten • letters awaiting an answerwacht niet tot het laatste ogenblik • don't leave it till the last minutede dader wacht een straf • the culprit is due for punishmenter wachtte hem een onaangename verrassing • there was an unpleasant surprise in store for himer staan ons moeilijke tijden te wachten • difficult times lie ahead of us¶ wacht maar jij! • (just) you wait!II 〈wederkerend werkwoord; zich wachten〉♦voorbeelden:1 zich ervoor wachten te … • take care not to …wacht u voor de hond! • beware of the dog!wacht u voor zakkenrollers! • beware of pickpockets -
114 weghouden
-
115 woord
1 word♦voorbeelden:1 in woord en beeld • in pictures and text, with an illustrated description (of)een woord van dank • a word of thanksop mijn woord van eer • on my word of honourmet andere woorden • in other wordsgevleugelde woorden • winged/famous wordsgeen goed woord voor iets over hebben • not have a good word to say about somethingzij heeft maar een half woord nodig • she can take a hint〈 figuurlijk〉 het hoge woord moest eruit • the truth had to be told/come out, he 〈enz.〉 had to come out with ithij moet altijd het laatste woord hebben • he always has to have the last worddaarover is het laatste woord nog niet gesproken • 〈 daar horen we nog meer over〉 we haven't heard the last of that; 〈 dat is nog niet beslist〉 I haven't had my final say in the matterhet verlossende woord spreken • save the situation (by saying something)vieze woorden • dirty words, four-letter wordsiemand aan zijn woord houden • keep/hold someone to his word/promisehet woord doen • do the talkinghet woord geven aan • hand/give the floor over tozijn woord geven • give one's wordiemand de woorden uit de mond halen • take the words right out of someone's mouthzijn woord houden • keep/be as good as one's wordhet woord is aan u/u hebt het woord • the floor is yours/you have the flooriemand de woorden in de mond leggen • put words into someone's mouthhet woord tot iemand richten • address/speak to someoneiemands woorden verdraaien • twist someone's wordshet woord voeren • speak, be/act as spokesperson/spokesmanlaten we er geen woorden meer aan vuilmaken • we'll say no more about itniet veel/geen woorden aan/over iets vuilmaken • not waste words/one's breath on somethingzijn woorden (op een goudschaaltje) wegen • weigh/choose one's words (carefully)iemand aan het woord laten • allow someone to/let someone finish (speaking/talking)niet in woorden uit te drukken • beyond words, defying descriptionin woord en geschrift • in speech and in writing/printmet geen woord over iets reppen • not say/breathe a word about somethingmet/in één woord • in a word, in sum/shortiets onder woorden brengen • put something into wordsik geloof u op uw woord • I take you at your word/your word for itop zijn woorden letten • be careful about what one saysiemand te woord staan • speak to/see someoneniet uit zijn woorden kunnen komen • not be able to express oneself, fumble for wordsiets woord voor woord navertellen • repeat something word for word/verbatimergens geen woorden voor hebben • have no words for somethingdat is geen woord te veel gezegd • that's putting it/things mildlyer geen woord tussen kunnen krijgen • not be able to get a word in (edgeways)met twee woorden spreken • ±be politeze heeft het niet met zoveel woorden gezegd, maar … • she didn't say it in so many words, but …woorden schieten te kort om … • words are not adequate to …; 〈 ook〉 words fail me! -
116 zelfbeheersing
♦voorbeelden:zijn zelfbeheersing hervinden • get a grip on oneselfzijn zelfbeheersing verliezen • lose control of oneself -
117 zich goed houden
zich goed houden————————zich goed houdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich goed houden
-
118 zich groot houden
zich groot houdenkeep a stiff upper lip, keep up appearancesVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich groot houden
-
119 zich koest houden
zich koest houdenkeep quiet, keep a low profileVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich koest houden
-
120 zijn kalmte bewaren
zijn kalmte bewaren————————zijn kalmte bewarenkeep one's head/composure/self-control/coolVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn kalmte bewaren
См. также в других словарях:
Keep — (k[=e]p), v. t. [imp. & p. p. {Kept} (k[e^]pt); p. pr. & vb. n. {Keeping}.] [OE. k[=e]pen, AS. c[=e]pan to keep, regard, desire, await, take, betake; cf. AS. copenere lover, OE. copnien to desire.] 1. To care; to desire. [Obs.] [1913 Webster] I… … The Collaborative International Dictionary of English
keep — [kiːp] verb kept PTandPP [kept] 1. [transitive] to store something that will be useful: • The Credit Reference Agency keeps files on individuals debt records. • You should keep a supply of forms. 2 … Financial and business terms
Keep — Keep, v. i. 1. To remain in any position or state; to continue; to abide; to stay; as, to keep at a distance; to keep aloft; to keep near; to keep in the house; to keep before or behind; to keep in favor; to keep out of company, or out reach.… … The Collaborative International Dictionary of English
keep — vb 1 Keep, observe, celebrate, solemnize, commemorate are comparable when they mean to pay proper attention or honor to something prescribed, obligatory, or demanded (as by one s nationality, religion, or rank), but they vary widely in their… … New Dictionary of Synonyms
keep — [kēp] vt. kept, keeping [ME kepen < OE cœpan, to behold, watch out for, lay hold of, akin to MLowG kapen, ON kopa, to stare at < ? IE base * ĝab , to look at or for] 1. to observe or pay regard to; specif., a) to observe with due or… … English World dictionary
keep — ► VERB (past and past part. kept) 1) have or retain possession of. 2) retain or reserve for use in the future. 3) put or store in a regular place. 4) (of a perishable commodity) remain in good condition. 5) continue in a specified condition,… … English terms dictionary
Keep — Keep, n. 1. The act or office of keeping; custody; guard; care; heed; charge. Chaucer. [1913 Webster] Pan, thou god of shepherds all, Which of our tender lambkins takest keep. Spenser. [1913 Webster] 2. The state of being kept; hence, the… … The Collaborative International Dictionary of English
keep — keep; green·keep·er; house·keep; house·keep·er; keep·able; keep·er·ing; keep·er·ship; keep·sake; store·keep; keep·er; … English syllables
Keep — 〈f. 20; Seemannsspr.〉 Kerbe, Rille * * * Keep, die; , en [aus dem Niederd. < mniederd. kēp, wohl verw. mit ↑ kappen] (Seemannsspr.): Rille, Kerbe (in einer Boje, einem Block, Mast o. Ä.), die einem darumgelegten Tau Halt gibt. * * * I Keep … Universal-Lexikon
keep — I (continue) verb be constant, be steadfast, carry forward, carry on, endure, extend, forge ahead, go on, keep going, last, lengthen, live on, maintain, move ahead, never cease, perpetuate, perseverare, persevere, persist, press onward, progress … Law dictionary
keep — The construction keep + object + from + ing verb is idiomatic in current English: • His hands held flat over his ears as if to keep his whole head from flying apart Martin Amis, 1978. The intransitive use of keep + from + ing verb is recorded in… … Modern English usage