-
1 wachten
3 [niet afgehandeld worden; niet beginnen] wait♦voorbeelden:2 een rij wachtenden • a queue/ Alineiemand laten wachten • keep someone waitinghet antwoord liet niet lang op zich wachten • the answer was not long in comingals je denkt dat …, dan kun je lang wachten • if you think that …, you can go on thinkingwachten op een goede gelegenheid • wait for a good opportunitywaar wacht je nog op? • what are you waiting for?met smart op iets zitten wachten • await something anxiouslyhij liet lang op zich wachten • he kept us/me waiting a long timeop zijn beurt wachten • await one's turnhet wachten is op John • it's John we're waiting for〈 telefoon〉 er zijn nog drie wachtenden voor u • hold the line, there are three before youwacht even • wait a minute/momentdat kan wel wachten • that can wait, it'll keepze wachtten met het eten tot iedereen er was • they waited with dinner until everyone was therebrieven die op een antwoord wachten • letters awaiting an answerwacht niet tot het laatste ogenblik • don't leave it till the last minutede dader wacht een straf • the culprit is due for punishmenter wachtte hem een onaangename verrassing • there was an unpleasant surprise in store for himer staan ons moeilijke tijden te wachten • difficult times lie ahead of us¶ wacht maar jij! • (just) you wait!II 〈wederkerend werkwoord; zich wachten〉♦voorbeelden:1 zich ervoor wachten te … • take care not to …wacht u voor de hond! • beware of the dog!wacht u voor zakkenrollers! • beware of pickpockets -
2 afwachten
♦voorbeelden:1 zijn beurt afwachten • wait/take one's turneen nadere verklaring afwachten • await (a) further explanationhij keek hem afwachtend aan • he looked at him expectantlywe moeten maar afwachten • we'll have to wait and see -
3 spanning
♦voorbeelden:de spanning van een snaar • a string's tensioneen spanning van 10.000 volt • a charge of 10,000 voltsinternationale spanningen • international tensionde spanning is te snijden • the tension is so great that you could cut it with a knifeer staat spanning op • it's livede spanning stijgt • the tension mountsde spanning verminderen • decrease the tensionde spanning viel van haar af • that was a load off her shouldersze zaten vol spanning te wachten • they were waiting anxiouslyin spanning iets afwachten • anxiously await somethingiemand in spanning houden • keep someone in suspensein spanning zitten • be in suspensemet spanning naar iets uitkijken • await/look forward to something anxiouslyonder spanning staan • be live -
4 tegemoet
1 〈zie voorbeelden 1〉♦voorbeelden:zijn ondergang tegemoet gaan • be heading for disastereen drukke tijd tegemoet gaan • be in for a busy timebetere tijden tegemoet gaan • enter upon better timeseen tijd van grote onzekerheid tegemoet gaan • have a period of great insecurity ahead of oneiemand tegemoet gaan/komen/lopen • (go to) meet someone, go/come/walk towards someone〈 figuurlijk〉 bereid zijn in de kosten tegemoet te komen • be prepared to bear part of the cost(s)/expensezijn kinderen kwamen hem al tegemoet • he was met by his childreniets tegemoet zien • await/face something, look forward to something〈 figuurlijk〉 iets met bezorgdheid tegemoet zien • await something with apprehension/misgivings -
5 afwachten
v. await, bide, anticipate, expect -
6 verbeiden
v. await, abide, bide -
7 verwachten
v. expect, anticipate, hope, foresee, await, look for, look out for -
8 wachten
v. wait, await, expect -
9 wachten op
v. wait, await, abide, tarry -
10 aankijken
1 [kijken naar] look at♦voorbeelden:het aankijken niet waard • not worth looking at2 de zaak nog eens aankijken • wait and see, think the matter over -
11 angst
1 fear (of) 〈 vaak meervoud〉 ⇒ 〈 angstig ontzag〉 dread, angst (of), 〈 hevige angst〉 terror (of), 〈 psychologie meestal〉 anxiety♦voorbeelden:angst hebben voor • be afraid/scared ofuit angst voor • for fear ofverlamd van angst • numb with fearmet angst en beven (iets tegemoet zien) • (view/await something) with fear and trembling -
12 de verdere gang van zaken afwachten
de verdere gang van zaken afwachtenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de verdere gang van zaken afwachten
-
13 een nadere verklaring afwachten
een nadere verklaring afwachtenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een nadere verklaring afwachten
-
14 gang
gang1〈de〉7 [met betrekking tot spijzen] course8 [loop/tocht ergens heen] trip9 [in samenstellingen] 〈zie voorbeelden 9〉♦voorbeelden:4 ga je gang maar • 〈 begin maar〉 (just/do) go ahead; 〈 ga maar verder〉 (just/do) carry on; 〈 na jou〉 after youzijn eigen gang gaan • go one's own waykunnen we aan de gang gaan? • can we get started?de les was al aan de gang • the lesson had already got going/(got) startedeen motor aan de gang krijgen • get an engine goingzo kan ik wel aan de gang blijven! • at this rate I'm never going to get finished!de zaak aan de gang houden • keep the business goingeen gesprek weer op gang brengen • get a conversation going againiemand op gang helpen • help someone to get going, give someone a startwij betreuren deze gang van zaken • we regret this state of affairsde dagelijkse gang van zaken • the daily routineverantwoordelijk zijn voor de goede gang van zaken • be responsible for the smooth running of thingsde verdere gang van zaken afwachten • await further developmentshet feest is in volle gang • the party is in full swingalles gaat weer zijn gewone gang • everything's back to normalhet leven hernam zijn gewone gang • life resumed its normal course9 gehoorgang • auditory duct/canal————————gang2〈de〉 〈 Engels〉1 [groep] gang -
15 iets met bezorgdheid tegemoet zien
iets met bezorgdheid tegemoet zienawait something with apprehension/misgivingsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets met bezorgdheid tegemoet zien
-
16 iets passief moeten afwachten
iets passief moeten afwachtenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets passief moeten afwachten
-
17 iets tegemoet zien
iets tegemoet zienawait/face something, look forward to somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets tegemoet zien
-
18 in spanning iets afwachten
in spanning iets afwachtenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in spanning iets afwachten
-
19 kans
1 [mogelijkheid] chance ⇒ possibility, opportunity, 〈 op iets onaangenaams〉 liability, 〈 op iets onaangenaams〉 risk♦voorbeelden:〈 informeel〉 (een) dikke kans dat … • a good chance that …hun kansen zijn gelijk • it's a toss-up between thembijna gelijke kansen • short oddseen goede kans maken voor de benoeming • be well in the running for the appointmentde kans is groot dat … • the odds are that …zijn kansen ten volle benutten/waarnemen • make the most of one's opportunitieshij heeft een goede/veel kans te winnen • he stands/has a good chance of winningde kansen keren • the tide/his luck is turningde kansen doen keren • turn the tidede kans lopen • run the riskeen/geen kans maken op • stand a/no chance of (something/doing something)de kansen staan erg goed/slecht voor hem • his chances are very good/poorhij zag zijn kansen stijgen • he saw his chances multiplyik zie er wel kans toe • I think I can manage itkans zien te ontkomen • manage to escapeje hebt alle kans dat • there's every chance thater is kans op regen • there's a chance of rainkans van slagen hebben • have a chance of successdaar is geen kans op • that's unlikelymorgen is er meer kans • there'll be a better chance tomorrowje hebt de meeste kans het in Van Dale te vinden • you're most likely to find it in Van Dale〈 informeel〉 weinig kans ! • not much chance!de kans is honderd tegen één • the odds/chances are a hundred to onezijn kansen aangrijpen/waarnemen • seize the opportunityzijn kans afwachten • await one's chanceseen gemiste kans • a lost/missed opportunityde kans is verkeken • you've had your chance/opportunityde kans van zijn leven • the chance of a/his lifetimegeen schijn van kans • not a chance in the world -
20 met angst en beven (iets tegemoet zien)
(view/await something) with fear and tremblingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met angst en beven (iets tegemoet zien)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
await — await, wait Await is a transitive verb meaning ‘to wait for’, and cannot be used without an object: We will await the outcome is equivalent to We will wait for the outcome (but has a stronger element of suspenseful expectation); We will await and … Modern English usage
Await — A*wait , v. i. 1. To watch. [Obs.] Chaucer. [1913 Webster] 2. To wait (on or upon). [Obs.] [1913 Webster] 3. To wait; to stay in waiting. Darwin. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Await — A*wait , n. A waiting for; ambush; watch; watching; heed. [Obs.] Chaucer. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Await — A*wait , v. t. [imp. & p. p. {Awaited}; p. pr. & vb. n. {Awaiting}.] [OF. awaitier, agaitier; ? (L. ad) + waitier, gaitier to watch, F. guetter. See {Wait}.] 1. To watch for; to look out for. [Obs.] [1913 Webster] 2. To wait on, serve, or attend … The Collaborative International Dictionary of English
await — index expect (anticipate), forestall, remain (stay), stay (rest) Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton … Law dictionary
await — (v.) early 13c., awaiten, from O.N.Fr. awaitier (O.Fr. agaitier) to lie in wait for, watch, observe, from a to + waitier to watch (see WAIT (Cf. wait) (v.)). Originally especially with a hostile sense. Related: Awaited; awaiting … Etymology dictionary
await — *expect, hope, look Analogous words: wait, abide, *stay Antonyms: despair … New Dictionary of Synonyms
await — [v] wait with expectation anticipate, attend, be prepared for, be ready for, cool one’s heels*, count on, hang around*, hang in*, hang out*, hope, look for, look forward to, stay, sweat*, sweat it out*; concept 26 … New thesaurus
await — ► VERB ▪ wait for … English terms dictionary
await — [ə wāt′] vt. [ME awaiten < Anglo Norm awaitier < a (L ad), to + waitier, WAIT)] 1. to wait for; expect 2. to be in store for; be ready for 3. Obs. to watch for so as to confront vi. to wait SYN. EXPECT … English World dictionary
await */ — UK [əˈweɪt] / US verb [transitive] Word forms await : present tense I/you/we/they await he/she/it awaits present participle awaiting past tense awaited past participle awaited formal 1) a) to wait for something that you expect to happen They were … English dictionary