-
81 huishouden
huishouden1〈 het〉1 [huishouding] housekeeping2 [persoon of groep personen] household3 [wanordelijke troep] shambles♦voorbeelden:1 het huishouden doen • run the house, do the housekeeping; 〈 voornamelijk voor iemand anders〉 keep houseze is erg goed in het huishouden • she's a very good housekeeper————————huishouden2♦voorbeelden:1 de voetbalsupporters hebben weer verschrikkelijk huisgehouden in de binnenstad van A. • the football fans went on the rampage again in A.'s city centreII 〈 werkwoord〉 -
82 kei
-
83 kennen
2 [geleerd hebben] know3 [+ in] [raadplegen] consult4 [herkennen] recognize, know♦voorbeelden:ik wil eerst de feiten kennen • first I want to know the factsgeen gevaar kennen • be oblivious to dangerje kent Jan toch wel! • you must know John!geen medelijden kennen • know no pitygeen schaamte kennen • have no shamede Engelse wet kent dat onderscheid niet • English law does not make that distinctiongeen zorgen kennen • be carefreezich doen kennen als • prove/show oneself to be〈 figuurlijk〉 laat je niet kennen ! • give 'em hell!zich van zijn beste kant laten kennen • show oneself at one's best〈 figuurlijk〉 hij wilde zich niet laten kennen en deed toch mee • he didn't want to be thought badly of and joined iniemand leren kennen • get to know someone, make someone's acquaintanceelkaar (beter) leren kennen • become/get (better) acquainted, get to know each other (better)ken je deze al? • have you heard this one?ik ken haar al jaren • I've known her for yearszo ken ik je helemaal niet • I've never known you like this beforesinds ik jou ken … • since I met you …dan ken je me nog niet • you haven't seen anything yetdat kennen we hier niet • we don't have that sort of thing hereiemand van gezicht/van naam kennen • know someone's face/someone by namehij kent de omgeving als zijn broekzak • he knows the area like the back of his handiemand door en door kennen • know someone inside out2 een taal kennen • know/speak a languageons kent ons • we know what to expectiets van buiten/uit zijn hoofd kennen • know something by heart¶ te kennen geven dat … • indicate that …een wens te kennen geven • express a desirezijdelings te kennen geven • intimate, hint -
84 kwajongen
1 [deugniet] mischievous/naughty boy ⇒ brat2 [snotneus] rascal♦voorbeelden:vergeleken met Jan is hij nog maar een kwajongen • John could teach him a thing or two -
85 modaal
modaal1〈 het〉1 [met betrekking tot statistiek] modal (value)2 [modaal inkomen] standard/average income♦voorbeelden:2 Jan Modaal • the man in the street, the average workervier maal modaal • four times the standard/average income————————modaal21 [met betrekking tot statistiek/taalkunde] modal; 〈met betrekking tot inkomen e.d. ook〉 standard, average♦voorbeelden:1 een modaal inkomen hebben • earn a standard/an average incomemodale werknemer • employee earning a standard/an average income -
86 omzwaaien
2 [van studierichting veranderen] change subject(s)♦voorbeelden: -
87 onwaarschijnlijk
1 [niet waarschijnlijk] unlikely, improbable♦voorbeelden:een onwaarschijnlijk verhaal • an unlikely/improbable storyhet is hoogst onwaarschijnlijk dat • it is most/highly unlikely thatII 〈 bijwoord〉Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > onwaarschijnlijk
-
88 ooit
♦voorbeelden:1 Jan, die ooit een vriend van me was • John, who was once a friend of mineben je daar ooit geweest? • have you ever been there?hij is ooit nog voetballer geweest • he used to play soccermocht ik ooit in Londen komen, dan … • should I (ever) come to London, then …groter dan ooit tevoren • bigger than ever (before)¶ wel heb je ooit! • well I never! -
89 ook
3 [zelfs] even5 [dienovereenkomstig] therefore♦voorbeelden:1 zijn er ook brieven? • are there any letters?wat hij zegt gebeurt ook • whatever he says goesAn was ook van de partij • Ann came along toomag ik ook eens wat zeggen? • may I say something too?ik ben er ook nog • I'm here toohij kookte, en heel goed ook • he did the cooking and very well toohet is mooi, en nog goedkoop ook • it is beautiful and cheap as wellmisschien doet hij het, misschien ook niet • maybe he'll do it and (then again) maybe he won'thij heeft niet gewacht, en ik trouwens ook niet • he didn't wait and neither did Izo vreselijk moeilijk is het nu ook weer niet • it's not all that difficult (after all)dat hebben we ook weer gehad • so much for that, that's over and done withze lust geen appels, en ook geen sinaasappels • she doesn't like apples or orangesniet alleen …, maar ook … • not only …, but also …morgen kan ook nog • tomorrow will be all right tooik hou van tennis en hij ook • I like tennis and so does he‘prettig weekend.’ ‘jij ook’ • ‘have a nice weekend.’ ‘(and) you too’‘je bent een stommeling.’ ‘jij ook’ • ‘you're an idiot.’ ‘so are you/you too’ik ben ook maar een mens • I'm only humanopa praatte ook zo • grandpa used to talk like that (too)mij ook goed! • suits medat is ook wat moois! • 〈 ironisch〉 that's a bit much!dat is waar ook! • that's true, of course!; 〈 bij het plots te binnen schieten〉 oh, I almost forgot!zo denk ik er ook over • I feel the same way about itook al is hij niet rijk • even though he's not rich4 hoe jong ik ook ben … • as young as I may be/am …jij zegt ook maar alles, wat je voor de mond komt • you say whatever pops into your headalles, maar dan ook alles! • absolutely everythingrepareer het hoe dan ook • fix it however you canhoe het ook zij, laten we nu maar gaan • anyway, let's go nowhoe dan ook • anyhowwat er ook gebeure • whatever happens, come what maywat je ook doet • whatever you doheb je je sjaal of wat je ook kwijt was gevonden? • have you found your scarf or whatever it was you had lost?wie (dan) ook • whoeverik heb zijn hulp aangenomen, ook al is die vrijwel niets waard • I have accepted his help, even though it's hardly worth anythinghoe zeer zij zich ook inspande • as hard as she tried5 hij is dan ook gestraft • and therefore/so he's been punished6 heb je haar ook voorbij zien gaan? • did you see her go past by any chance?kun je me ook zeggen waar hij woont? • could you tell me where he lives, (please)?(dat is) maar goed ook! • and a good thing too!jij hebt ook nooit tijd! • you never have any time!hoe heet hij ook weer? • what was his name again? -
90 soms
1 [weleens] sometimes2 [in enkele gevallen] sometimes♦voorbeelden:3 heb je Jan soms gezien? • have you seen John by any chance?hebt u soms een sigaret voor me? • do you happen to have a cigarette?dat is toch mijn zaak, of niet soms? • that's my business, or am I mistaken?als je hem soms ziet … • if you should happen to see him … -
91 wie
♦voorbeelden:1 wie zijn boek is dit?, van wie is dit boek? • whose book is this?wie heb je gezien? • who have you seen?wie kan ik zeggen dat er is? • who shall I say is calling?met wie (spreek ik)? • who is this/that?wie van jullie? • which of you?2 [zonder antecedent] who♦voorbeelden:het meisje (aan) wie ik het boek gaf • the girl to whom I gave the book1 [welke persoon dan ook] whoever♦voorbeelden:1 wie anders dan Jan? • who (else) but John?wie dan ook • anybody, anyone, whoeverwie er ook komt, zeg maar dat ik niet thuis ben • whoever comes, tell them I'm out -
92 zo
zo1〈 bijwoord〉1 [overeenstemmend met een werkelijkheid] so ⇒ like this/that2 [overeenstemmend in maat, graad] as, so3 [op deze wijze] so ⇒ like this/that, this/that way4 [aanstonds] right away5 [zeer] so♦voorbeelden:zo hoog • so/this highzo ben ik niet • I'm not like thathet heeft zo moeten zijn • that's the way it had to bedat is zo, zo is het • that's so/right, so it isals dat zo is … • if that's the case …het zij zo • so be itzo zijn er niet veel • there aren't many like thatzo iets geks heb ik nog nooit gezien • I've never seen anything so crazydaar zeg je zo iets • now you're talking, that's right; 〈 nu schiet me iets te binnen〉 that reminds mezij gaan vaak naar clubs en zo • they often go out to clubs and that sort of thingeen jaar of zo • a year or so2 ze was zó blij dat ze … • she was so happy she …het is allemaal niet zo eenvoudig • it's not as simple as it seemsdit stuk is net zo groot • this piece is just as bighalf zo lang/groot • half as long/bighij is zo oud/niet zo oud als ik • he is as old/not so/as old as I amze is toch zo verlegen! • she is so shyhij was zo verstandig om te zwijgen • he was sensible enough to keep quiethij voelde zich niet zo best • he didn't feel so wellzo goed als ie kon • as well as he couldzo nu en dan • every now and then3 zó doe je dat! • that's the way you do it!zij doet maar zo • she's just pretendingo, gaat dat zo • so that's how it workswie huilt daar zo? • who's crying (like that)?zó is het! • that's the way it is!goed zo, Jan! • well done, John!dat zie je zo • you can see that straight awayzo juist • just nowbrood, zo uit de oven • bread right from the ovendie vrouw is zó • she's a great womanzo wist hij onder meer te vertellen, dat … • he told us among other things that …zo zijn • be that way (inclined)————————zo2〈 voegwoord〉1 [gelijk, als] as2 [indien] if♦voorbeelden:2 zo hij het al wist, hij heeft niet gereageerd • if he did (in fact) know, he (certainly) didn't respondzo ja, waarom/zo nee, waarom niet • if so, why/if not, why notje zult je huiswerk maken, zo niet, dan krijg je een aantekening • you should do your homework, otherwise you'll get a bad mark————————zo31 well ⇒ so♦voorbeelden:zo, dat is dat • well (then), that's thatmijn vrouw heeft zich een computer aangeschaft! zo! • my wife has bought herself a computer. really?
См. также в других словарях:
Jan — ist ein männlicher Vorname. Er ist die niederländische, norddeutsche, sorbische und eine häufige tschechische, polnische und skandinavische Form von Johannes. Im englischsprachigen Raum ist Jan auch als weiblicher Vorname gebräuchlich, als… … Deutsch Wikipedia
Ján — ist eine slowakische Form des männlichen Vornamens Johannes.[1] Namensträger Ján Babjak (* 1953), Metropolit der griechisch katholischen Kirche in der Slowakei Ján Čapkovič (* 1948), slowakischer Fußballspieler Ján Čarnogurský (* 1944),… … Deutsch Wikipedia
Jan — /jan/; for 1 also Du., Ger. /yahn/, n. 1. a male given name, form of John. 2. a female given name, form of Janet. * * * (as used in expressions) Brueghel Jan the Elder Jan Amos Komenský Dussek Jan Ladislav Eyck Jan van Gossart Jan Jan Mabuse Jan… … Universalium
Jan — m. Adaptación del nombre «khan», defendida como la más conforme a la pronunciación de esta palabra en su lengua original. ⇒ Can, kan, Khan. * * * jan. m. Cuba. Vara de madera dura, rematada en una punta de hierro, que se emplea para ahoyar en la… … Enciclopedia Universal
jan — [ ʒɑ̃ ] n. m. • 1546; probablt de Jean, prénom ♦ Au trictrac, Coup donnant ou ôtant des points; chacun des deux compartiments attribués à un joueur. Petit, grand jan. ⊗ HOM. 1. Gens, gent. ● jan nom masculin (de faire jean, faire deux points au… … Encyclopédie Universelle
Jan — o JAN puede referirse a: Nombres propios: Una variante de John, usada especialmente en Dinamarca, en el norte de Alemania y en lenguajes de la europa del Este (en Eslovaquia, Ján). En inglés, apócope de Janice o Janet. En catalán, nombre propio… … Wikipedia Español
jan — 1. (jan) s. m. Terme du jeu de trictrac, qui désigne tous les accidents par lesquels on peut gagner ou perdre des points ; les jans sont donc très nombreux. 1° Le petit jan, celle des deux tables sur laquelle on range les dames en commençant la… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
JAN — als Abkürzung bezeichnet: Jackson (Mississippi), IATA Code des Flughafens in den USA Japan Article Number, eine Produktkennzeichnung für Handelsartikel in Japan Joint Army/Navy Phonetic Alphabet, eine Buchstabiertafel Jan ist: Januar,… … Deutsch Wikipedia
ǰan — Jan (géorgien) ჯან Jan Graphies Graphie {{{graphie}}} Capitale {{{capitale}}} Bas de casse {{{bas de casse}}} Isolée {{{isolée}}} … Wikipédia en Français
Jan — m, f 1 (m.); pronounced /jan/ Dutch, Low German, Scandinavian, Polish, and Czech form of JOHN (SEE John). 2 (m.); pronounced /dzæn/) English: a revival of Middle English Jan, a byform of JOHN (SEE John). The forms Johan and … First names dictionary
Jan. — Jan. Jan. written abbreviation for January * * * Jan. UK US (also Jan) ► WRITTEN ABBREVIATION for January … Financial and business terms