-
1 wie
♦voorbeelden:1 wie zijn boek is dit?, van wie is dit boek? • whose book is this?wie heb je gezien? • who have you seen?wie kan ik zeggen dat er is? • who shall I say is calling?met wie (spreek ik)? • who is this/that?wie van jullie? • which of you?2 [zonder antecedent] who♦voorbeelden:het meisje (aan) wie ik het boek gaf • the girl to whom I gave the book1 [welke persoon dan ook] whoever♦voorbeelden:1 wie anders dan Jan? • who (else) but John?wie dan ook • anybody, anyone, whoeverwie er ook komt, zeg maar dat ik niet thuis ben • whoever comes, tell them I'm out -
2 alwie
conj. whoever, whichever person, who--------pron. whoever, whichever person, who -
3 even
1 [door twee deelbaar] even♦voorbeelden:¶ het is mij om het even • it's all the same/all one to meom het even wat je doet • whatever you doom het even wie/welke • whoever/whichever, no matter who/whichII 〈 bijwoord〉1 [in dezelfde/gelijke mate] (just) as2 [als versterkende bevestiging] just3 [een korte tijd] just ⇒ (just) (for) a moment/while/bit4 [in korte tijd, met weinig moeite] just6 [een weinig] just (a bit)♦voorbeelden:in even grote aantallen/hoeveelheden • in equal numbers/quantitieshij is even oud als ik • he is (just) as old as I amhet is er nog altijd even rommelig • it's as untidy as everhij is even slim als sterk • he is as clever as he is strong2 dat is even mooi! • isn't that something!zij is altijd even opgewekt • she's always nice and cheerfulwas (me) dat even lachen • what a laugh that was!een salaris van maar even drie ton • a salary of no less than Dfl300,0003 het duurt nog wel even • it'll take a bit/while longerhoor eens even • (just) listenmag ik u even storen? • may I disturb you just for a moment?wacht eens even • just wait a momenteens even zien • let me seeheel even • just for a second/minuteeven later/daarna • shortly afterwardsnog even doorzetten • go on for just a bit longerje was net even te laat • you were just a bit too latedit moet toch even worden gezegd • this (just) needs to be saidzij is even in/over de twintig • she is just in her twenties/over twentyals ze het maar even niet hoeven te doen, dan … • if they can possibly manage without doing it, …ho eens even! • whoa! -
4 hij die …
hij die …he who …, whoever … -
5 hij
hij1〈de〉1 he♦voorbeelden:————————hij21 he ⇒ 〈 op voorwerp slaand〉 it♦voorbeelden:1 iedereen is trots op het werk dat hij zelf doet • everyone is proud of the work they do themselveshij staat scheef, die toren • it's leaning, that towerhij daar • him over therehij die … • he who …, whoever … -
6 om het even wie/welke
om het even wie/welkewhoever/whichever, no matter who/whichVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > om het even wie/welke
-
7 ook
3 [zelfs] even5 [dienovereenkomstig] therefore♦voorbeelden:1 zijn er ook brieven? • are there any letters?wat hij zegt gebeurt ook • whatever he says goesAn was ook van de partij • Ann came along toomag ik ook eens wat zeggen? • may I say something too?ik ben er ook nog • I'm here toohij kookte, en heel goed ook • he did the cooking and very well toohet is mooi, en nog goedkoop ook • it is beautiful and cheap as wellmisschien doet hij het, misschien ook niet • maybe he'll do it and (then again) maybe he won'thij heeft niet gewacht, en ik trouwens ook niet • he didn't wait and neither did Izo vreselijk moeilijk is het nu ook weer niet • it's not all that difficult (after all)dat hebben we ook weer gehad • so much for that, that's over and done withze lust geen appels, en ook geen sinaasappels • she doesn't like apples or orangesniet alleen …, maar ook … • not only …, but also …morgen kan ook nog • tomorrow will be all right tooik hou van tennis en hij ook • I like tennis and so does he‘prettig weekend.’ ‘jij ook’ • ‘have a nice weekend.’ ‘(and) you too’‘je bent een stommeling.’ ‘jij ook’ • ‘you're an idiot.’ ‘so are you/you too’ik ben ook maar een mens • I'm only humanopa praatte ook zo • grandpa used to talk like that (too)mij ook goed! • suits medat is ook wat moois! • 〈 ironisch〉 that's a bit much!dat is waar ook! • that's true, of course!; 〈 bij het plots te binnen schieten〉 oh, I almost forgot!zo denk ik er ook over • I feel the same way about itook al is hij niet rijk • even though he's not rich4 hoe jong ik ook ben … • as young as I may be/am …jij zegt ook maar alles, wat je voor de mond komt • you say whatever pops into your headalles, maar dan ook alles! • absolutely everythingrepareer het hoe dan ook • fix it however you canhoe het ook zij, laten we nu maar gaan • anyway, let's go nowhoe dan ook • anyhowwat er ook gebeure • whatever happens, come what maywat je ook doet • whatever you doheb je je sjaal of wat je ook kwijt was gevonden? • have you found your scarf or whatever it was you had lost?wie (dan) ook • whoeverik heb zijn hulp aangenomen, ook al is die vrijwel niets waard • I have accepted his help, even though it's hardly worth anythinghoe zeer zij zich ook inspande • as hard as she tried5 hij is dan ook gestraft • and therefore/so he's been punished6 heb je haar ook voorbij zien gaan? • did you see her go past by any chance?kun je me ook zeggen waar hij woont? • could you tell me where he lives, (please)?(dat is) maar goed ook! • and a good thing too!jij hebt ook nooit tijd! • you never have any time!hoe heet hij ook weer? • what was his name again? -
8 wie (dan) ook
wie (dan) ook -
9 wie dan ook
wie dan ookanybody, anyone, whoever
См. также в других словарях:
whoever — whoever, who ever, whomever 1. The same distinction applies here as to whatever and what ever, whoever being written as one word when it is an indefinite relative pronoun equivalent to ‘whatever person’ used in statements or commands (Whoever… … Modern English usage
Whoever — Who*ev er, pron. Whatever person; any person who; be or she who; any one who; as, he shall be punished, whoever he may be. Whoever envies or repines. Milton. Whoever the king favors. Shak. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
whoever — [ho͞o ev′ər] pron. 1. any person that; whatever person [whoever wins gets a prize] 2. no matter what person [whoever said it, it s not so] 3. what person? who?: an emphatic interrogative [whoever told you that?] … English World dictionary
whoever — noun any individual, any person, anybody, anyone, no matter who, whomever, whomsoever, whosoever Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
whoever — late O.E. hwa efre … Etymology dictionary
whoever — ► PRONOUN 1) the person or people who; any person who. 2) regardless of who. 3) used for emphasis instead of ‘who’ in questions … English terms dictionary
whoever — who|ev|er [ hu evər ] pronoun ** Whoever can be used in the following ways: as a relative pronoun (starting a relative clause that is the subject, object, or complement of another clause): You can invite whoever you want. Whoever comes will be… … Usage of the words and phrases in modern English
whoever */*/ — UK [huːˈevə(r)] / US [huˈevər] pronoun Summary: Whoever can be used in the following ways: as a relative pronoun (starting a relative clause that is the subject, object, or complement of another clause): You can invite whoever you want. ♦ Whoever … English dictionary
whoever — [[t]huːe̱və(r)[/t]] 1) CONJ SUBORD You use whoever to refer to someone when their identity is not yet known. Whoever did this will sooner or later be caught and will be punished... Whoever wins the election is going to have a tough job getting… … English dictionary
whoever — who|ev|er S2 [hu:ˈevə US ˈevər] pron 1.) used to say that it does not matter who does something, is in a particular place etc ▪ I ll take whoever wants to go. ▪ When you re done with the book, just give it to Kristin or Shelley or whoever. 2.)… … Dictionary of contemporary English
whoever — /hooh ev euhr/, pron.; possessive whosever; objective whomever. 1. whatever person; anyone that: Whoever did it should be proud. Ask whoever is there. Tell it to whomever you like. 2. no matter who: I won t do it, whoever asks. 3. who? what… … Universalium