-
1 altijd prijs!
altijd prijs!à tous les coups on gagne! -
2 alvast
-
3 armoedig
♦voorbeelden: -
4 bestaan
bestaan1〈 het〉♦voorbeelden:hij heeft een goed bestaan • il gagne bien sa viedat is geen menswaardig bestaan • ce n'est pas une vie————————bestaan21 [er zijn] exister2 [+ uit, in][inhouden] consister (à <+ onbepaalde wijs>, en, dans <+ zelfstandig naamwoord>)3 [rondkomen] vivre4 [mogelijk zijn] être possible♦voorbeelden:blijven bestaan • persisterergens geen misverstanden over laten bestaan • ne laisser subsister aucun malentendu4 hoe bestaat het! • comment est-ce possible! -
5 bootlengte
-
6 boterham
♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk, pejoratief〉 zij is een afgelikte boterham • 〈 sterker〉 tout le monde lui a passé dessus sauf le train; 〈 zwakker〉 elle a vu le loupeen droge boterham • du pain secboterhammen klaarmaken • faire des tartinesboterhammen smeren • beurrer des tranches de painboterham met jam • tartine de confiturezijn boterham verdienen • gagner son pain -
7 boven
boven1〈 bijwoord〉1 [algemeen] en haut♦voorbeelden:iemand boven laten • faire monter qn.boven was het uitzicht fantastisch • en haut, la vue était splendidewij staan boven aan de lijst • nous sommes en haut de la listede bordjes staan boven in de kast • les assiettes sont en haut de l'armoirenaar boven gaan • monterde man zat boven op het huis • l'homme était sur le toit de la maisontot boven aan toe • jusqu'en hautvan boven bekijken • regarder d'en hautvan boven tot onderen • de haut en basde vierde regel van boven • la quatrième ligne à partir du hautvan boven af • à partir du haut¶ Oranje boven! • vive la maison d'Orange!weer boven komen • refaire surfacedat gaat mijn verstand te boven • ça me dépassedat gaat mijn financiële draagkracht te boven • c'est au-dessus de mes moyenste boven komen • venir à bout dehij is de operatie te boven (gekomen) • il s'est remis de son opérationhij is alle moeilijkheden te boven (gekomen) • il a repris le dessuseen maatschappelijke hervorming moet van boven af beginnen • une réforme sociale doit partir du sommet————————boven2〈 voorzetsel〉1 [algemeen] au-dessus de2 [behalve] en plus de♦voorbeelden:niet boven de begroting gaan • ne pas dépasser les limites d'un budgetde rekening komt boven de honderd gulden • la note dépasse les cent florinskinderen boven de drie jaar • les enfants de plus de trois anseen majoor staat boven een kapitein • un colonel est au-dessus d'un capitainede bel zit boven het naamplaatje • la sonnette est placée au-dessus de la plaquehij staat ver boven zijn tijdgenoten • il est très supérieur à ses contemporainshij is boven alle verdenking verheven • il est au-dessus de tout soupçontien graden boven het vriespunt • dix degrés au-dessus de zéroiemand bevoorrechten boven een ander • favoriser une personne au détriment d'une autreuitmunten boven • être supérieur (à)uitsteken boven • dépasser de2 hij verdient nog wel duizend gulden boven zijn maandsalaris • en plus de son mois, il gagne bien encore mille florinsboven de wind • au vent -
8 brand
♦voorbeelden:uitbreiding van de brand • propagation de l'incendiede brand breidt zich verder uit • l'incendie gagne du terraindoor brand beschadigd • endommagé par le feude brand grijpt om zich heen • l'incendie se propagebrand stichten • allumer un incendieer is (een hevige) brand uitgebroken • un (violent) incendie a éclatéeen uitslaande brand • un violent incendiein brand staan • être en feupapier in brand steken • faire brûler du papierde wereld staat in brand • le monde est à feu et à sangin brand raken, vliegen • prendre feuiets in brand steken • mettre le feu à qc.(er is) brand! • au feu!2 iemand uit de brand helpen • tirer qn. d'embarras -
9 broodwinning
-
10 cent
♦voorbeelden:ik zing niet tweemaal (geen twee liedjes) voor één cent • une fois, ça va, deux fois, c'est tropzonder een cent neer te tellen • sans débourser un souhij zou een cent in tweeën bijten • il tondrait un oeuf2 iemand voor geen cent vertrouwen • ne pas faire confiance à qn. pour un soudat deugt voor geen cent • 〈 ondeugdelijk〉 ça ne ressemble à rien; 〈 niet pluis〉 ça ne me dit rien de bongeen cent om iemand, iets geven • n'attacher aucune valeur, aucun prix à qn., qc.ik geef geen cent voor dat boek • je ne donne pas deux sous de ce livrehij is geen cent rijk • il n'a pas un souik ben er geen cent wijzer van geworden • je n'y ai rien gagnébulken van de centen • rouler sur l'orcenten zat hebben • en avoir plein les pocheshij heeft centen • il a de quoihij doet het alleen om de centen • il fait ça uniquement pour l'argentom de centen trouwen • faire un mariage d'argenterg op de centen zijn • être près de ses soushij zou op een (halve) cent doodvallen • il tondrait un oeufzonder een cent zitten • être sans le sou -
11 dat is alvast meegenomen
dat is alvast meegenomen -
12 dat is meegenomen
dat is meegenomen -
13 dat is opgelegd pandoer
dat is opgelegd pandoer -
14 dat scheelt altijd zoveel
dat scheelt altijd zoveel -
15 de aandelen X zijn drie punten gestegen
de aandelen X zijn drie punten gestegenDeens-Russisch woordenboek > de aandelen X zijn drie punten gestegen
-
16 de brand breidt zich verder uit
de brand breidt zich verder uitDeens-Russisch woordenboek > de brand breidt zich verder uit
-
17 door paniek overweldigd worden
door paniek overweldigd worden -
18 een armoedig baantje
een armoedig baantje -
19 een loterij zonder nieten
een loterij zonder nieten -
20 er zit een dikke (flinke, goede) boterham in
er zit een dikke (flinke, goede) boterham inDeens-Russisch woordenboek > er zit een dikke (flinke, goede) boterham in
См. также в других словарях:
gagne-pain — [ gaɲpɛ̃ ] n. m. inv. • 1566; « ouvrier peu payé » XIIIe; de gagner et pain ♦ Ce qui permet à qqn de gagner sa vie. « ils tressent des paniers; c est leur métier, leur gagne pain depuis des siècles » (Alph. de Châteaubriant). ● gagne pain nom… … Encyclopédie Universelle
gagne-petit — [ gaɲpəti ] n. m. inv. • 1597; de gagner et petit « peu » ♦ Personne qui a un métier peu rémunérateur. ⇒ besogneux, miteux. ● gagne petit nom invariable Personne dont le métier rapporte peu. Personne qui n a pas d ambition dans son métier. gagne… … Encyclopédie Universelle
gagné — gagné, ée (ga gné, gnée) part. passé de gagner. 1° Obtenu en qualité d avantage. Les récompenses gagnées par le mérite. Bataille gagnée, victoire remportée. Procès gagné, procès dans lequel les juges ont prononcé en votre faveur.… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Gagné (surname) — Gagne or Gagné is a surname, and may refer to:* Dave Gagner, former NHL hockey player * Eric Gagné, Canadian Major League pitcher for the Milwaukee Brewers * Etienne Paulin Gagne, French poet, writer, eccentric * Greg Gagne (wrestler) (born 1948; … Wikipedia
Gagné — Gagne oder Gagné ist der Familienname folgender Personen: Robert Gagné (1916–2002), US amerikanischer Psychologe und Pädagoge Simon Gagné (* 1980), kanadischer Eishockeyspieler Verne Gagne (* 1923), US amerikanischer Profiwrestler Gagne (Fluss)… … Deutsch Wikipedia
gagne — [ gaɲ ] n. f. • 1968; déverbal de gagner ♦ Sport, fam. La gagne : la ferme intention de gagner; victoire. « c est le « mental » qui fait la différence... La gagne » (F. Giroud). ● gagne nom féminin Familier. Pour un sportif, énergie qui le fait… … Encyclopédie Universelle
gagne-denier — ⇒GAGNE DENIER, subst. masc. Vx. Celui qui gagne sa vie au jour le jour sans avoir de métier déterminé. Les victimes du bazar, les pauvres gagne deniers qui portaient la balle en plein vent (RICHEPIN, Pavé, 1883, p. 146). Prononc. et Orth. : [ ]… … Encyclopédie Universelle
Gagne — oder Gagné ist der Familienname folgender Personen: Robert Gagné (1916–2002), US amerikanischer Psychologe und Pädagoge Simon Gagné (* 1980), kanadischer Eishockeyspieler Verne Gagne (* 1923), US amerikanischer Profiwrestler Gagne (Fluss) ist… … Deutsch Wikipedia
Gagne — Surtout porté dans la Haute Loire, désigne celui qui est originaire d une localité appelée Gagne. On a le choix entre plusieurs hameaux dans les communes de Saint Germain Laprade, Mazeyrat d Allier et Saint Austremoine (43), ou encore Flaviac… … Noms de famille
gagné — Gagné, [gagn]ée. part. pass. Outre toutes les significations & tous les usages de son verbe, il a encore un usage particulier avec le verbe, Donner, Donner gagné. je vous le donne gagné, pour dire, Je vous le quitte, je confesse que vous avez l… … Dictionnaire de l'Académie française
gagne-petit — Gagne petit. s. m. Celuy dont le mestier est d esmoudre des couteaux, des ciseaux &c. C est un gagne petit. faites venir ce gagne petit … Dictionnaire de l'Académie française