-
1 hachje
vie -
2 leven
vie, vivre -
3 leven
leven1〈 het〉♦voorbeelden:een bruin leven • une vie de cocagneeen dubbel leven leiden • mener une vie doublehet leven wordt steeds duurder • (le coût de) la vie ne cesse d'augmenterzijn eigen leven leiden • vivre sa viedat verhaal is een eigen leven gaan leiden • ce récit est devenu un tout indépendant du contexteeen lekker leventje leiden • se la couler doucedat is een lekker leventje • c'est la belle vieals je leven je lief is • si ta vie t'est précieuseeen lui leventje • une petite vie pépèrenieuw leven inblazen • revitalisereen nieuw leven beginnen • refaire sa viehet ongeboren leven • la vie foetaleeen ongeregeld leven leiden • mener une vie de bâton de chaiseeen teruggetrokken leven leiden • mener une vie retiréeeen verdorven leven leiden • mener une vie dissolueeen vrolijk leventje leiden • mener joyeuse viehij danste alsof zijn leven er van afhing • il dansait comme si c'était une question de vie ou de mortzich het leven benemen, zich van het leven beroven • se suiciderals vrijgezel door het leven gaan • être célibatairezijn leven hangt aan een zijden draad(je) • sa vie pend à un filhet leven erbij inschieten • y laisser la viezo is het leven • c'est la vieiemand het leven laten • laisser la vie sauve à qn.iemand het leven ontnemen • ôter la vie à qn.zijn leven redden • sauver sa viehet leven schenken aan • donner la vie àhoe staat het leven? • comment ça va?voor zijn leven strijden • défendre sa peauzijn leven wagen • risquer sa viemijn leven lang • ma vie durantbij, tijdens zijn leven • de son vivantzich door het leven slaan • se débrouiller dans la viein leven • en vieiets in het leven roepen • mettre qc. sur piedhet leven in het hiernamaals • (la vie de) l'au-delàmet zijn leven spelen • risquer sa vieiemand naar het leven staan • attenter à la vie de qn.om het leven komen • trouver la mortiemand om het leven brengen • tuer qn.uit het leven gegrepen • pris sur le vifvan zijn leven niet • jamais de la vieheb je van je leven! • a-t-on jamais vu ça!voor zijn leven geborgen zijn • avoir du foin dans ses bottes pour le restant de ses jourshij is voor zijn leven ongelukkig • il est malheureux pour la vievoor het leven benoemd • nommé à viezij heeft geen leven bij die man • ce n'est pas une vie (pour elle) auprès de cet hommeeen leven als een luis op een zeer hoofd hebben • vivre comme un coq en pâte〈 spreekwoord〉 zolang er leven is, is er hoop • tant qu'il y a de la vie, il y a de l'espoir¶ dat brengt leven in de brouwerij • 〈 het wordt levendig〉 cela met de l'entrain; 〈 de zaken gaan vooruit〉 les affaires prennent tournuretoen begon het lieve leventje • …, ce qui mit le feu aux poudreswat is er een leven op straat! • quelle animation il y a dans la rue!leven maken • faire du tapagezij is in het leven • elle est prostituéenaar het leven tekenen • dessiner d'après natureeen leven als een oordeel • un tapage infernal————————leven21 vivre♦voorbeelden:leeft die vaas nog? • ce vase n'est toujours pas cassé?blijven leven • rester en viemen moet leven en laten leven • il faut vivre et laisser vivrewe moeten daar nog een jaar mee leven • il faudra supporter cela un an encorestil gaan leven • se retirer des affairesin angst leven • vivre dans l'angoissemet deze man valt niet te leven • cet homme est invivablenaar iets toe leven • se réjouir à l'idée de qc.leven tussen hoop en vrees • flotter entre l'espoir et la craintehij leeft van rijst • il vit de rizvan zijn rente leven • vivre de ses renteshij heeft genoeg om van te leven • il a de quoi vivrevan dit vak kun je niet leven • ce métier ne nourrit pas son hommezo waar als ik leef • aussi vrai que j'existezij leven langs elkaar heen • ils vivent chacun de leur côtémen moet ermee leren leven • il faudra bien s'y faire〈 spreekwoord〉 wie dan leeft, die dan zorgt • qui vivra, verra¶ leve de koningin! • vive la reine!dat portret leeft • ce portrait vitdeze romanpersonages leven • les personnages de ce roman sont vrais -
4 kost
♦voorbeelden:de kosten van levensonderhoud • le coût de la vietegen hoge kosten • à grands fraisvaste kosten • charges fixesvrij van alle kosten • tous frais payésvrij van kosten • francobijdragen in de kosten • participer aux fraisde kosten dragen • supporter les fraisveel kosten meebrengen • entraîner de grosses dépenseskosten noch moeite sparen • ne pas épargner sa peineer zijn geen kosten aan deze onderneming verbonden • cette entreprise n'occasionne pas de fraisde kosten eruit halen • rentrer dans ses fraisiemand op kosten jagen • pousser qn. à la dépenseop kosten van het rijk, van de zaak • aux frais de l'Etat, de l'entrepriseniet op de kosten kijken • ne pas regarder à la dépenseop iemands kosten leven • vivre aux crochets de qn.uit de kosten zijn • être sorti des frais〈 spreekwoord〉 de kost gaat voor de baat uit • pour gagner de l'argent, il faut en dépenserde dagelijkse kost • l'ordinaireeenvoudige kost • cuisine simplezware kost • aliments bourratifsde kost verdienen • gagner sa vieik zou ze niet graag de kost willen geven, die … • ceux qui … sont légionaan de kost komen • gagner sa viebij iemand in de kost zijn • être en pension chez qn.wat doe jij voor de kost? • qu'est-ce que tu fais dans la vie?doe jij ook eens wat voor de kost! • mets la main à la pâte!ten koste van zijn leven • au prix de sa viegeestig zijn ten koste van iemand anders • faire de l'esprit aux dépens de qn. -
5 bestaan
bestaan1〈 het〉♦voorbeelden:hij heeft een goed bestaan • il gagne bien sa viedat is geen menswaardig bestaan • ce n'est pas une vie————————bestaan21 [er zijn] exister2 [+ uit, in][inhouden] consister (à <+ onbepaalde wijs>, en, dans <+ zelfstandig naamwoord>)3 [rondkomen] vivre4 [mogelijk zijn] être possible♦voorbeelden:blijven bestaan • persisterergens geen misverstanden over laten bestaan • ne laisser subsister aucun malentendu4 hoe bestaat het! • comment est-ce possible! -
6 brandewijn
♦voorbeelden: -
7 levensverzekering
-
8 gevoelsleven
ovie f intérieure, vie affective -
9 aanslag
♦voorbeelden:4 een aanslag plegen op • attenter à (la vie de qn.), commettre un attentat contreaanslag op iemands leven • attentat à la vie de qn.een aanslag op de ambassade • un attentat visant l'ambassade -
10 arbeidsproces
♦voorbeelden: -
11 een teruggetrokken leven leiden
een teruggetrokken leven leiden————————een teruggetrokken leven leidenDeens-Russisch woordenboek > een teruggetrokken leven leiden
-
12 een vrolijk leventje leiden
een vrolijk leventje leiden————————een vrolijk leventje leiden -
13 gevaar
♦voorbeelden:er dreigt gevaar • un danger menacezijn leven loopt gevaar • sa vie est en dangergevaar lopen • courir un dangerde zieke is buiten gevaar • le malade est hors de dangerin gevaar verkeren • être en dangeriemand, iets in gevaar brengen • mettre en danger qn., qc.de vrede in gevaar brengen • menacer la paixzijn gezondheid in gevaar brengen • compromettre sa santémet gevaar voor eigen leven • au risque de sa viehij is een gevaar voor de maatschappij • c'est un danger publichet gevaar dat ons boven het hoofd hangt • la menace qui pèse sur nouser is geen enkel gevaar te duchten • il n'y a absolument rien à craindre -
14 hij werd voor het leven getekend
hij werd voor het leven getekend〈m.b.t. litteken〉 il en a gardé la cicatrice toute sa vie 〈 ook figuurlijk〉; 〈m.b.t. reputatie〉 cela l'a stigmatisé pour la vieDeens-Russisch woordenboek > hij werd voor het leven getekend
-
15 koopsompolis
-
16 leefwijze
♦voorbeelden:zijn regelmatige leefwijze • sa vie régléeveganistische leefwijze • régime végétalien -
17 levensdag
♦voorbeelden:nooit van zijn levensdagen • jamais de la vie -
18 levensjaar
♦voorbeelden: -
19 levenslang
♦voorbeelden:hij kreeg levenslang • il a été condamné à perpétuitédat zal hem levenslang heugen • il s'en souviendra toute sa vie→ link=gevangenisstraf gevangenisstraf -
20 levenslust
♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
vie — vie … Dictionnaire des rimes
VIE — «Qui sait si la première notion de biologie que l’homme a pu se former n’est point celle ci: il est possible de donner la mort.» Cette réflexion de Valéry dans son Discours aux chirurgiens (1938) va plus loin que sa destination première. Peut… … Encyclopédie Universelle
vie — 1. (vie) s. f. 1° En général, état d activité de la substance organisée, activité qui est commune aux plantes et aux animaux. Chez les plantes, la vie est constituée par deux fonctions, la nutrition et la génération ; chez les animaux, il y a… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
vie — VIE. s. f. L union de l ame avec le corps. L action de l ame unie avec un corps organisé. Vie animale. vie sensitive. vie vegetative. longue vie. courte vie. les principes de la vie. ceux dont nous tenons la vie, qui nous ont donné la vie. Dieu… … Dictionnaire de l'Académie française
Vie — (IPA: / vi.e/), which means vine in Romanian, is a district, or quarter, of Oradea, a city in Bihor, Romania.GeographyVie is situated in the hills overlooking Oradea, in the northern part of the town. It spans quite a large area, from a part just … Wikipedia
VIE — (homonymie) Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Sommaire 1 Nom commun 2 Toponyme 3 Sigle/ac … Wikipédia en Français
vie — VÍE, vii, s.f. 1. Teren plantat cu viţă (I); plantaţie de viţă. 2. Viţă (I). – lat. vinea. Trimis de RACAI, 30.09.2003. Sursa: DEX 98 VÍE s. (bot.; Vitis) viţă. (Frunză de vie; plantează vie.) Trimis de siveco, 05.08.2004. Sursa: Sinonime víe … Dicționar Român
VIE — steht für: Vie (Atlantik), ein Küstenfluss im Département Vendée in Frankreich Vie (Dives), ein Fluss in der Region Basse Normandie in Frankreich Die Abkürzung VIE steht für: das deutsche Kfz Kennzeichen für den Kreis Viersen den IATA… … Deutsch Wikipedia
vie — [vaı] v past tense and past participle vied present participle vying third person singular vies [Date: 1500 1600; : Old French; Origin: envier [i] to invite, challenge , from Latin invitare; INVITE1] to compete very hard with someone in order to… … Dictionary of contemporary English
Vie — Vie, v. i. [imp. & p. p. {Vied}; p. pr. & vb. n. {Vying}.] [OE. vien, shortened fr. envien, OF. envier to invite, to challenge, a word used in gambling, L. invitare to invite; of uncertain origin. Cf. {Invite}, {Envie}.] 1. To stake a sum upon a… … The Collaborative International Dictionary of English
Vie — Vie, v. t. 1. To stake; to wager. [Obs.] B. Jonson. [1913 Webster] 2. To do or produce in emulation, competition, or rivalry; to put in competition; to bandy. [Obs.] [1913 Webster] She hung about my neck; and kiss on kiss She vied so fast. Shak.… … The Collaborative International Dictionary of English