-
1 inwendig
inwendig♦voorbeelden:eine inwendige Tasche • een binnenzak〈 informeel〉 etwas, jemanden in- und auswendig kennen • iets, iemand van binnen en van buiten kennen -
2 inwendig
internoDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > inwendig
-
3 внутренний
inwendig, innerlijk, intern, binnen ; binnenlands -
4 inherent store
inwendig geheugen -
5 internal memo
inwendig memo -
6 internal memory
inwendig geheugen (het geheugen waartoe de centrale verwerkingseenheid zich keert (CPU)bij de computer) -
7 internal
-
8 inward
adj. innerlijk, inwendig; binnenwaarts--------adv. innerlijk, inwendig; binnenwaarts--------n. inwaarts, binnenwaartsinward1[ inwəd] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉————————〈 bijwoord〉 -
9 interne
interne [ẽtern]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m. & v.〉1 inwendig ⇒ binnen-, intern♦voorbeelden:¶ un(e) interne • inwonende leerling(e), intern(e), inwonend coassistent(e)1. m/f2) inwonende leerling/co-assistent2. adjinwendig, intern -
10 giblet
n. (eetbaar)inwendig orgaan (van gevogelte)[ dzjiblit] 〈 voornamelijk meervoud〉 -
11 interior
adj. inwendig, van binnen-(decoratie)--------n. interieur; binnenste van een gebouw; binnenlandsinterior1[ intiəriə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 binnenste ⇒ inwendige, binnenkant♦voorbeelden:————————interior21 inwendig ⇒ binnenst, binnen- -
12 inwardly
adv. inwendig, innerlijk; in zijn binnenste, in zichzelf; naar binnen[ inwədlie] -
13 within
adv. binnen, binnenin; van binnenuit; naar binnen--------n. binnenkant, in--------prep. binnen; inwithin1[ wiðin] 〈bijwoord; plaatsaanduidend〉♦voorbeelden:he was fuming within • inwendig kookte hij van woedeinquire within • binnen te bevragen————————within2〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:within the organization • binnen de organisatiestay within one's limits • binnen de grenzen van zijn mogelijkheden blijvenwithin ones's reach • binnen zijn bereikwithin sight • in zichtwithin the time it takes to • binnen de tijd die nodig is om tewithin a few years • binnen een tijdspanne van enkele jaren -
14 intérieur
intérieur1 [ẽteerjur]〈m.〉1 binnenste ⇒ inwendige, binnenkant♦voorbeelden:à l'intérieur • binnenà l'intérieur de • (binnen)inde, par l'intérieur • van binnenuitqn. qui est tourné vers l'intérieur • een in zichzelf gekeerd iemand————————intérieur2 [ẽteerjur]1 binnen-3 inwendig♦voorbeelden:1 cour intérieure • binnenhof, binnenplaatsmer intérieure • binnenzee→ for1. m1) binnenkant2) interieur3) binnenland4) binnenopname5) binnenspeler [sport]2. adj1) binnen-2) innerlijk3) inwendig4) binnenlands -
15 mental
mental [mãtaal],mentaux [mãtoo]1 onuitgesproken ⇒ stil(zwijgend), inwendig2 psychisch ⇒ geestelijk, mentaal♦voorbeelden:maladie mentale • geestesziekteadj1) stilzwijgend, inwendig2) psychisch, geestelijk, mentaal -
16 внутренний
adjgener. binnenlands, innerlijk, intern, inwendig, inheems, intrinsiek -
17 внутри
part. -
18 для внутреннего употребления
part.gener. voor inwendig gebruikRussisch-Nederlands Universal Dictionary > для внутреннего употребления
-
19 скалярное произведение
adjmath.anal. inwendig productRussisch-Nederlands Universal Dictionary > скалярное произведение
-
20 boil
n. steenpuist; kookpunt--------v. kokenboil1[ bojl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:be at the boil • staan te koken————————boil21 (staan te) koken ⇒ het kookpunt bereiken, gekookt worden♦voorbeelden:1 the kettle is boiling • het (thee)water staat op/kooktboiling hot • kokend heetboil away • staan te koken (tot niets overblijft)boil down • inkoken〈 informeel〉 boil down to • neerkomen op (in het kort, in grote lijnen)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 koken ⇒ aan de kook brengen/houden♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Inwendig — Inwêndig, adj. et adv. Superl. inwendigste, nach innen zu gewandt, im Innern befindlich. 1) Eigentlich, von dem Innern dem körperlichen Raume nach, oder von dem Innern eines Körpers; im Gegensatze des auswendig. Auswendig siehet das Haus schlecht … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
inwendig — Adj. (Oberstufe) sich auf der Innenseite befindend Synonym: innen Beispiel: Der Baum war inwendig ganz hohl und musste daher gefällt werden. Kollokation: ein inwendiger Gürtel … Extremes Deutsch
inwendig — ↑intern, ↑intus … Das große Fremdwörterbuch
inwendig — ↑ in, ↑ wenden … Das Herkunftswörterbuch
Inwendig — 1. Was nicht inwendig ist, das kann man nicht herausbringen. – Lehmann, 509, 5. *2. Er besieht sich inwendig. (Leipzig.) Von denen, die sofort schlafen, wenn sie sich gesetzt haben. *3. Er hat s inwendig wie ein hölzerner Bock den Talg (das Fett) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
inwendig — innere; innerer; intern; im Innern; inmitten; innerhalb; zwischen; im Bereich; unter * * * in|wen|dig [ ɪnvɛndɪç] <Adj.>: sich auf der Innenseite, im Innern befindend: eine inwendige Tasche; die … Universal-Lexikon
inwendig — auf der Innenseite, drinnen, im Inneren, innen, innerlich, intern. * * * inwendig:⇨drinnen(1) inwendigimInnern,innen,drinnen,innerlich,innerhalb … Das Wörterbuch der Synonyme
inwendig — ịn·wen·dig Adj ≈ innen ↔ außen: Die Kokosnuss ist inwendig hohl || ID jemanden / etwas in und auswendig kennen gespr; jemanden / etwas sehr gut, genau kennen … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
inwendig — inwendigadv 1.inwendigarbeiten=schlafen;gedankenverlorensein.DemSoldatenistallesTätigkeitundDienst.Sold.1915ff. 2.jninwendigbegucken=jnscharfverhören.1935ff. 3.sichinwendigbegucken(bekieken,beseheno.ä.)=schlafen.1870ff(beiTheodorFontane1887belegt)… … Wörterbuch der deutschen Umgangssprache
inwendig — enwendig … Kölsch Dialekt Lexikon
inwendig — ịn|wen|dig; in und auswendig … Die deutsche Rechtschreibung