-
21 voorbeeld
n. example, pattern, exemplar, model, sample, instance, lead, type -
22 bijvoorbeeld
• for instance: eg -
23 een exemplaar maken
• to instanceNederlands-Engels Technisch Woordenboek > een exemplaar maken
-
24 exemplaar
• copy• individual• instance• instantiated item• item• piece• specimen• unit -
25 iets actueel maken
• to instanceNederlands-Engels Technisch Woordenboek > iets actueel maken
-
26 instantiëren
• to instance• to instantiate -
27 maken van een exemplaar
• to instance• to instantiateNederlands-Engels Technisch Woordenboek > maken van een exemplaar
-
28 aanleg
4 [geneigdheid] tendency, bent, temperament♦voorbeelden:aanleg van elektriciteit • installation of electricityaanleg voor muziek • a talent for music -
29 bijvoorbeeld
♦voorbeelden:1 Jan, bijvoorbeeld, heeft bezwaren • John, for one, objects -
30 casus
-
31 een ernstige vorm van klassejustitie
een ernstige vorm van klassejustitiea serious form/instance of class justiceVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een ernstige vorm van klassejustitie
-
32 een opzichzelfstaand geval
een opzichzelfstaand gevalan isolated instance, an individual caseVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een opzichzelfstaand geval
-
33 geval
4 [vreemd voorwerp] affair ⇒ thing, 〈 techniek, technologie ook〉 contraption, 〈 techniek, technologie ook〉 device♦voorbeelden:neem het geval Jansen • take the Jansen affairvan geval tot geval • case by case2 dat is met hem ook het geval, hij zit met hetzelfde geval • he's in the same position, it's the same with himin uw geval zou ik het nooit doen • in your position I'd never do thaternstige/lichte gevallen • 〈 zieken, misdadigers〉 serious/minor casesin het gunstigste geval • at besttypisch geval • typical instancein het uiterste geval • at worst, if (the) worst comes to (the) worstals dit het geval is • if such is the caseik doe het in geen geval • I won't do it on any account/under any circumstancesin dat geval • in that casezelfs in dat geval • even then/soin elk/ieder geval • anyway, anyhowin geval van oorlog/brand/ziekte • in the event of war/fire/illnessin negen van de tien gevallen • nine times out of tenin voorkomende gevallen • as the occasion arisesin welk geval • in which casein enkele gevallen • in some casesvoor het geval dat • (just) in case5 wat wil nou het geval? • guess what, what do you think about this?het geval wilde • as luck would have it -
34 in eerste aanleg
in eerste aanlegVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in eerste aanleg
-
35 klassejustitie
♦voorbeelden:1 een ernstige vorm van klassejustitie • a serious form/instance of class justice -
36 noemen
1 [een naam/hoedanigheid geven] call, name; christen, baptize, dub 〈 ook een bijnaam geven〉♦voorbeelden:1 noem jij dit een gezellige avond? • is this your idea of a pleasant evening?wij noemen onze dochter Mary • we're calling our daughter Marydat noem ik nou eens moed • that's what I call courage!noem je dat werken? • (do you) call that working?het is wat je noemt fantastisch • it is really fantasticiemand bij zijn voornaam noemen • call someone by his first nameeen kind naar zijn vader noemen • name a child after his father2 zijn zegsman noemen • name/cite one's sourcezijn inspanning mag ook genoemd worden • his efforts must not go unmentionedom maar eens iets te noemen • to name (but) a few 〈 namen, voorbeelden〉; to name only one 〈 één voorbeeld noemen〉; for instance -
37 om maar eens iets te noemen
om maar eens iets te noemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > om maar eens iets te noemen
-
38 opzichzelfstaand
♦voorbeelden:1 een opzichzelfstaand geval • an isolated instance, an individual caseVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > opzichzelfstaand
-
39 rechtspraak in eerste instantie
rechtspraak in eerste instantieVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > rechtspraak in eerste instantie
-
40 typisch geval
typisch geval
См. также в других словарях:
instance — [ ɛ̃stɑ̃s ] n. f. • v. 1240 « application, soin »; lat. instantia 1 ♦ Sollicitation pressante. Vx au sing., sauf dans Demander avec instance. ⇒ insistance. « mon camarade me fit de telles instances » (Balzac). Mod. Céder aux instances de qqn. ⇒… … Encyclopédie Universelle
instance — INSTANCE. s. f. Poursuite, sollicitation pressante. Grande instance. faire instance, de grandes instances, de vives instances, des instances pressantes auprés de quelqu un, envers quelqu un. je l ay fait à son instance. je l en ay sollicité avec… … Dictionnaire de l'Académie française
instance — n Instance, case, illustration, example, sample, specimen mean a concrete thing which has or manifests the qualities, characters, or nature of a type, a class, or a group. Instance applies to an individual person or thing brought forth in support … New Dictionary of Synonyms
Instance — In stance, n. [F. instance, L. instantia, fr. instans. See {Instant}.] [1913 Webster] 1. The act or quality of being instant or pressing; urgency; solicitation; application; suggestion; motion. [1913 Webster] Undertook at her instance to restore… … The Collaborative International Dictionary of English
instance — [in′stəns] n. [ME instaunce < OFr instance < L instantia, a standing upon or near, being present < instans: see INSTANT] 1. Archaic an urgent plea; persistent solicitation 2. an example; case; illustration 3. a step in proceeding;… … English World dictionary
instance — in·stance / in stəns/ n [French, from Late Latin instantia, from Latin, the fact of being present or impending, vehemence in speech, urgency, from instant instans insistent, pressing, from present participle of instare to be pressing, stand upon] … Law dictionary
instance — ► NOUN 1) an example or single occurrence of something. 2) a particular case. ► VERB ▪ cite as an example. ● for instance Cf. ↑for instance ● in the first (or second etc.) … English terms dictionary
instance — (n.) mid 14c., urgency, from O.Fr. instance eagerness, anxiety, solicitation (13c.), from L. instantia presence, effort intention; earnestness, urgency, lit. a standing near, from instans (see INSTANT (Cf. instant)). In Scholastic logic, a fact… … Etymology dictionary
Instance — In stance, v. t. [imp. & p. p. {Instanced}; p. pr. & vb. n. {Instancing}.] To mention as a case or example; to refer to; to cite; as, to instance a fact. H. Spenser. [1913 Webster] I shall not instance an abstruse author. Milton. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Instance — In stance, v. i. To give an example. [Obs.] [1913 Webster] This story doth not only instance in kingdoms, but in families too. Jer. Taylor. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
instance — [n] case, situation case history, case in point, detail, example, exemplification, exponent, ground, illustration, item, occasion, occurrence, particular, precedent, proof, reason, representative, sample, sampling, specimen, time; concepts… … New thesaurus