-
1 inheritance
n. erfenis, nalatenschap, (computers) uitwisseling van alle eigenschappen van de afdeling naar onderafdelingen die op hiërarchische wijze bij elkaar horen[ inherrittəns] -
2 inheritance
overerving -
3 inheritance tax
erfgoedbelastingen (verplichte betaling voor eigendom door erfenis gekregen)inheritance tax -
4 his inheritance was run through within a year
his inheritance was run through within a yearEnglish-Dutch dictionary > his inheritance was run through within a year
-
5 as an inheritance
Als erfgoed (van vader op zoon, van generatie op generatie) -
6 received an inheritance
kreeg een erfenis, erfde -
7 class inheritance
klasse-overerving -
8 implementation inheritance
implementatieoverervingEnglish-Dutch technical dictionary > implementation inheritance
-
9 multiple inheritance
meervoudige overerving -
10 single inheritance
enkelvoudige overerving -
11 run
n. hardlopen; afstand; rit; gedeelte; serie; "trein ", aanval--------v. rennen, weglopen; laten lopen; een programma starten (in computers); overgaan, laten lopen, beheren; voorbereiden; oprichten; voldoen; waarmaken; doorgaan; lekken; uitkleden; moeite doenrun1[ run] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 benaming voor〉 tocht ⇒ afstand; eindje hollen; tocht, vlucht, rit; traject, route, lijn; tochtje, uitstapje 〈 van trein, boot〉; 〈 skiën〉 baan, helling; 〈 cricket, honkbal〉 run 〈 score van 1 punt〉♦voorbeelden:at a/the run • in looppasthe play had a five months' run in London • het stuk heeft vijf maanden in Londen gespeeldget/have a (good) run for one's money • waar voor zijn geld krijgengive someone the run of • iemand de (vrije) beschikking geven over〈 slang〉 the runs • buikloop, diarree————————run21 rennen ⇒ hollen, hardlopen2 〈 benaming voor〉 gaan ⇒ (voort)bewegen; lopen; (hard) rijden; pendelen, heen en weer rijden/varen 〈 van bus, pont e.d.〉; voorbijgaan, aflopen 〈 van tijd〉; lopen, werken 〈 van machines〉; (uit)lopen, (weg)stromen, druipen 〈van vloeistoffen e.d.〉; 〈 figuurlijk〉 (voort)duren, lopen, gaan, zich uitstrekken, gelden3 rennen ⇒ vliegen, zich haasten♦voorbeelden:run at someone • iemand aanvallenrun at something • toestormen op iets2 the play will run for ten performances • er zullen tien voorstellingen van het stuk gegeven wordenrun afoul/foul of • 〈 figuurlijk〉stuiten op, in botsing komen metfeelings ran high • de gemoederen raakten verhit/liepen hoog oprun on electricity • elektrisch zijnrun to crabbiness • geneigd zijn tot vittenrun to extremes • in uitersten vervallenhe ran fifth • hij kwam als vijfde binnenrun across someone/something • iemand tegen het lijf lopen/ergens tegen aan lopenrun for it • op de vlucht slaan, het op een lopen zettenRoman noses run in our family • de adelaarsneus zit bij ons in de familierun through the minutes • de notulen doornemenhis inheritance was run through within a year • hij had binnen een jaar zijn erfenis erdoor gejaagdmy allowance doesn't run to/I can't run to a car • mijn toelage is niet toereikend/ik heb geen geld genoeg voor een auto→ run around run around/, run away run away/, run back run back/, run down run down/, run in run in/, run into run into/, run off run off/, run on run on/, run out run out/, run over run over/, run up run up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈 benaming voor〉 doen bewegen ⇒ laten gaan; varen, rijden; doen stromen, gieten; in werking stellen, laten lopen 〈machines e.d.〉; 〈 figuurlijk〉 doen voortgaan, leiden, runnen♦voorbeelden:run someone over • iemand overrijdenrun a business • een zaak hebbenrun a car • autorijden, een auto hebbenrun someone close/hard • iemand (dicht) op de hielen zitten; 〈 figuurlijk〉 weinig voor iemand onderdoenrun a comb through one's hair • (even) een kam door zijn haar halen6 we won't run him • we zullen hem niet inschrijven/laten deelnemen
См. также в других словарях:
inheritance — in·her·i·tance /in her ə təns/ n 1: the act of inheriting: as a: the acquisition of real or personal property under the laws of intestacy or sometimes by will b: the succession upon the death of an owner either by will or by operation of law to… … Law dictionary
Inheritance — In*her it*ance, n. [Cf. OF. enheritance.] [1913 Webster] 1. The act or state of inheriting; as, the inheritance of an estate; the inheritance of mental or physical qualities. [1913 Webster] 2. That which is or may be inherited; that which is… … The Collaborative International Dictionary of English
inheritance — in‧her‧i‧tance [ɪnˈhertns] noun [countable, uncountable] LAW money, property, or other things that become yours after someone has died: • people who suddenly have large lump sums to invest, perhaps from an inheritance * * * inheritance UK US… … Financial and business terms
Inheritance — Auteur Christopher Paolini Genre Fantasy Version originale Titre original Inheritance Éditeur original … Wikipédia en Français
inheritance — [in her′i təns] n. [ME inheritauns < Anglo Fr & OFr enheritance] 1. the action of inheriting 2. something inherited or to be inherited; legacy; bequest 3. ownership by virtue of birthright; right to inherit 4. anything received as if by… … English World dictionary
inheritance — inheritance. См. наследование. (Источник: «Англо русский толковый словарь генетических терминов». Арефьев В.А., Лисовенко Л.А., Москва: Изд во ВНИРО, 1995 г.) … Молекулярная биология и генетика. Толковый словарь.
Inheritance — (engl., spr. Inherritänns), Erblehen, Erbgut. Inheritor, Erbe … Pierer's Universal-Lexikon
Inheritance — (engl. –änß), Erbgut; Inheritor, Erbe … Herders Conversations-Lexikon
Inheritance — [engl.], Vererbung … Universal-Lexikon
inheritance — late 14c., enheritaunce fact of receiving by hereditary succession; early 15c. as that which is inherited, from Anglo Fr. enheritance, O.Fr. enheritaunce, from enheriter (see INHERIT (Cf. inherit)). Heritance act of inheriting is from mid 15c … Etymology dictionary
inheritance — *heritage, patrimony, birthright … New Dictionary of Synonyms