-
21 faire
faire1 [fer]〈m.〉1 〈 beeldende kunst, literatuur〉manier van schrijven, schilderen, beeldhouwen ⇒ stijl, techniek, wijze van uitvoering→ dire————————faire2 [fer]1 maken2 doen9 zeggen ⇒ antwoorden 〈zie voor uitdrukkingen die hier niet vermeld zijn de betreffende zelfstandige naamwoorden〉♦voorbeelden:ce faisant • daarbijque faire? • wat te doen?mais qu'est-ce qu'ils font! • wat spoken ze toch uit!qu'est-ce que vous faites dans la vie? • wat doet u (voor de kost)?quoi qu'on fasse, il n'est jamais content • wat men ook doet, hij is nooit tevredenpour quoi faire? • waarvoor?, waarom?il ne fait rien à l'école • hij presteert niets op schoolje ne peux pas faire autrement • ik kan niet andersil a bien fait • dat heeft hij goed gedaanfaire bien, mal de 〈+ onbepaalde wijs〉 • er goed, verkeerd aan doen tecomment avez-vous fait pour résoudre ce problème? • hoe heeft u dit probleem opgelost?3 faire de l'anglais • 〈 aan de universiteit〉 Engels studeren; 〈 op school〉 Engels leren; 〈 in vrije tijd〉 aan Engels doenfaire de l'aviron, de la natation, de la voile • roeien, zwemmen, zeilenil a fait les Beaux-Arts • hij heeft de academie voor beeldende kunsten doorlopenfaire que 〈+ aantonende wijs〉 • ten gevolge hebben dat, veroorzaken dat〈 onpersoonlijk, van tijd〉 ça fait quinze jours que je ne l'ai pas vu • ik heb hem sinds veertien dagen niet geziencent centimètres font un mètre • honderd centimeter is een meteril fait un mètre quatre-vingts • hij is 1,80 m (lang)quelle pointure faites-vous? • welke maat (schoenen) heeft u?je fais du quarante • ik heb maat veertigquatre et trois font sept • vier en drie maakt, is zevencombien fais-tu? • hoe groot, zwaar ben jij?combien ça fait? • hoeveel is dat?il me fait penser à mon oncle • hij doet me aan mijn oom denkenfaire rire qn. • iemand aan het lachen makenfaire savoir (à qn.) que • (iemand) mededelen datfaire traverser la rue à qn. • iemand de straat helpen overstekenfaire l'idiot • zich van den domme houden; gek doen9 sans doute, fit-il, vous avez raison • ongetwijfeld, antwoordde, zei hij, u heeft gelijkmon manteau fera l'hiver • met mijn jas kom ik de winter nog wel doorune bouteille de whisky me fait six mois • ik doe zes maanden met een fles whiskyest-ce qu'il a déjà fait sa rougeole? • heeft hij al mazelen gehad?faire jeune • er jong uitzienvotre cravate fait sérieux • door uw das ziet u er serieus uitsi tu fais cela, tu auras à faire à moi • als je dat doet, dan krijg je het met mij aan de stokavoir à faire à, avec • te doen, te maken hebben metn'avoir que faire de qc. • iets niet nodig hebbenêtre fait pour • bestemd, geschikt zijn voor〈 informeel〉 (il) faut le faire! • doe het maar eens na!ça fait une heure que je t'attends • ik wacht al een uur op jeen faire (à sa tête) • zijn eigen gang gaanje n'en ferai rien! • ik denk er niet aan!en faire tout un drame • er een drama van maken〈 informeel〉 on ne me la fait pas! • ik ben niet van gisteren!qu'est-ce que cela fait? • wat zou dat?qu'est-ce que ça peut bien vous faire? • wat kan u dat eigenlijk schelen?qu'est-ce que vous voulez que ça me fasse? • wat maakt het mij uit?ça ne fait rien • dat doet er niet toerien à faire! • niets daarvan!, nee is nee!rien n'y fit • niets hielpnous ne pouvons rien y faire • wij kunnen er niets aan doencela y fait beaucoup • dat maakt veel uitça fait bien de 〈+ onbepaalde wijs〉 • het is in de mode, het staat goed tec'est bien fait! • goed zo!c'est bien fait (pour lui)! • net goed!, lekker!il ne fait que commencer • hij begint pasne faire qu'entrer et sortir • even bij iemand aanwippenne faire que (de) 〈+ onbepaalde wijs〉 • zo pas, net, juist iets gedaan hebbencela ne fait rien à l'affaire • dat verandert niets aan de zaakqu'est-ce que tu as fait de mes clefs? • wat heb je met mijn sleutels gedaan?ne pas pouvoir faire que • niet kunnen verhinderen dat〈 kaartspel〉 c'est à qui de faire? • wie geeft?faites! • ga uw gang!ce n'est ni fait ni à faire • het is knoeiwerkje le connais comme si je l'avais fait • ik ken hem door en door1 tot stand komen ⇒ ontstaan, gemaakt worden3 worden4 beter, rijper worden6 gebruikelijk zijn 〈zie voor uitdrukkingen die hier niet vermeld zijn de betreffende zelfstandige naamwoorden〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 comment que ça se fait? • hoe komt dat?〈 handel〉 se faire en acajou, en bleu • in mahonie, in blauw vervaardigd worden, leverbaar zijn〈 onpersoonlijk〉 il pourrait bien se faire que 〈+ aanvoegende wijs〉 • het is niet onwaarschijnlijk datse faire vieux • oud worden, verouderense faire à une idée • aan een idee wennença ne se fait pas! • dat, zoiets doet men niet!se faire les ongles • zijn nagels verzorgense faire une tasse de café • een kopje koffie voor zichzelf makense faire couper les cheveux • zijn haren laten knippense faire faire un costume • (zich) een pak laten makens'en faire • zich zorgen maken, zich ongerust makenne pas s'en faire • zich niet druk maken, zich nergens iets van aantrekken; 〈 ook〉 zich niet generen(ne) t'en fais pas! • (maak je maar) geen zorgen!, maak je niet dik!〈 informeel〉 il faut se le, la faire • het leven met hem, haar is geen lolletje♦voorbeelden:il fait nuit • het is nachtquel temps fait-il? • wat voor weer is het?par le temps qu'il fait • met dit weeril fait beau • het is mooi weercombien il fait aujourd'hui? • hoeveel graden is het vandaag?1. v1) maken2) doen3) doen (aan) [sport, muziek, etc.]4) afleggen [afstand]5) veroorzaken6) zijn [maten, rekenen]7) doen (alsof), spelen8) antwoorden2. se fairev2) gebeuren3) worden4) beter/rijper worden5) wennen (aan)3. il faitv -
22 faut le faire
1) это надо уметь!, (это) надо же!; это не так-то просто!Maurice B. c'est un cas. Depuis sept ans - faut l'faire - qu'il tient l'antenne trois heures par jour, son audience s'accroît sans cesse. ((DMC).) — Морис Б. - это редкое явление. Вот уже семь лет, как он выступает на телеэкране по три часа в день - это надо уметь - и его аудитория непрерывно возрастает.
2) прост. (тж. il faut le faire) вот это здорово!, это класс -
23 faire
v. trans. & intrans.1. To 'nick', to 'pinch', to steal. On m'a fait mon larfeuii. Someone's pinched my wallet.2. To 'have someone on', to 'hoodwink', to mislead. On l'a fait de première: He was bamboozled good and proper.3. Faire a l'influence: To 'try and pull rank', to try and impose one's seniority.4. Faut pas me lafaire! Don't come the old soldier with me! — Don't try it on, it won't work!5. To 'look', to seem. Ça fait chic! It looks trendy! Il fait bien son âge! He certainly looks his age!6. (of commercial traveller): To be an agent in a given area. Il fait la region parisienne: He reps in and around Paris.7. A vous de faire! (Cards): It's your go! — It's your turn!8. Il faut lefaire! (joc. & iron.): It's not as easy as it sounds!9. Ça commence à bien faire! That's about as much as I can stand!10. Laisser faire et voir venir. To 'leave things be', to let things take their natural course. Je vais laisserfaire et voir venir! I'm going to have a little think about it all! -
24 faire
I vt.1. qilmoq, tayyorlamoq; vous devriez bien faire cela siz buni qilishingiz kerak edi; il faut faire qqch. nimadir qilish kerak; c'est ce que je fais men aynan shuni qilaman; il n'y a rien faire qiladigan ish yo‘q; cela ne fait rien bu hech narsa qilmaydi2. qilmoq, yasamoq, kashf qilmoq, ishlab chiqarmoq; faire des vers she'r to‘qimoq; faire un discours nutq so‘zlamoq; faire un dessin rasm chizmoq; faire un plan plan tuzmoq3. qilmoq, bajarmoq; faire la commission topshiriqni bajarmoq4. qilmoq; faire un tour, faire une promenade sayir qilmoq; faire un voyage sayohat qilmoq; faire qqch. sans y être convié biror narsani so‘ramasdan qilmoq; faire un bilan xulosa qilmoq, yakunlamoq; faire mouche maqsadga erishmoq, mo‘ljalga urmoq; faire naufrage kema halokatga uchramoq; faire la conquête de erishmoq, nimanidir egallab olmoq; faire injure à kimnidir haqorat qilmoq, xafa qilmoq; faire pression siquvga olmoq; faire la grève ish tashlamoq, isyon ko‘ tarmoq; faire la guerre urushmoq, urush olib bormoq; faire l'étalage de qqch. nimanidir namoyish qilmoq; faire ses dévotions diniy marosimlarni bajarmoq, ibodat qilmoq, sig‘inmoq; faire une tache dog‘ qilmoq; faire le malin ayyorlik qilmoq; faire la fanfaron, faire le glorieux maqtanmoq, katta og‘izlik qilmoq, katta gapirmoq; faire corps avec bir butunni tashkil qilmoq; faire figure de ko‘rinishga ega bo‘lmoq; faire mine de shunchaki ko‘rinish qilmoq, o‘zini qilib ko‘rsatmoq; faire face à qarshilik qilmoq; faire faillite sinmoq, qashshoqlashmoq; faire justice de hukm chiqarmoq, fosh qilmoq; faire don de sa personne o‘zini qurbon qilmoq; faire-part xabar bermoq, xabardor qilmoq; faire main basse o‘g‘irlamoq, qaroqchilik qilmoq; faire preuve de isbotlamoq; faire usage de qo‘llamoq; faire volte-face qarashlarni tezda o‘zgartirmoq; faire front qarshilik ko‘rsatmoq; faire de la publicité reklama qilmoq; faire grand cas de qadrlamoq, katta ahamitat bermoq; faire état de e' tiborga olmoq; faire droit à qoniqtirmoq, yo‘l bermoq; faire coupable aybdor deb hisoblanmoq, ayblamoq5. nima bilandir mashg‘ul bo‘lmoq; faire sa médecine tibbiyotni o‘rganmoq; faire du sport sport bilan shug‘ullanmoq6. faire le lit joyni yig‘moq, to‘shamoq; faire la vaisselle idish-tovoq yuvmoq; faire sa toilette yuvinmoq; faire ses cheveux sochini oldirmoq; faire le trottoir fohishalik bilan shug‘ullanmoq7. tayinlamoq; on l'a fait professeur uni o‘qituvchi qilib tayinlashdi8. chaqirmoq, chorlamoq, taklif qilmoq, sabab bo‘lmoq, zarar keltirmoq; faire des dificultés to‘sqinlik qilmoq, to‘sqin bo‘lmoq; faire obstacle to‘siq bo‘lmoq, to‘xtatmoq; faire honte uyaltirmoq; faire plaisir zavq-shavq keltirmoq; faire du chagrin xafa qilmoq; faire de la peine urintirmoq, bezovta qilmoq; faire peur qo‘rqitmoq; faire du bruit shovqin qilmoq9. bo‘lib ko‘rinmoq, tuyulmoq, o‘xshatmoq; faire honneur à izzatlamoq, hurmatlamoq; faire du zèle tirishmoq, g‘ayrat qilmoq; faire attention à diqqatini jalb qilmoq10. faire rire kuldirmoq; faire mourir o‘ldirmoq; faire savoir xabar bermoq; faites entrer! kiriting! faire passer bermoq, yetkazmoq; faire valoir daromad olmoq; ta'kidlamoq, alohida ajratmoq; faire faire qilishga buyirmoqII vi.1. harakat qilmoq; faire bien, mal yaxshi, yomon harakat qilmoq; faire de son mieux butun vujudi bilan harakat qilmoq; il ferais mieux de rester u qolsa yaxshi bo‘lardi2. v.impers. il fait froid sovuqIII se faire vpr.1. bo‘lmoq, bo‘ la boshlamoq; se faire vieux keksaymoq, qarimoq; yoshiga yosh qo‘shilmoq2. o‘rnashmoq, qaror topmoq; paydo bo‘lmoq, yuzaga kelmoq3. o‘ziga yaratmoq, paydo qilmoq; se faire des embêtements o‘ziga noxushlik yaratmoq; se faire de la bile, se faire du mauvais sang xafa bo‘lmoq, ko‘ngli tushib ketmoq; se faire un devoir de o‘zining vazifasi, burchi deb bilmoq4. (à qqch) ko‘nikmoq, o‘rganmoq; se faire au froid sovuqqa ko‘nikmoq5. s'en faire hayajonlanmoq, bezovta bo‘lmoq; ne pas s'en faire hayajonlanmaslik; il se fait froid sovuq bo‘ lmoq; comment se fait-il? bu qanday ro‘y berdi; c'est fait tayyor; c'est un grand pas de fait bu oldinga qarab katta siljish; faisant fonction bajaruvchi, o‘rniga ishlab turuvchi, vazifani ado etuvchi; chemin faisant yo‘l-yo‘lakay.nm. ustalik, uslub, texnika, bajarish. -
25 faire
%=1 vt.1. де́лать/с=;il ne fait rien — он ничего́ не де́лает; faire du bien — де́лать добро́; faire ses devoirs (un mouvement) — сде́лать уро́ки (движе́ние); il n'a rien à faire ici — ему́ здесь не́чего де́латьque faire? — что де́лать?;
║ соверша́ть/соверши́ть;faire une promenade (un voyage, un exploit) — соверши́ть прогу́лку (путе́шествие, по́двиг)
║ создава́ть/созда́ть;faire une réputation à qn. — созда́ть кому́-л. репута́цию
║ se traduit par un verbe spécialisé;avec un nom abstrait peut se traduire par un verbe seul;faire un mur — стро́ить/по= сте́ну; faire un nid — вить/с= гнездо́; faire un discours — произноси́ть/ произнести́ речь; faire une erreur — сде́лать оши́бку, ошиби́ться; faire du bruit — поднима́ть/подня́ть шум; шуме́ть ipf.; faire la guerre — воева́ть ipf.faire un problème — реша́ть/реши́ть зада́чу;
║ (causer) причини́ть/ причини́ть;faire des ennuis — причиня́ть неприя́тности
║ (accomplir) выполня́ть/вы́полнить; исполня́ть/испо́лнить;faire son devoir — вы́полнить свой долг
║ (produire) производи́ть/про и́звести;cette usine fait des tracteurs — э́тот заво́д произво́дит <де́лает тра́кторы
║ (écrire) писа́ть/на=; сочиня́ть/сочини́ть;faire une ode (une chanson) — написа́ть о́ду (пе́сню)
║ ( peindre) писа́ть; рисова́ть/на=;faire une caricature — нарисова́ть карикату́руfaire un portrait — написа́ть портре́т;
║ (coudre) шить/с=;faire un costume — сшить костю́м
║ (préparer des aliments) гото́вить/при=;v. cuire ║ (mettre en ordre) убира́ть/убра́ть; чи́стить/по=, вы= tntens (en nettoyant); мыть/по=, вы= intens. (en lavant);faire son lit — убра́ть <стели́ть/по=> посте́ль; faire les vitres — мыть стёкла; faire les chaussures — чи́стить о́бувь; faire ses malles — укла́дывать ipf. чемода́ныfaire sa chambre — убра́ть (↓прибра́ть pf.) ко́мнату <в ко́мнате>;
║ (fouiller) ша́рить/об=;il a fait tous les tiroirs — он обша́рил все я́щики
║ (mettre au monde):la chatte a fait des petits — ко́шка окоти́ласьil lui a fait un enfant — он сде́лал ей ребёнка pop.;
2. (produire hors de soi) дава́ть ◄даю́, -ёт►, выделя́ть/ вы́делить;ces tomates font beaucoup de jus en cuisant — при ва́рке э́ти помидо́ры выделя́ют мно́го со́ка
3. (obtenir) получа́ть/получи́ть ◄-'ит►;il a fait un petit bénéfice — он получи́л небольшу́ю при́быль
║ (argent) зараба́тывать/зарабо́тать;il a fait beaucoup d'argent — он зарабо́тал мно́го де́нег
║ (se ravitailler) запаса́ться/запасти́сь (+);faire de l'eau (du charbon) — запасти́сь водо́й (у́глем)
4. (s'occuper de qch., pratiquer qch.) занима́ться/заня́ться* (+); рабо́тать/по= (над +);une équipe qui fait la nuit — сме́на, кото́рая рабо́тает по ноча́м; се pilote fait la ligne Paris — Moscou — э́тот пило́т рабо́тает <лета́ет> на ли́нии Пари́ж — Москва́
║ (avoir en vente) торгова́ть ipf.;║ faire du sport (de la politique) — занима́ться спо́ртом (поли́тикой)dans ce magasin on ne fait que les vêtements de sport — в э́том магази́не торгу́ют то́лько спорти́вной оде́ждой
║ ( jouer):faire du tennis — игра́ть ipf. в те́ннис
║ (se promener) ката́ться/по=, прокати́ться pf.;faire du ski — ката́ться на лы́жах
5. (étudier) изуча́ть/изучи́ть ◄-'ит►; учи́ться/вы= (+ D);faire son droit — учи́ться на юриди́ческом факульте́те; faire sa médecine — изуча́ть медици́ну; il a fait son doctorat à Strasbourg — он написа́л свою́ до́кторскую диссерта́цию в Стра́сбургеfaire du russe — учи́ться ру́сскому язы́ку, изуча́ть ру́сский язы́к;
6. (parcourir, visiter) обходи́ть ◄-'дит-►/обойти́* (à pied); объезжа́ть/объе́хать ◄-'ду, -'ет► (en voiture); проходи́ть/пройти́*, прое́хать pf. (une distance);nous avons fait 200 kilomètres — мы прое́хали две́сти киломе́тров; faire les magasins — обойти́ (↑обе́гать pf.) все магази́ны ║ pendant mes vacances, j'ai fait l'Italie — во вре́мя кани́кул я ∫ побыва́л в Ита́лии (↑объе́хал Ита́лию)il — а fait quelques mètres — он прошёл неско́лько ме́тров;
7. (égaler, constituer) составля́ть/соста́вить; быть* (peut s'employer au futur);2 et 3 font 5 — два и три [бу́дет] пять; combien font 2 et 3? — ско́лько бу́дет два и три?; «де́рево» fait «— дере́вья» au pluriel ∑ — мно́жественное число́ от «де́рево» бу́дет «дере́вья»100 centimètres font un mètre — сто сантиме́тров составля́ют [оди́н] метр;
il m'a fait ce poulet à 40 francs — он запроси́л < взял> с меня́ со́рок фра́нков за э́того цыплёнкаcombien cela fait? — ско́лько э́то сто́ит <бу́дет сто́ить>?;
║ (peser) ве́сить ipf.;ma valise fait 20 kilos — мой чемода́н ве́сит два́дцать килогра́ммов
║ (mesure) expressions différentes:cette table fait un mètre de longueur — э́тот стол длино́й в [оди́н] метр
║ (temps) вот уже́;cela fait 2 mois que je ne l'ai pas vu — вот уже́ два ме́сяца, как я его́ не ви́дел
8. (avoir une maladie):il fait de la température (de la tension) — у него́ температу́ра (давле́ние)faire une grippe — боле́ть/за= гри́ппом;
9. (dire) сказа́ть ◄-жу, -'ет► pf.;oui, fit-il — да, сказа́л он
10. (former, éduquer) формирова́ть/с= ; воспи́тывать/ воспита́ть ;faire de bons ingénieurs — формирова́ть <гото́вить/при=> хоро́ших инжене́ров
11. (de) превраща́ть/преврати́ть ◄-щу► что-л. во что-л.; де́лать что-л. из чего́-л., кого́-л. из кого́-л.;il a fait de son aîné un avocat — он сде́лал ∫ из своего́ ста́ршего сы́на адвока́та <своего́ ста́ршего сы́на адвока́том>faire de nécessité vertu — де́лать из ну́жды доброде́тель;
12. (de) ( mettre quelque part) дева́ть/деть ◄-'ну►;je me demande ce que j'ai fait de ce document — я не зна́ю, куда́ я дел э́тот докуме́нт
13. (avec un attribut) де́лать; назнача́ть/назна́чить;on l'a fait ministre — его́ назна́чили мини́стром
║ (paraître) вы́глядеть ipf. seult.;faire jeune — вы́глядеть молоды́м <мо́лодо>
║ ( feindre) притворя́ться/притвори́ться;faire le sourd — притворя́ться глухи́м
║ (se conduire) стро́ить ipf. из себя́;faire le dégoûté — привере́дничать ipf.; faire l'imbécile — валя́ть/с= дурака́faire le grand seigneur — стро́ить из себя́ ва́жного ба́рина;
║ (exercer un métier) быть, рабо́тать ipf. (+);cet étudiant fera un bon médecin — э́тот студе́нт бу́дет хоро́шим врачо́мfaire le maçon — рабо́тать ка́менщиком;
║ (jouer un rôle) игра́ть/сыгра́ть║ (remplir une fonction) выполня́ть ipf. роль; служи́ть ipf. (+)14. faire + inf v. tableau «Verbes causatifs»
15. (en fonction de substitut) s'omet ou se traduit par la répétition du verbe qu'il remplace;— Irons-nous au théâtre? — On peut le faire — пойдём в теа́тр? — Пойдёмje ne saurais chanter aussi bien que vous [le] faites — я не смог бы спеть так хорошо́, как вы;
16. (impersonnel) быть*;il fait chaud — жа́рко; il fera bon se promener par un temps pareil — хорошо́ бу́дет прогуля́ться в таку́ю пого́дуil faisait froid — бы́ло хо́лодно;
17.:1) (agir) поступа́ть/поступи́ть хорошо́ (пло́хо);nous ferions mieux d'accepter sa proposition — лу́чше бы мы при́няли его́ предложе́ниеvous avez bien fait de prendre sa défense — вы пра́вильно сде́лали, что вступи́лись за него́;
2) (faire tel effet) хорошо́ (пло́хо) вы́глядеть ipf.; производи́ть/произвести́ хоро́шее (плохо́е) впечатле́ние;cela commence à bien faire ∑ — э́того уже́ доста́точно, э́то начина́ет надоеда́ть
║ (avec rien):cela ne me fait rien — мне э́то всё равно́; on ne peut rien y faire; [il n'y a plus] rien à faire — ничего́ не поде́лаешьça ne fait rien — э́то нева́жно; ничего́ (en réponse);
qu' est-ce que ça peut faire ? — ну и что?; qu'est-ce que ça peut bien lui faire? — ему́-то что за де́ло до э́того?; qu'est-ce qu'on peut bien y faire? — что поде́лаешь?; faites comme chez vous — бу́дьте как [у себя́] до́ма; la faire à qn. — провести́ pf. кого́-л.; ne faire qu'un: ils ne font qu'un — они́ составля́ют еди́ное це́лое; en faire autant, faire de même — де́лать то же; поступа́ть/поступи́ть (agir) — так же; il a fait tant et si bien que... — он сде́лал так, что...; он гак постара́лся, что...; il faut le faire! — вот здо́рово!, на́до же!;que faire? — как быть?;
faire que...:1) se traduit avec то́лько;cela fait que... — поэ́тому я до́лжен + inf;
je n'ai fait que lire la première page — я прочёл то́лько пе́рвую страни́цу
2) то́лько и де́лать, что; то и де́ло;il ne fait que se plaindre — он всё вре́мя <то и де́ло> пла́чет;
ne faire que de то́лько что;il ne fait que d'arriver OH — то́лько что прие́хал
■ vpr.- se faire -
26 faire le bas
стоять в толпе (из арго ярмарочных борцов: об участнике труппы, который, смешавшись с толпой, разыгрывает из себя любителя, желающего помериться с профессионалом)- Mais le baratin, tu le connais à fond. - Moi, oui. Seulement, faut se mettre d'accord avec ceux qui vont faire le bas. Tu sais bien qu'un nouveau baron, faut s'entendre avec lui. Si on veut que ça marche, faut rien laisser à l'improvisation. (B. Clavel, L'Hercule sur la place.) — - Но ты же здорово умеешь говорить с публикой. - Да, умею. Только нужно договориться с теми, кто будет стоять в толпе. С каждым новичком надо уславливаться особо. Если хочешь, чтобы все шло как следует, ничего нельзя пускать на самотек.
-
27 faire le joli cœur
1) любезничать; заигрывать- Les opinions, elles seront vite confrontées à la Libération. Le Lasseigne, il ne fera pas long feu, c'est moi qui te le dis... - Peut-être lui... encore, je ne dis pas... mais les autres... - Oh! toi, Christian, pour faire le joli cœur, pour t'exhiber... (J.-P. Chabrol, La Dernière cartouche.) — - Убеждениям предстоит выдержать испытание после освобождения. Лелассень долго не устоит, я тебе говорю... - Он еще, может быть... не знаю, но остальные... - О, ты, Кристиан, чтобы покрасоваться, показать себя...
Gerval. Vous croyez que je suis aveugle? On fait le joli cœur à soixante ans... (P. Gascar, Les Pas perdus.) — Жерваль - Я не слепой. И в 60 лет можно приволокнуться...
2) (тж. faire les jolis cœurs) проявлять щедрость... il faut que cette nation, qui dans quelques années a produit autant de grands capitaines, de grands orateurs, de grands savants et de génies de toute sorte, que ces races nobles en deux mille ans, il faut qu'elle cède tout, qu'elle se remette à gratter la terre, pendant que les autres, qui ne sont pas un contre mille, se gobergeront de père en fils et feront les jolis cœurs à ses dépens! (Erckmann-Chatrian, Waterloo.) —... хотят, чтобы этот народ, который в течение нескольких лет породил столько великих полководцев, выдающихся ораторов, великих ученых и других гениев, сколько все эти знатные роды не произвели и за два тысячелетия, отказался от всех своих завоеваний, чтобы он опять, закрепощенный, ковырялся в земле, в то время как те избранные, коих меньше одного на тысячу, будут благоденствовать из поколения в поколение и проявлять щедрость за его счет.
Dictionnaire français-russe des idiomes > faire le joli cœur
-
28 faire fortune
1) (тж. se faire une fortune) разбогатеть, составить себе состояние... il y grouille bien des talents, sans feu ni lieu, des courages capables de tout, même de faire fortune... (H. de Balzac, La Cousine Bette.) —... Париж кишит талантами бездомными и бесприютными, смельчаками, способными на все, способными даже разбогатеть...
Ancien commis d'un patron ruiné dans les affaires, Loiseau avait acheté le fonds et fait fortune. (G. de Maupassant, Boule de suif.) — Бывший приказчик разорившегося предпринимателя Луазо купил его дело и разбогател.
... et je m'accordais ce temps pour mettre au jour un ouvrage qui pût attirer l'attention publique sur moi, me faire une fortune ou un nom. (H. de Balzac, La Peau de chagrin.) —... я назначил себе этот срок, чтобы опубликовать одно произведение, которое привлекло бы ко мне внимание общественного мнения и составило бы мне имя и состояние.
2) иметь успех ( о чем-либо)- Oui, dit Tio, le pire, c'est le coefficient. Ce mot-là, aussi, a fait fortune chez nous. (H. Bazin, Le Matrimoine.) — Да, - сказал дядюшка Тио, - самое худшее - это коэффициент. Этот термин также привился в нашем обиходе.
3) (тж. faire sa fortune) достигнуть успеха; создать себе положение, сделать карьеру... cette conduite, qui dans le monde s'appelle savoir vivre, peut, pour un laïc, n'être pas absolument incompatible avec le salut; mais dans notre état, il faut opter: il s'agit de faire fortune dans ce monde ou dans l'autre, il n'y a pas de milieu. (Stendhal, Le Rouge et le Noir.) —... такое поведение, то есть то, что в миру называется "умением жить", не всегда бывает для мирянина совершенно несовместимо со спасением души, но в нашем звании надо выбирать: либо благоденствовать в этом мире, либо в будущем - середины нет.
Qui eût pu deviner que cette figure de jeune fille, si pâle et si douce, cachait la résolution inébranlable de s'exposer à mille morts plutôt que de ne pas faire fortune? (Stendhal, Le Rouge et le Noir.) — Кто бы мог подумать, что за этим бледным и нежным, почти девичьим, лицом скрывалась непреклонная решимость выдержать, если придется, любые пытки, лишь бы пробить себе дорогу.
Son père était un ingénieur intelligent, inventif, et débrouillard, ouvert aux idées nouvelles, qui avait fait sa fortune, grâce à son travail, ses relations politiques et son mariage. (R. Rolland, Les Amies.) — Отец ее - инженер, неглупый, довольно ловкий человек, с изобретательским складом ума, восприимчивый к новым идеям, создал себе положение собственным трудом, политическими связями и браком.
-
29 faire son trou
разг.1) сделать карьеру; создать себе более или менее выгодное положениеQue voulez-vous? Il faut vivre. Il faut trouver sa place et faire son trou. (A. de Vigny, Servitude et grandeur militaires.) — Что же делать? Надо жить. Надо завоевать себе положение, надо найти место под солнцем.
2) (удобно) устроиться, расположитьсяDu fond de cette fortune où il avait fait son trou, quel voyage d'amour se rappelait ce vieil homme, soudain, quelles heures bénies de sa jeunesse amoureuse? (F. Mauriac, Thérèse Desqueyroux.) — Но не вспомнилось ли этому старику, уютно расположившемуся в богатом доме жены, не вспомнилось ли ему вдруг путешествие с любимой женщиной, блаженные часы его молодой влюбленности.
-
30 faut se le/la faire
((il) faut se le/la faire)разг. придется его/ее терпеть; он(а) невыносим(а)Dictionnaire français-russe des idiomes > faut se le/la faire
-
31 faut le faire!
(il) faut le faire!doe het maar eens na! -
32 faire état de ...
1) придавать значение; учитывать, считаться с...; уважать, ценитьDon Louis.... Je ferais plus d'état du fils d'un crocheteur qui serait honnête homme que du fils d'un monarque qui vivrait comme vous. (Molière, Dom Juan, ou le Festin de Pierre.) — Дон Луис.... Я с большим уважением отношусь к сыну носильщика, когда он честный человек, чем к сыну государя, который живет так, как вы живете.
2) рассчитывать на..., располагать чем-либо, кем-либоJamais le disciple de Garcia - pendant son temps d'études surtout - n'a voulu faire état de ses recherches personnelles, jamais non plus il n'a souhaité être un enfant prodige. (E. Christen, Pablo Casals.) — За все время учения этот ученик Гарсиа никогда не полагался на собственные изыскания и не стремился прослыть вундеркиндом.
Allons, Bernard, venez me voir souvent, et faites état de moi comme d'un ami. (P. Mérimée, Chronique du règne de Charles IX.) — Послушайте, Бернар, приходите ко мне почаще и располагайте мной как другом.
3) уст. действовать, выступать в качестве кого-либоIl ne faut plus que les hérétiques fassent état de chefs de parti. (J.-L. Guez de Balzac, Le Prince.) — Нельзя больше допустить, чтобы еретики стояли во главе партий.
4) уст. предполагать, собиратьсяDestin se coucha de bonne heure pour ne pas faire attendre Verville, qui faisait état de partir de grand matin. (P. Scarron, Roman comique.) — Дестен лег рано, чтобы не заставлять ждать Вервиля, который собирался уехать рано утром.
5) ссылаться, упоминать, цитировать -
33 faire la chasse à
преследовать, гоняться за...- faire la chasse à une femmeEt ces enfants qui font la queue au plongeoir, se poussent, grelottent, éclatent de rire [...], jusqu'à ce que le maître nageur mette en place la pancarte. Il lui faut alors faire la chasse aux resquilleurs. L'autre jeu commence. (J. Navarre, Le jardin d'acclimatation.) — А эти ребятишки, которые стоят в очереди у мостика, толкаются, дрожат от холода, смеются, пока инструктор по плаванию не поставит табличку на место, дальше которого нельзя заплывать. И тогда ему приходится охотиться за нарушителями. Начинается новая игра.
- faire la chasse au mari -
34 faire le zouave
1) разг. выпендриваться; хорохоритьсяMaintenant, un conseil: si tu veux rester dans la boîte et faire ton chemin, faut pas faire le zouave. (J. Laffitte, Les Hirondelles de printemps.) — Теперь один совет. Если ты хочешь остаться в этом заведении и добиться положения, не стоит особо хорохориться.
L'inspecteur. - C'est moi. J'ai arrêté Louise Bastia, la fille de Jojo et beaucoup d'autres. Patrice. - Ah! Canaille! Et ça vient faire le zouave ici? Chef, méfiez-vous! C'est lui qui a envoyé nos copains à la torture, à la mort. (J.-R. Bloch, Toulon.) — Инспектор. - Да, это я. Я арестовал Луизу Бастиа, девицу Жожо и многих других. Патрис. - А, сволочь! И он еще смеет здесь хвастаться? Начальник, будьте осторожнее! Это он отправлял наших на пытки и казнь.
2) паясничать, валять дурака, придуриватьсяLe soir même, à dîner, Boussais racontait l'incident à son père. Au prix de quelques aménagements, il sut le fâcher contre Tanner. "Il m'avait promis de ne plus faire le zouave, cet animal! Mais ces incroyants ont autant de parole que de conscience [...]". (F. Marceau, Bergère légère.) — В тот же самый вечер, за ужином, Буссэ рассказал отцу о происшедшем. Немного изменив суть дела, ему удалось настроить отца против Таннера. "Он же обещал мне прекратить свои фокусы, скотина! Но у этих ни во что не верящих людей нет ни совести, ни умения держать данное слово".
-
35 faire barre à qch
уст.(faire barre [тж. faire barrage] à qch)остановить, прекратить что-либоDussions-nous y périr [...], il faut par tous les moyens possibles faire barre au flot de merde qui nous envahit. (G. Flaubert, Correspondance.) — Пусть мы погибнем, но мы должны всеми возможными средствами остановить поток дерьма, который нас заливает.
-
36 faire une raison à qn
Yvonne. - Jamais je ne te vois, jamais je ne t'ai. Mais c'est toi qui m'importes pourtant dans la vie... Tu ne comprends pas? Pierre (mollement). Si, si... Il faut te faire une raison. (A. Flament, Le Masque et le bandeau.) — Ивонна. - Я тебя никогда не вижу, ты стал совсем чужим. Между тем ты - самое главное в моей жизни... Тебе это непонятно? Пьер ( уклончиво). - Да, да... ты, конечно, права.
Martine. - Et vous êtes venu m'aider à me faire une raison? Ferboise. - C'est assez le motif de ma visite. (J. Deval, La Prétentaine.) — Мартина. - Так вы пришли передо мной извиниться? Фербуаз. - Да, именно для этого я и пришел.
Dictionnaire français-russe des idiomes > faire une raison à qn
-
37 faire attention
2) приложить усилия, постаратьсяJeune fille. - On peut se faire à toutes les existences même à celle-là, et il faut que je fasse très attention, moi aussi, pour ne pas me faire à celle-là. (M. Duras, Le Square.) — Девушка. - Можно привыкнуть к любому существованию, и я должна постараться не привыкнуть к моему.
-
38 faire danser qn
разг.1) наделать хлопот, заставить побегать кого-либо, доставлять неприятности кому-либоLe Maître d'armes. - Mon petit maître à danser, je vous ferai danser comme il faut. (Molière, Le Bourgeois gentilhomme.) — Учитель фехтования. - Берегитесь, плясунишка, вы у меня запляшете, да не как-нибудь.
Dès février, il s'était dit que Plassant lui appartenait, et la façon goguenarde dont il regardait, en passant dans les rues, les petits détaillants qui se tenaient, effarés, sur le seuil de leurs boutiques, signifiait clairement: - Notre jour est arrivé, mes agneaux, et nous allons vous faire danser une drôle de danse. (É. Zola, La Fortune des Rougon.) — В февральские дни Антуан решил, что Плассан отныне принадлежит ему и, расхаживая по улицам и нахально поглядывая на торговцев, стоявших в испуге у дверей своих лавок, своим видом ясно говорил: - Ну что, голубчики, теперь на нашей улице праздник, теперь вы у нас попляшете!
2) уст. поколотить кого-либо3) (тж. sans violon/sur la corde raide) вздуть; приструнить; образумить; показать кому-либо4) поднять на смех, разыграть кого-либо5) заставить уплатить за себя в ресторане, выставить кого-либо -
39 faire des contes à qn
Van Buck. C'est votre amour-propre qui souffre. Si je n'avais pas été là, vous seriez venu me faire cent contes sur votre premier entretien, et vous targuer de belles espérances. Vous vous êtes imaginé faire sa conquête en un clin d'œil, et c'est là que le bât vous blesse. (A. de Musset, Il ne faut jurer de rien.) — Ван Бук. В вас говорит уязвленное самолюбие. Если бы я не присутствовал при вашей первой встрече, вы бы принесли мне целый короб небылиц и радужных надежд. Вы вообразили, что сможете покорить ее в мгновение ока, а орешек оказался не по зубам.
Dictionnaire français-russe des idiomes > faire des contes à qn
-
40 faire des montagnes de qch
((se) faire des montagnes [или une montagne] de qch)преувеличивать, видеть воображаемые трудностиCe n'était pas à cause de l'accident que j'ai été malade. J'avais une indigestion. Cette Carole, il faut toujours qu'elle fasse une montagne de rien. (H. Troyat, Les Eygletière.) — - Я был нездоров не из-за несчастного случая на дороге. У меня желудок расстроился. Эта Кароль всегда из мухи делает слона.
Dictionnaire français-russe des idiomes > faire des montagnes de qch
См. также в других словарях:
Il faut se le faire — ● Il faut se le faire il est particulièrement difficile de supporter cette personne … Encyclopédie Universelle
faire — 1. (fê r) Au XVIe Siècle, d après Bèze, les Parisiens prononçaient à tort fesant au lieu de faisant ; c est cette prononciation des Parisiens, condamnée alors, qui a prévalu ; on prononce aujourd hui fe zan, fe zon, fe zê, fe zié), je fais, tu… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
faire — 1. faire [ fɛr ] v. tr. <conjug. : 60> • Xe; fazet 3e pers. subj. 842; lat. facere. REM. Les formes en fais (faisons, faisions, etc.) se prononcent [ fəz ] I ♦ Réaliser (un objet : qqch. ou qqn). 1 ♦ Réaliser hors de soi (une chose… … Encyclopédie Universelle
faire — v.t. Valoir : Un tableau qui fait trois briques. / Opérer : Faire les porte monnaie (voler). Faire une femme (séduire), etc. Savoir y faire, savoir s y prendre. / Faire médecin, faire des études de médecine. / Parcourir, visiter : Faire l Italie … Dictionnaire du Français argotique et populaire
Faut-il — ? Faut il ? Titre original Faut il ? Genre Série comique Créateur(s) Éric Lavaine Production François Cornuau Pays d’origine France Chaîne d’origine … Wikipédia en Français
Faut-il ? — Faut il ? Titre original Faut il ? Genre Série comique Créateur(s) Éric Lavaine Production François Cornuau Pays d’origine … Wikipédia en Français
faire — FAIRE. v.a. Ce Verbe est d une si grande estenduë, que pour en marquer tous les sens, & tous les emplois, il faudroit faire presqu autant d articles, qu il y a de termes dans la Langue, avec lesquels il se joint. On ne s est proposé icy, que de… … Dictionnaire de l'Académie française
Faut s'faire la malle — Données clés Titre original Stir crazy Réalisation Sidney Poitier Scénario Bruce Jay Friedman Acteurs principaux Gene Wilder Richard Pryor Miguel Angel Suarez Georg Stanford Brown JoBeth William … Wikipédia en Français
faire — Faire, act. acut. Vient de l infinitif Latin Facere, ostant la lettre c. Facere, agere. L Italien syncope, et dit Fare. Faire de l argent à son creancier, Pecunias conquirere ad nomen eradendum ex tabulis creditoris. Faire argent, Conficere… … Thresor de la langue françoyse
Faut Le Faire — est une émission de télévision québécoise diffusée de 1977 à 1979. Sommaire 1 Synopsis 2 Distribution 3 Scénarisation 4 … Wikipédia en Français
Faut pas s'en faire — (titre original en anglais : Why Worry?) est un film muet américain sorti en 1923, réalisé par Fred C. Newmeyer et Sam Taylor et qui met en vedette Harold Lloyd. Il fut réalisé peu de temps après Monte là dessus !, le plus connu des films de … Wikipédia en Français