-
101 tijd
♦voorbeelden:het grootste deel van zijn tijd doorbrengen met • passer le plus clair de son temps àhij heeft er tijd en geld voor over • il a du temps et de l'argent à y consacrerin een jaar tijd • en un anhet is een kwestie van tijd • c'est une question de tempsin een paar minuten tijd • en l'espace de quelques minutesu heeft een week de tijd om • vous avez une semaine pourbinnen afzienbare tijd • sous peude eerste tijd • les premiers tempseen flinke tijd • un bon bout de tempste gelegener, rechter tijd • en temps opportungeruime tijd • assez longtempswaar is de goede oude tijd gebleven? • où sont les neiges d'antan?een goede tijd maken • réaliser un bon tempsde goeie, ouwe tijd • le bon vieux tempsdat is al een hele tijd geleden • ça fait tout un tempsde hele tijd • tout le tempseen hele tijd geleden • il y a bien longtempshet is hoog tijd om • il est (grand) temps de 〈+ onbepaalde wijs〉; il est (grand) temps que 〈+ aanvoegende wijs〉in korte tijd • en peu de tempseen korte tijd duren • durer peu de tempsna kortere of langere tijd • tôt ou tardde laatste tijd • ces derniers tempsde meeste tijd • les trois-quarts du tempshij heeft een moeilijke tijd gehad • il a eu une période difficilevorig jaar om dezelfde tijd • l'année dernière à pareille époquevoor onbeperkte tijd • pour une durée illimitéeonvoltooid verleden tijd • imparfaitonvoltooid tegenwoordig toekomende tijd • futur simpleonvoltooid verleden toekomende tijd • futur du passéde oude tijd • les temps anciensde tijd is rijp • la poire est mûrehet zijn slechte tijden • les temps sont difficileseen stille tijd • une période creusedat is allemaal verleden tijd! • tout ça, c'est du passé!de vrije tijd • le temps librein vroegere tijden • au temps jadiswaar blijft de tijd? • où passe le temps?niemand weet wat de tijd ons brengen zal • personne ne sait ce que l'avenir nous réservehet zal mijn tijd wel duren! • après moi le déluge!de tijd gaat snel • le temps filede tijd gaat nu in! • top, chrono!zijn tijd goed gebruiken • faire un bon emploi de son tempszijn (beste) tijd gehad hebben • avoir fait son tempsiemand de tijd gunnen • donner du temps à qn.zich de tijd niet gunnen (om) • ne pas prendre le temps (de)wij hebben de tijd aan ons • nous avons tout le temps (devant nous)geen tijd hebben om … • n'avoir pas le temps de …tijd te over hebben • avoir du temps en troptijd genoeg hebben • avoir assez de tempsde tijd hebben • avoir le tempswe hebben onze familie een tijd niet gezien • il y a longtemps que nous n'avons pas vu notre famillede tijd aan zichzelf hebben • avoir du temps devant soidat heeft nog de tijd • cela ne presse pasdat heeft tijd tot morgen • cela peut attendre demainhet is er de tijd niet naar om te • ce n'est pas le moment deiemand geen tijd laten • presser qn.dat moet (zijn) tijd hebben • cela demande du tempsde tijd nemen voor iets • prendre le temps pour qc.tijd rekken • chercher à gagner du tempsveel tijd steken in iets • consacrer beaucoup de temps à qc.de tijd valt mij te lang • le temps me durezijn tijd verdoen • glanderde tijd verdrijven • faire passer le tempszijn tijd verpraten • perdre son temps à bavarderde tijd voor iets vinden • trouver le temps de faire qc.binnen de voorgeschreven tijd • dans les délais prescritszijn tijd met lezen vullen • passer son temps à lireeindelijk! het werd tijd • ce n'est pas trop tôttijd winnen • gagner du tempsde tijden zijn veranderd • les temps ont changémijn tijd zit erop • j'ai fait mon tempsbij de tijd zijn • ne pas être né d'hierhet heeft in tijden niet zo geregend • il y a bien longtemps qu'il n'a pas plu ainsiin geen tijden heb ik hem gezien • il y a un siècle que je ne l'ai pas vuin tijden van oorlog • en temps de guerremet de tijd • avec le tempsmet zijn tijd meegaan • vivre avec son tempstijd om te eten • l'heure de mangerdat komt juist op tijd • cela tombe bienik kon op tijd remmen • j'ai pu freiner à tempswe hebben de trein net op tijd gehaald • nous avons attrapé le train de justessealles op zijn tijd • il y a un moment pour chaque chosete allen tijde • à tout momentte zijner tijd • en temps voulutegen die tijd zullen we wel zien • d'ici-là, on verra bienten tijde van • à l'époque deten tijde van Napoleon • au temps de Napoléonterzelfder tijd • en même tempsuit de tijd raken • passer de modeuit de tijd • démodévan tijd tot tijd • de temps en tempseen kind van zijn tijd zijn • être (un enfant) de son époquein minder dan geen tijd • en moins de deuxeen tijdje • un moment〈 spreekwoord〉 de tijd zal het leren • qui vivra, verra〈 spreekwoord〉 tijd is geld • le temps, c'est de l'argent〈 spreekwoord〉 andere tijden, andere zeden • autres temps, autres moeursde plaatselijke tijd • l'heure localeheeft u de tijd? • avez-vous l'heure?het is tijd • c'est l'heurede tijd vergeten • oublier l'heureom de hoeveel tijd komt de bus langs? • tous les combien passe le car?bij tijd en wijle • de temps en tempsmorgen om deze tijd • demain à la même heurehij is altijd op tijd • il est toujours à l'heurehet wordt tijd voor school • c'est l'heure d'aller à l'écolede slappe tijd • la saison mortehet wordt mijn tijd • il faut que je partein de tijd van de oogst • à l'époque des moissons -
102 loin
adv- de loin -
103 feel
feel [fi:l]━━━━━━━━━━━━━━━━━1. noun━━━━━━━━━━━━━━━━━► vb: pret, ptp felt━━━━━━━━━━━━━━━━━1. nouna. ( = texture) toucher mb. ( = sensation) sensation fc. ( = impression) you have to get the feel of a new car il faut se faire à une nouvelle voiture• the palms bring a Mediterranean feel to the garden les palmiers donnent un aspect méditerranéen au jardind. ( = intuition) to have a feel for languages être doué pour les languesa. ( = touch) toucher ; ( = explore with one's fingers) palper• she felt the jacket to see if it was made of wool elle a touché la veste pour voir si c'était de la laine• he got out of bed and felt his way to the telephone il s'est levé et a avancé à tâtons jusqu'au téléphone• she's still feeling her way in her new job elle n'est pas encore complètement habituée à son nouveau travailb. ( = experience physically) [+ blow, caress, pain] sentirc. ( = be affected by) to feel the cold être sensible au froidd. ( = experience emotionally) [+ sympathy] éprouver ; [+ grief] ressentir• to feel o.s. blushing se sentir rougire. ( = believe) penser• he felt it necessary to point out... il a jugé nécessaire de faire remarquer...• I feel strongly that... je suis convaincu que...• I can't help feeling that something is wrong je ne peux m'empêcher de penser que quelque chose ne va pas• how do you feel today? comment vous sentez-vous aujourd'hui ?• to feel cold/hot/hungry/thirsty avoir froid/chaud/faim/soifb. (emotionally) I couldn't help feeling envious je ne pouvais pas m'empêcher d'éprouver de la jalousie• I feel sure that... je suis sûr que...• how do you feel about him? que pensez-vous de lui ?c. ► to feel like sth ( = want) avoir envie de qch• do you feel like a walk? ça vous dit d'aller vous promener ?d. ( = have impression) I felt as if I was going to faint j'avais l'impression que j'allais m'évanouire. ( = give impression) to feel hard/soft [object] être dur/doux au toucherf. ( = grope) she felt in her pocket for some change elle a fouillé dans sa poche pour trouver de la monnaie* * *[fiːl] 1.1) (atmosphere, impression created) atmosphère f2) ( sensation to the touch) sensation f3) (act of touching, feeling)let me have a feel — ( touch) laisse-moi toucher; (hold, weigh) laisse-moi soupeser
4) (familiarity, understanding)2.to get the feel of — se faire à [controls, system]
transitive verb (prét, pp felt)1) ( experience) éprouver [affection, desire, pride]; ressentir [hostility, obligation, effects]2) ( believe)I feel deeply ou strongly that they are wrong — j'ai la profonde conviction qu'ils ont tort
3) ( physically) sentir [blow, draught, heat]; ressentir [ache, stiffness, effects]she feels/doesn't feel the cold — elle est/n'est pas frileuse
4) ( touch deliberately) tâter [texture, washing, cloth]; palper [patient, body part, parcel]to feel one's way — lit avancer à tâtons; fig tâter le terrain
5) ( sense) avoir conscience de [presence, tension, seriousness, irony]3.intransitive verb (prét, pp felt)1) ( emotionally) se sentir [sad, happy, nervous, safe]; être [sure, surprised]; avoir l'impression d'être [trapped, betrayed]to feel afraid/ashamed — avoir peur/honte
to feel as if ou as though — avoir l'impression que
how does it feel ou what does it feel like to be a dad? — qu'est-ce que ça fait d'être papa?; feel for
2) ( physically) se sentir [ill, better, tired]to feel hot/thirsty — avoir chaud/soif
3) ( create certain sensation) être [cold, smooth]; avoir l'air [eerie]4) ( want)5) (touch, grope)to feel in — fouiller dans [bag, pocket, drawer]
4.to feel along — tâtonner le long de [edge, wall]; feel around, feel for
Phrasal Verbs:- feel for- feel out -
104 weten
weten1〈 het〉♦voorbeelden:bij mijn weten is hij niet weggegaan • je ne sache pas qu'il soit partibij mijn weten • à ma connaissancebuiten mijn weten • à mon insuiets naar zijn beste weten doen • faire qc. de son mieux————————weten21 [kennis hebben van; enig idee, vermoeden hebben] savoir2 [+ te + onbepaalde wijs][erin slagen] réussir (à)♦voorbeelden:1 weet je mijn agenda ook (te liggen)? • sais-tu où est mon agenda?God mag weten hoe lang … • Dieu sait combien de temps …een hele hoop weten (over) • en savoir long (sur qn., qc.)dat weet zelfs een kind! • c'est élémentaire!ik weet z'n naam niet • je ne connais pas son nomeen goed restaurant weten • connaître un bon restaurantzeker weten! • pour sûr!hij kan het weten • il est payé pour le savoirik zal het u laten weten • je vous préviendraije moest beter weten • cela m'étonne de ta partu moet weten dat … • sachez que …hij wist te vertellen dat … • il a pu nous raconter que …hij wil (graag) weten dat hij rijk is • il ne cache pas qu'il est richeiets niet willen weten • refuser d'admettre qc.niets van iets willen weten • ne rien vouloir entendre de qc.er het zijne van willen weten • vouloir en avoir le coeur netalles van iets weten • s'y connaîtremet haar weet je het nooit • on ne sait jamais avec elleweet je wat … • écoute …je weet wie het zegt • prends-le pour ce que ça vautwie weet • qui sait?je moet het zelf (maar) weten • fais comme tu voudrashij weet niet beter of het hoort zo • il est persuadé que c'est la coutumezij weten niet beter • il ne faut pas leur en vouloir, ils n'y peuvent rienhij weet wel beter • il est plus malin que çahij weet ervan • il est au courantweten hoe je iets aan moet pakken • savoir s'y prendre〈 ironisch〉 dat zal jij niet weten! • ne fais pas l'innocent!iets niet weten • ignorer qc.ik zou het niet weten • je ne saurais vous le direhij wist niet hoe gauw hij weg moest komen • il n'avait qu'une hâte: s'enfuirze zullen niet weten waar ik blijf • ils se demanderont où je suis (passé)niet weten waar je blijven moet • ne pas savoir où se mettreweet je wel • tu saisvoor zover ik weet • pour autant que je sacheergens iets op weten • avoir une idéete weten • à savoiriets te weten komen • apprendre qc.ik weet van niks • je n'en sais rienniets van het leven weten • ne rien connaître de la vieals je maar weet dat … • sache bien que …als je dat maar weet! • maintenant, te voilà prévenu!niet dat ik weet • pas que je sachehij wil niet weten dat hij ziek is • 〈 aanvaardt het niet〉 il ne veut pas admettre qu'il est malade; 〈 wil niet dat men het weet〉 il ne veut pas que l'on sache qu'il est maladeje weet heel goed dat … • tu n'ignores pas que …hij wist niet beter of ik was vertrokken • pour lui je devais être partiweet je nog? • tu t'en souviens?weet ik veel! • qu'est-ce que je sais, moi!weten wat men aan iemand heeft • être fixé sur le compte de qn.er heel wat van af weten • en savoir longweten wat honger is • connaître la faimnu weet je 't ook • te voilà au courant〈 spreekwoord〉 wat niet weet, dat niet deert • ce que les yeux ne voient pas, ne fait pas mal au coeurweten te ontkomen • réussir à s'échapperniets weten te zeggen • ne plus savoir quoi dire¶ ze hebben het geweten • 〈 ze waren gewaarschuwd〉 ça leur a coûté cher; 〈 ze hebben ervoor moeten boeten〉 ils s'en sont mordu les doigtsvoor je het weet, ben je er • tu y seras en moins de rienzij weet het altijd beter • elle veut toujours avoir le dernier motje weet wel beter • tu n'en penses pas un motje weet ('t) maar nooit • on ne sait jamaiszij weet van geen ophouden • elle ne sait pas s'arrêter -
105 change
change [tʃeɪndʒ]changement ⇒ 1 (a), 1 (c) correspondance ⇒ 1 (c) monnaie ⇒ 1 (d) changer ⇒ 2, 3 (a), 3 (d) se changer ⇒ 3 (b), 3 (c)1 noun(a) (alteration) changement m;∎ we expect a change in the weather nous nous attendons à un changement de temps;∎ there's been a change in the law la loi a été modifiée;∎ there has been a change in thinking regarding nuclear power il y a eu un changement d'opinion ou une évolution de l'opinion concernant l'énergie nucléaire;∎ a survey showed a radical change in public opinion un sondage a montré un revirement de l'opinion publique;∎ the party needs a change of direction le parti a besoin d'un changement de direction ou d'orientation;∎ a change for the better/worse un changement en mieux/pire, une amélioration/dégradation;∎ walking to work makes a pleasant change from driving c'est agréable d'aller travailler à pied plutôt qu'en voiture;∎ it'll be or make a nice change for them not to have the children in the house cela les changera agréablement de ne pas avoir les enfants à la maison;∎ that makes a change! ça change un peu!;∎ yes, it makes a nice change, doesn't it? oui, ça change un peu de l'ordinaire, n'est-ce pas?;∎ living in the country will be a big change for us cela nous changera beaucoup de vivre à la campagne;∎ there's been little change in his condition son état n'a guère évolué;∎ she dislikes change of any kind tout changement lui déplaît;∎ there are going to be some changes in this office! il va y avoir du nouveau ou du changement dans ce bureau!;∎ to have a change of heart changer d'avis;∎ figurative I need a change of scene or scenery j'ai besoin de changer de décor ou d'air;∎ a change is as good as a rest changer de décor fait autant de bien que de partir en vacances∎ a change of clothes des vêtements de rechange;∎ he had to spend a week without a change of clothes il a dû passer une semaine sans changer de vêtements(c) (in journey) changement m, correspondance f;∎ if you go by underground you'll have to make two changes si vous y allez en métro vous serez obligé de changer deux fois;∎ you can get there by train with a change at Bristol vous pouvez y aller en train avec un changement ou une correspondance à Bristol∎ small or loose change petite ou menue monnaie f;∎ she gave me two pounds in change elle m'a donné deux livres en monnaie;∎ can you give me change for five pounds? pouvez-vous me faire la monnaie de cinq livres?;∎ the machine doesn't give change la machine ne rend pas la monnaie;∎ the change (menopause) le retour d'âge(a) (substitute, switch) changer, changer de;∎ to change one's name changer de nom;∎ she's going to change her name to Parker elle va prendre le nom de Parker;∎ to change a fuse changer un fusible;∎ to change one's clothes changer de vêtements, se changer;∎ to change trains changer de train;∎ they're going to change the guard at 11 o'clock ils vont faire la relève de ou relever la garde à 11 heures;∎ to change sides changer de côté;∎ Sport to change ends changer de camp;∎ this old desk has changed hands many times ce vieux bureau a changé maintes fois de mains;∎ to change one's mind changer d'avis;∎ I've changed my mind about him j'ai changé d'avis ou d'idée à son égard;∎ he's changed his mind about moving to Scotland pour ce qui est de s'installer en Écosse il a changé d'avis;∎ you'd better change your ways tu ferais bien de t'amender;∎ to change the subject changer de sujet;∎ don't change the subject! ne détourne pas la conversation!;∎ to change one's tune changer de ton(b) (exchange) changer;∎ when are you thinking of changing your car? quand pensez-vous changer de voiture?;∎ if the shoes are too small we'll change them for you si les chaussures sont trop petites nous vous les changerons;∎ to change places with sb changer de place avec qn;∎ figurative I wouldn't want to change places with him! je n'aimerais pas être à sa place!;∎ I'd like to change my pounds into dollars j'aimerais changer mes livres contre des ou en dollars;∎ does this bank change money? est-ce que cette banque fait le change?;∎ can you change a ten-pound note? (into coins) pouvez-vous me donner la monnaie d'un billet de dix livres?(c) (alter, modify) changer;∎ there's no point in trying to change him c'est inutile d'essayer de le changer;∎ she wants to change the world elle veut changer le monde;∎ he won't change anything in the text il ne changera rien au texte;∎ the illness completely changed his personality la maladie a complètement transformé son caractère;∎ she doesn't want to change her routine in any way elle ne veut rien changer à sa routine;∎ figurative to change one's spots changer ou modifier totalement son caractère(d) (transform) changer, transformer;∎ to change sb/sth into sth changer qn/qch en qch;∎ the prince was changed into a frog le prince fut changé en grenouille;∎ Bible to change water into wine changer l'eau en vin;∎ the liquid/her hair has changed colour le liquide a/ses cheveux ont changé de couleur(e) (baby, bed) changer;∎ the baby needs changing le bébé a besoin d'être changé;∎ I've changed the sheets j'ai changé les draps(f) to change gear changer de vitesse∎ to change for the better/worse changer en mieux/pire;∎ nothing will make him change rien ne le changera, il ne changera jamais;∎ wait for the lights to change attendez que le feu passe au vert;∎ winter changed to spring le printemps a succédé à l'hiver;∎ the wind has changed le vent a changé ou tourné(b) (become transformed) se changer, se transformer;∎ to change into sth se transformer en qch;∎ the ogre changed into a mouse l'ogre s'est transformé en souris;∎ the country had changed from dictatorship to democracy overnight en une nuit, le pays était passé de la dictature à la démocratie;∎ the lights changed from green to amber les feux sont passés du vert à l'orange;∎ to change from one system to another passer d'un système à un autre(c) (change clothing) se changer;∎ she's gone upstairs to change elle est montée se changer;∎ they changed out of their uniforms ils ont enlevé leurs uniformes;∎ he changed into a pair of jeans il s'est changé et a mis un jean;∎ I'm going to change into something warmer je vais mettre quelque chose de plus chaud(d) (transportation) changer;∎ is it a direct flight or do I have to change? est-ce que le vol est direct ou faut-il changer?;∎ we had to change twice nous avons eu deux correspondances ou deux changements;∎ all change! (announcement) tout le monde descend!∎ she changed into fourth gear elle a passé la quatrième∎ it's nice to see you smiling for a change c'est bien de te voir sourire pour une fois;∎ he was early for a change pour une fois il était en avance►► the change of life le retour d'âge;change machine distributeur m de monnaie;American change purse porte-monnaie m invCars rétrograder;∎ he changed down into third il est passé en troisième∎ to change off with sb échanger avec qn∎ he changed over from smoking cigarettes to smoking cigars il s'est mis à fumer des cigares à la place de cigarettes;∎ the country has changed over to nuclear power le pays est passé au nucléaire;∎ one day I wash and he dries and the next day we change over un jour je fais la vaisselle et il l'essuie et le jour d'après on change;∎ Television to change over (to another channel) passer sur une autre chaîne;∎ Television why don't you change over to ITV? et si on mettait ITV?Cars passer la vitesse supérieure;∎ he changed up into third il a passé la troisième, il est passé en troisième -
106 fast
fast [fɑ:st]rapide ⇒ 1 (a) en avance ⇒ 1 (b), 2 (b) solide ⇒ 1 (c) bon teint ⇒ 1 (d) libertin ⇒ 1 (e) vite ⇒ 2 (a) solidement ⇒ 2 (c) jeûne ⇒ 3 jeûner ⇒ 4∎ a fast film une pellicule rapide;∎ she's a fast runner elle court vite;∎ a fast time (in race etc) un bon temps, un bon chrono;∎ at a fast pace d'un pas vif ou rapide;∎ in fast motion en accéléré;∎ a grass court is faster than a hard one (in tennis) le jeu est plus rapide sur gazon que sur un court en dur;∎ he's a fast worker il va vite en besogne; figurative il ne perd pas de temps;∎ he's on the fast track (to the top) il gravit les échelons rapidement;∎ they see independence as the fast track to democracy ils considèrent que l'indépendance les mènera rapidement à la démocratie;∎ there's no fast track to success dans la vie, on ne réussit du jour au lendemain;∎ familiar to pull a fast one on sb jouer un mauvais tour à qn∎ my watch is or familiar I'm (three minutes) fast ma montre avance (de trois minutes)(c) (secure → knot, rope) solide; (→ door, window, lid) bien fermé; (→ grip) ferme, solide; (→ friend) sûr, fidèle;∎ to make a boat fast amarrer un bateau∎ the colour is not fast la couleur déteint ou s'en va∎ fast living vie f dissolue ou de dissipation;∎ familiar he's in with a fast set il fréquente une bande de viveurs ou de fêtards2 adverb∎ how fast is the car going? à quelle vitesse roule la voiture?;∎ he needs help fast il lui faut de l'aide de toute urgence;∎ she ran off as fast as her legs would carry her elle s'est sauvée à toutes jambes, elle a pris ses jambes à son cou;∎ the insults came fast and furious les insultes volaient ou pleuvaient dru;∎ as fast as I ate he gave me more il me resservait à mesure que je mangeais;∎ he'll do it fast enough if you pay well il ne se fera pas prier si vous payez bien;∎ not so fast! doucement!, pas si vite!;∎ not so fast, I haven't finished une minute, je n'ai pas fini(b) (ahead of correct time) en avance;∎ my watch is running fast ma montre avance(c) (securely) ferme, solidement;∎ shut fast bien fermé;∎ to hold fast (on) to sth tenir fermement qch;∎ figurative they held fast despite the threats ils ont tenu bon malgré les menaces;∎ figurative to play fast and loose (with sb) jouer double jeu (avec qn);∎ to play fast and loose with sb's emotions se jouer des émotions de qn;∎ to play fast and loose with the statistics truquer ou falsifier les statistiques∎ to be fast asleep dormir à poings fermés ou profondément∎ fast by the school qui jouxte l'école, attenant à l'école3 nounjeûne m;∎ to break one's fast rompre le jeûne;∎ Religion a fast day un jour maigre ou de jeûne►► fast bowler (in cricket) lanceur m rapide;fast break (in basketball) contre-attaque f;Nuclear fast breeder reactor surrégénérateur m, surgénérateur m;fast food fast-food m, prêt-à-manger m;∎ figurative to live life in the fast lane vivre à cent à l'heure;familiar fast talk baratin m;British fast train rapide m -
107 scrape
scrape [skreɪp]1 noun∎ just give the saucepan a quick scrape frotte ou gratte un peu la casserole;∎ he had a nasty scrape on his knee il avait une méchante éraflure au genou, il s'était bien éraflé le genou;∎ she had given the car a nasty scrape on the side elle avait fait une belle éraflure sur le côté de la voiture∎ to get into a scrape se mettre dans le pétrin;∎ now you've really got yourself into a scrape! vous voilà dans de beaux draps ou dans un sacré pétrin!;∎ to get (oneself) out of a scrape se tirer d'affaire ou d'embarras;∎ you got me into this scrape, now get me out of it! c'est vous qui m'avez mis dans ce pétrin, maintenant il faut me tirer de là!(d) (thin layer) mince couche f;∎ toast with a scrape of butter du pain grillé recouvert d'une mince couche de beurre(a) (clean → boots, saucepan, earth) gratter, racler; (→ tools) gratter, décaper; (→ vegetables, windows) gratter;∎ scrape the mud off your shoes enlève ou gratte la boue de tes chaussures;∎ I spent the afternoon scraping the paint off the door j'ai passé l'après-midi à gratter la peinture de la porte;∎ to scrape sth clean/smooth gratter qch pour qu'il soit propre/lisse;∎ I scraped the ground with a stick j'ai gratté le sol avec un bâton;∎ figurative to scrape (the bottom of) the barrel (looking for money) racler les fonds de tiroir; (be reduced to extremes) être tombé bien bas;∎ you took him on? you must really be scraping the bottom of the barrel! tu as embauché ce type-là? tu devais vraiment être coincé!(b) (scratch → paint, table, wood) rayer; (→ skin, knee) érafler; (touch lightly) effleurer, frôler;∎ I scraped my knee je me suis éraflé le genou;∎ I just scraped the garage door as I drove in j'ai seulement frôlé ou effleuré la porte du garage en rentrant la voiture;∎ the plane just scraped the surface of the water l'avion frôla ou rasa la surface de l'eau;∎ to scrape the bottom (ship) sillonner ou talonner le fond∎ don't scrape the chair across the floor like that ne traîne pas la chaise par terre comme ça∎ to scrape a living arriver tout juste à survivre, vivoter;∎ to scrape a pass (in exam) réussir de justesse;∎ British to scrape acquaintance with sb se débrouiller pour faire la connaissance de qn∎ the branches scrape against the shutters les branches frottent contre les volets;∎ the door scraped shut la porte s'est refermée en grinçant;∎ the gardener scraped at the ground with a stick le jardinier grattait la terre avec un bâton;∎ I heard the noise of his pen scraping across the paper j'entendais le grattement de son stylo sur le papier∎ to scrape home (win game, race) gagner de justesse;∎ she just scraped clear of the bus in time elle a évité le bus de justesse;∎ the ambulance just scraped past l'ambulance est passée de justesse(c) (economize) faire des petites économies(d) (be humble) faire des courbettes ou des ronds de jambes(financially) se débrouiller, vivre tant bien que mal;∎ she had to scrape along on a small pension elle devait se débrouiller avec une petite retraite;∎ we'll scrape along somehow on va se débrouiller avec ce qu'on aenlever en grattantgratter;∎ the gardener was scraping away at the dry earth le jardinier grattait la terre sèche;∎ to scrape away at a violin racler du violon(hair) tirer en arrière;∎ with her hair scraped back les cheveux tirés en arrière(financially) se débrouiller;∎ I have just enough to scrape by (on) j'ai juste assez d'argent pour me débrouiller(paintwork) décaper; (woodwork, door) gratter(in election) être élu de justesse; (in entering university) entrer de justesse; Sport (in qualifying) se qualifier de justesse;∎ I just scraped in as the doors were closing j'ai réussi à entrer juste au moment où les portes se fermaient∎ he just scraped into university/parliament il est entré à l'université/au parlement d'extrême justesse(mud, paint) enlever au grattoir ou en grattant; (skin) érafler;∎ humorous we had to scrape him off the ground il a fallu le ramasser à la petite cuillères'enlever au grattoir;∎ this paint scrapes off easily pour enlever cette peinture, il suffit de la gratter∎ to scrape out a mixing bowl (with spatula) racler un bol avec une spatule; (with finger) racler un bol avec le doigt(exam) réussir de justesse; (doorway, gap) passer (de justesse);∎ the government will probably just scrape through the next election le gouvernement va probablement l'emporter de justesse aux prochaines élections(in exam) réussir de justesse; (in election) être élu ou l'emporter de justesse; (gap) passer de justesse; (financially) se débrouiller tout juste(a) (two objects) frotter l'un contre l'autre(b) (into pile) mettre en tas(c) (collect → supporters, signatures) réunir ou rassembler à grand-peine; (→ money for oneself) réunir en raclant les fonds de tiroirs; (→ money for event) réunir avec beaucoup de mal(a) (into pile → leaves, stones) mettre en tas(b) (collect → supporters, signatures) réunir ou rassembler à grand-peine; (→ money for oneself) réunir en raclant les fonds de tiroirs; (→ money for event) réunir avec beaucoup de mal∎ he scraped himself up off the floor il a fini par se relever -
108 accord
accord [akɔʀ]masculine nouna. ( = entente) agreement ; ( = concorde) harmony► d'accord• se mettre or tomber d'accord avec qn to agree with sbb. ( = traité) agreementc. ( = permission) consentd. ( = harmonie) [de couleurs] harmonye. [d'adjectif, participe] agreement• accord en genre/nombre agreement in gender/numberf. ( = notes) chord ; ( = réglage) tuning* * *akɔʀnom masculin1) ( consentement) agreement (à to)2) ( pacte) agreement ( portant sur on); ( non formel) understanding3) (avis partagé, entente) agreement ( sur on)en or d'accord avec quelqu'un — in agreement with somebody
je suis/je ne suis pas d'accord pour payer — I am/I am not willing to pay
je ne suis pas d'accord pour que nous fassions — I am not in favour [BrE] of our doing
se mettre or tomber d'accord — to come to an agreement
mettre tout le monde d'accord — ( du même avis) to bring everybody round [BrE] to the same way of thinking; ( mettre fin aux querelles) to put an end to the argument
tu es d'accord pour la plage? — (colloq) are you on for the beach? (colloq)
‘on signe?’ - ‘d'accord’ — (colloq) ‘shall we sign?’ - ‘OK (colloq), all right’
4) (entre personnes, couleurs, styles) harmonyêtre en accord avec — (avec écrit, tradition, promesse) to be in keeping ou consistent with
5) Linguistique agreement•Phrasal Verbs:* * *akɔʀ nm1) (= entente, convention) agreementd'un commun accord — by common consent, by mutual agreement
2) (= consentement) agreement, consentdonner son accord — to give one's consent, to agree
d'accord! — OK!, all right!
3) LINGUISTIQUE agreement4) (entre des styles, tons) harmony5) MUSIQUE chordaccord parfait MUSIQUE — tonic chord
* * *accord nm1 ( consentement) consent (à to), agreement (à to); donner son accord à qch to give one's consent to sth, to agree to sth; d'un commun accord by common consent ou mutual agreement;2 ( pacte) agreement (portant sur on); ( non formel) understanding; accord de conciliation/cessez-le-feu conciliation/ceasefire agreement; conclure un accord to enter into an agreement; accords de commerce or commerciaux trade agreements; accords bilatéraux bilateral agreements;3 (avis partagé, entente) agreement (sur on); décider qch en or d'accord avec qn to decide sth in agreement with sb; être d'accord to agree; je suis/je ne suis pas d'accord avec toi là-dessus I agree/I disagree with you on this; je suis d'accord que I agree (that); Pierre est d'accord pour faire Pierre has agreed to do; je suis/je ne suis pas d'accord pour payer I am/I am not willing to pay; je ne suis pas d'accord pour que nous fassions I am not in favourGB of our doing; je demeure d'accord avec vous sur ce point I am in agreement with you on this point; se mettre or tomber d'accord to come to an agreement; mettre tout le monde d'accord ( du même avis) to bring everybody roundGB to the same way of thinking; ( mettre fin aux querelles) to put an end to the argument; tu es d'accord pour la plage○? are you on for the beach○?; ‘on signe?’-‘d'accord’○ ‘shall we sign?’-‘OK○’, ‘all right’, ‘fine’;4 (entre personnes, couleurs, styles) harmony; vivre en accord to live in harmony; un accord parfait règne entre eux they have a very harmonious relationship; être en accord avec (avec écrit, tradition, promesse) to be in keeping ou consistent with; en accord avec le reste du mobilier in keeping with the rest of the furniture; agir en accord avec le règlement/ses principes to act in accordance with the rules/one's principles;5 Ling agreement; accord en genre/en nombre gender/number agreement; faire l'accord to make the agreement;accord à l'amiable informal agreement; accord de contingentement quota agreement; accord de gré à gré mutual agreement; accord de paiement Écon trade agreement; accord de principe agreement in principle; accord salarial Entr wage settlement; accords de crédit Fin credit arrangements; Accord général sur les tarifs douaniers et le commerce General Agreement on Tariffs and Trade, GATT.[akɔr] nom masculin2. [entente] agreement[harmonie] harmony3. [convention] agreementaccord d'entreprise ou d'établissement collective agreementles accords d'Évianthe agreement signed on 18 March 1962 establishing a cease-fire in Algeria and recognizing the country's independenceles accords de Grenellean agreement between the government and trade unions (27 May, 1968) improving wages and working conditions and aimed at ending workers' support for student disturbancesaccord en genre/nombre gender/number agreement[réglage] tuningaccord parfait triad ou common chordd'accord locution adverbialeils ne sont pas d'accord they don't agree, they disagreeje suis d'accord pour qu'on lui dise I agree that she should be told ou to her being tolda. [je refuse] no (way)!b. [c'est faux] I disagree!tu viens? — d'accord are you coming? — OKmettez-vous d'accord, je ne comprends rien à ce que vous dites get your story straight, I can't understand a word of what you're sayingmettons-nous bien d'accord, c'est vous le responsable let's get one thing straight, you're in chargeen accord avec locution prépositionnelleen accord avec quelqu'un: en accord avec le chef de service, nous avons décidé que... together with the head of department, we have decided thaten accord avec notre politique commerciale in line with ou in keeping with our business policyI quite ou totally agree. Je suis tout à fait d'accordI couldn't agree (with you) more. Je suis entièrement de votre avisI agree wholeheartedly with what you said. Je suis entièrement d'accord avec ce que tu as ditI'm inclined to agree (with you). Je suis assez d'accord (avec toi)You're quite ou absolutely right. Vous avez absolument raisonI think you were right to tell him to leave. À mon avis, vous avez eu raison de lui dire de partirThat's just ou exactly what I was thinking. C'est exactement ce que je pensaisThose are my feelings exactly. Je partage votre sentiment là-dessusI couldn't have put it better myself. Je n'aurais pas dit mieux moi-mêmeI would have done exactly the same in your situation. À ta place, j'aurais fait exactement la même choseYou've made the right decision there. Tu as pris la bonne décisionI'll go along with that. Je suis d'accordThat's fine ou OK by me. Pas de problèmeThat sounds like a good idea. Ça semble être une bonne idéeI don't see why not. Pourquoi pas ? -
109 deux
deux [dø]a. two• couper en deux to cut in two or in halfb. ( = quelques) c'est à deux minutes d'ici it's just a couple of minutes from herec. ( = deuxième) second• volume/acte deux volume/act two• essayer et réussir, cela fait deux to try is one thing but to succeed is another thing altogether• lui et les maths, ça fait deux ! (inf) he hasn't got a clue about maths!• faire or avoir deux poids deux mesures to have double standards• il ne reste pas les deux pieds dans le même sabot he doesn't just sit back and wait for things to happen (PROV) deux précautions valent mieux qu'une(PROV) better safe than sorry (PROV) deux avis valent mieux qu'un(PROV) two heads are better than one• quand il y en a pour deux, il y en a pour trois there's always enough to go around► à nous deux ! ( = parlons sérieusement) let's talk! ; ( = je m'occupe de vous) I'm all yours! ; (à un ennemi) now let's fight it out! ; → six* * *dø
1.
adjectif invariable1) ( précisément) twodes deux côtés de la rue — on either side ou both sides of the street
tous les deux jours — every other day, every two days
‘deux m’ — ( en épelant) ‘double m’ GB, ‘two ms’
à nous deux — ( je suis à vous) I'm all yours; ( parlons sérieusement) let's talk; ( à un ennemi) it's just you and me now
2) ( quelques) a few, a couple ofc'est à deux minutes d'ici — it's a couple of ou two minutes from here
3) ( dans une date) second
2.
3.
une fois sur deux — 50% of the time
faire quelque chose en moins de deux — (colloq) to do something very quickly ou in two ticks (colloq) GB
••faire deux poids, deux mesures — to have double standards
un tiens vaut mieux que deux tu l'auras — Proverbe a bird in the hand is worth two in the bush Proverbe
en deux temps, trois mouvements — very quickly, in two ticks (colloq) GB
lui et moi, ça fait deux — we're two different people
* * *dø numelle a deux ans — she's two, she's two years old
ses deux mains — both his hands, his two hands
Nous y sommes allées toutes les deux. — We both went.
tous les deux mois — every two months, every other month
* * *A adj inv1 ( précisément) two; il a été opéré des deux yeux he's had surgery on both (his) eyes; prendre qch à deux mains to take sth with both hands; ouvrez bien grand les deux yeux/oreilles look/listen very carefully; deux fois twice; des deux côtés de la rue/de la rivière/de l'Atlantique on either side ou both sides of the street/of the river/of the Atlantic; tous les deux jours/ans every other day/year, every two days/years; ‘deux m’ ( en épelant) ‘double m’ GB, ‘two ms’; balle s'écrit avec deux l there are two ‘l’s in balle; à nous deux ( je suis à vous) I'm all yours; ( parlons sérieusement) let's talk; ( à un ennemi) it's just you and me now; on sera deux there will be two of us; ⇒ à, chose, doigt, par, tout, trois, uni;2 ( quelques) a few, a couple of; écrivez-nous deux ou trois lignes drop us a few ou couple of lines; j'en ai pour deux minutes I'll be two minutes ou ticks○ GB; c'est à deux minutes d'ici it's a couple of ou two minutes from here; l'arrêt de bus est à deux pas the bus stop is a stone's throw away; ⇒ mot;3 ( dans une date) second.B pron je vais essayer les deux I'll try both of them; elles sont venues toutes les deux they both came.C nm inv1 ( chiffre) two; une fois sur deux 50% of the time; il travaille un week-end sur deux he works every other week-end; vivre à deux to live together ou as a couple; la vie à deux n'est pas toujours facile living together ou as a couple is not always easy; faire qch en moins de deux○ to do sth very quickly ou in two ticks○ GB;D ○adv two, second(ly).faire deux poids, deux mesures to have double standards; un tiens vaut mieux que deux tu l'auras Prov a bird in the hand is worth two in the bush Prov; en deux temps, trois mouvements very quickly, in two ticks○ GB; la couture et moi, ça fait deux I know nothing about sewing; lui et moi, ça fait deux we're two different people; il est menteur comme pas deux○ he's the world's biggest liar; c'est simple comme deux et deux font quatre it's as easy as ABC; aussi vrai que deux et deux font quatre as true as I'm standing here; je n'ai fait ni une ni deux I didn't waste any time, I didn't hang about○.[dø] déterminant1. twoeux/nous deux both of them/usdeux ou trois livres/personnes a couple of books/people, one or two books/peopleà deux pas close by, not far awayà deux pas de close by, not far away fromà deux doigts de close to, within an inch ofj'ai été à deux doigts de le renvoyer I came very close to ou I was within inches of firing himde deux choses l'une, soit tu refuses, soit tu fais une proposition! you've got a choice, you either say no or you suggest an alternativede deux maux, il faut choisir le moindre one must choose the lesser of two evilsle deux novembre on November (the) second, on the second of Novembervoir aussi link=cinq cinq————————[dø] nom masculin1. [généralement] twovenez, tous les deux come along, both of youà nous deux! right, let's get on with it!en moins de deux in no time at all, in the twinkling of an eye2. JEUX————————à deux locution adverbiale[vivre] as a couple[travailler] in pairsdeux à deux locution adverbialein twos ou pairs————————deux par deux locution adverbialein twos ou pairsles enfants, mettez-vous deux par deux children, get into twos ou pairs -
110 on
on [ɔ̃]pronouna. ( = quelqu'un) someone• on sonne ! there's someone at the door!• qu'est-ce que je dis si on demande à vous parler ? what shall I say if someone asks to speak to you?━━━━━━━━━━━━━━━━━► Lorsque on est indéterminé, l'anglais préfère souvent une tournure passive.━━━━━━━━━━━━━━━━━• « on demande serveuse » "waitress wanted"• on est censé s'habiller pour le dîner ? are we expected to dress for dinner?• on mange ? shall we have something to eat?• on commence ? shall we begin?c. ( = les gens) people• on n'a pas un sou mais on s'achète une voiture ! they haven't a penny to their name but they go and buy a car!• de la fenêtre, on voit les collines from the window, you can see the hillse. ( = tu, vous) (inf) alors, on est content ? well, are you pleased?• alors, on ne dit plus bonjour aux amis ? don't we say hello to our friends any more?* * *ɔ̃pronom personnel1) ( complètement indéfini)il pleut des cordes, comme on dit — it's raining cats and dogs, as they say
2) ( nous) wemon copain et moi, on va en Afrique — my boyfriend and I are going to Africa
toi et moi, on est faits pour s'entendre — we're two of a kind
il y a tellement de bruit qu'on ne s'entend plus — there's so much noise that you can't hear yourself think
3) (tu, vous) youalors, on se promène? — so you're taking a stroll then?
on se calme! — (colloq) calm down!
on se dépêche! — (colloq) hurry up!
quand on veut, on peut — where there's a will, there's a way
4) (je)toi, on ne t'a rien demandé — nobody asked you for your opinion
5) (ils, elles) they6) ( quelqu'un)si on me demande, dites que je ne suis pas là — if anyone asks for me, tell them I'm out
7) ( n'importe qui)* * *ɔ̃ pron1) (indéterminé) you, one soutenuon peut le faire ainsi — you can do it like this, one can do it like this, it can be done like this
On peut visiter le château en été. — You can visit the castle in the summer.
D'ici, on voit la côte française. — From here you can see the French coast.
2) (= quelqu'un)On m'a volé mon porte-monnaie. — Someone has stolen my purse., My purse has been stolen.
On les a attaqués. — They were attacked.
On vous demande au téléphone. — There's a phone call for you., You're wanted on the phone.
On frappe à la porte. — Someone's at the door., There's someone at the door
On m'a dit d'attendre. — I was told to wait.
3) (= nous) weOn va y aller demain. — We're going tomorrow.
On va à la plage demain. — We're going to the beach tomorrow.
On a pensé que ça te ferait plaisir. — We thought you'd be pleased.
4) (= les gens) theyon dit que... — they say that..., it is said that...
autrefois, on croyait que... — people used to believe that...
on ne peut plus [clair] Il a été on ne peut plus clair. — He was as clear as could be., He couldn't have been any clearer.
* * *on pron pers1 ( complètement indéfini) on a refait la route the road was resurfaced; on a prétendu que it was claimed that; on a affirmé des choses extraordinaires sur ce médicament some extraordinary claims have been made for this drug; on a appris que… it came out that…; on a beaucoup construit dans le centre de la ville the centreGB of the town has become very built-up; une démission dont on a beaucoup parlé a much talked-about resignation; on a arrêté le voleur the thief was arrested; on le dit très malade he's said to be very ill; on dit qu'il a une maîtresse it's said he has a mistress; on a refusé de me laisser entrer I was refused admittance; on peut le dire you can say that; il pleut des cordes, comme on dit it's raining cats and dogs, as they say;2 ( signifiant nous) on est à cinq minutes du centre-ville we're only five minutes away from the town centreGB; mon copain et moi, on va en Afrique my boyfriend and I are going to Africa; à quelle heure doit-on y aller? at what time do we have to go?; où en est-on avec l'Europe? where do we stand on Europe?; on est peu de chose death comes to us all; au lycée on n'a pas le droit de fumer smoking is not allowed at school; toi et moi, on est faits pour s'entendre we're two of a kind; on en parlait avec Janet hier I was discussing it with Janet yesterday; on n'est pas des robots! we're not robots!; nous, on n'avait pas de bagages we didn't have any luggage; qu'est-ce qu'on mange ce soir? what's for tea tonight?; on a tout notre temps there's plenty of time; on recherche une secr étaire de direction bilingue bilingual personal assistant required; on se serait crus en plein hiver it felt like the depths of winter; il y a tellement de bruit qu'on ne s'entend plus there's so much noise that you can't hear yourself think;3 ( signifiant tu ou vous) alors, on se promène? so you're taking a stroll then?; on ne peut pas tout prévoir you can't think of everything; on ne comprend rien à ce qu'il vous raconte you can't understand a word of what he says to you; on se calme! calm down!; on se dépêche! hurry up!; quand on veut, on peut where there's a will, there's a way;4 ( signifiant je) on fait ce qu'on peut! one does what one can!; toi, on ne t'a rien demandé nobody asked you for your opinion; on dirait que c'est de l'or it looks like gold;5 ( signifiant ils ou elles) on nous prend pour des imbéciles they must think we're stupid; on ne m'a pas demandé mon avis they didn't ask me for my opinion; est-ce qu'on nous a livré le piano? has the piano been delivered?;6 ( signifiant quelqu'un) on t'appelle someone's calling you, there's someone calling you; on m'a dit de m'adresser à vous I was told to come and see you; on frappe there's someone at the door; on a sonné à la porte the doorbell rang; si on me demande au téléphone, dites que je ne suis pas là if anybody phones, tell them I'm out; que dois-je dire si on vient pendant que vous êtes sorti? what shall I say if somebody comes while you're out?;7 ( signifiant les gens) on ne peut pas vivre avec 300 euros par mois you can't live on 300 euros a month; on a toujours intérêt à s'expliquer it always pays to make oneself clear; ce sont des choses que l'on a du mal à comprendre quand elles vous arrivent these things are hard to understand when they happen to you; en Mongolie on boit du lait d'ânesse in Mongolia they drink asses milk.[ɔ̃] pronom personnel (peut être précédé de l'article 'l” dans un contexte soutenu)1. [indéterminé]on lui a retiré son passeport they took his passport away (from him), his passport was confiscatedsouvent, on n'a pas le choix often you don't have any choice, often there's no choiceon ne sait jamais (ce qui peut arriver) you never know ou one never knows (soutenu) (what could happen)3. [les gens] people, theyon rapporte que... it is said that...4. [désignant un nombre indéterminé de personnes] theyqu'est-ce qu'on en dit chez toi? what do your folks have to say about it?, what do they have to say about it at your place?5. [quelqu'un]on vous a appelé ce matin somebody called you ou there was a (phone) call for you this morningest-ce qu'on vous sert, Monsieur? are you being served, Sir?6. (familier) [nous] we7. [se substituant à d'autres pronoms personnels]dans ce premier chapitre, on a voulu montrer... in this first chapter, the aim has been to show...on a tout ce qu'il faut et on passe son temps à se plaindre! (familier) he/she has got everything and he/she still complains all the time!8. [dans des annonces]‘on cherche un vendeur’ ‘salesman wanted ou required’ -
111 part
part [paʀ]feminine noun• prendre une part de gâteau to take a piece or slice of cakeb. ( = participation, partie) part• prendre une part importante dans... to play an important part in...c. (locutions)► à part ( = de côté) on one side ; ( = séparément) separately ; ( = excepté) apart from ; ( = exceptionnel) special• d'une part... d'autre part on the one hand... on the other hand► de la part de (provenance) from ; ( = au nom de) on behalf of• pour ma part je considère que... for my part, I consider that...► faire part de qch à qn to announce sth to sb• faire la part des choses to make allowances► prendre part à [+ travail, débat] to take part in ; [+ manifestation] to join in* * *paʀ
1.
1) ( portion) (de tarte, gâteau) slice, portion; (de viande, riz) helping, portion; (d'héritage, de marché) shareune part du gâteau — fig a slice ou share of the cake
2) ( élément d'un tout) proportionune grande part de quelque chose — a high proportion ou large part of something
il y a une grande part de fiction dans son récit — his/her account is highly fictional
pour une bonne or grande part — to a large ou great extent
faire la part de quelque chose — to take something into account ou consideration
à part entière — [membre, citoyen] full (épith); [science, sujet] in its own right
3) ( contribution) shareil m'a fait part de ses projets/son inquiétude — he told me about his plans/his concern
4) ( partie d'un lieu)de toute(s) part(s) — [surgir, arriver] from all sides
de part et d'autre — on both sides, on either side
de part en part — [traverser, transpercer] right ou straight through
5) ( point de vue)d'une part..., d'autre part... — ( marquant une énumération) firstly..., secondly...; ( marquant une opposition) on (the) one hand... on the other hand
d'autre part — ( de plus) moreover
prendre quelque chose en bonne/mauvaise part — to take something in good part/take something badly
2.
à part locution1) ( séparément) [ranger, classer] separatelyprendre quelqu'un à part — to take somebody aside ou to one side
2) ( séparé)3) ( différent)être un peu à part — [personne] to be out of the ordinary
un cas/lieu à part — a special case/place
4) ( excepté) apart fromà part ça, quoi de neuf? — (colloq) apart from that, what's new?
3.
de la part de locution prépositive1) ( à la place de)de la part de — [agir, écrire, téléphoner] on behalf of
2) ( venant de)de leur part, rien ne m'étonne — nothing they do surprises me
c'est de la part de qui? — ( au téléphone) who's calling please?
••* * *paʀ1. vbSee:2. nf1) (= fraction, partie) partUne part de frais est remboursable. — Part of the costs is refundable.
Il y a une part de vantardise dans ce qu'il dit. — There's an element of boasting in what he says.
pour une large part; pour une bonne part — to a great extent
Tout mensonge comporte une part de vérité. — Every lie has some truth in it.
2) (= portion) [gâteau, fromage] piece, portion, (qui revient à qn) shareVous n'avez pas eu votre part. — You haven't had your share.
à part entière (citoyen, membre, partenaire) — full
à parts égales; à part égale — equally
3) FINANCE share, non-voting share4) (= côté)de toute part; de toutes parts — from all sides, from all quarters
de part et d'autre — on both sides, on either side
d'une part... d'autre part — on the one hand... on the other hand
5)à part [vivre] — separately, [mettre] aside, (employé comme préposition) apart from, except for
Ils sont tous venus, à part Christian. — They all came, except Christian., (employé comme adjectif) (sportif) exceptional, (catégorie) of its own
faire la part (trop) belle à qn [homme] — to give sb more than his share, [femme] to give sb more than her share
prendre part à [débat] — to take part in, [soucis, douleur de qn] to share
Il va prendre part à la réunion. — He's going to take part in the meeting.
Nous prenons part à votre grande douleur. — We share your grief.
faire part de qch à qn — to announce sth to sb, to inform sb of sth
pour ma part — as for me, as far as I'm concerned
de la part de (= au nom de) — on behalf of, (= donné par) from
Je dois vous remercier de la part de mon frère. — I must thank you on behalf of my brother.
C'est un cadeau pour toi, de la part de Françoise. — It's a present for you, from Françoise.
c'est de la part de qui? (au téléphone) — who's calling please?, who's speaking please?
* * *A nf1 ( portion) (de tarte, gâteau) slice, portion; (de viande, riz) helping, portion; ( d'héritage) share; couper qch en six parts égales to cut sth into six equal portions; vouloir/mériter une part du gâteau fig to want/deserve a slice ou share of the cake; avoir sa part de misères/souffrances/soucis to have one's (fair) share of misfortunes/suffering/worries; la part du pauvre some food for the unexpected guest;2 ( élément d'un tout) proportion, part; une part des bénéfices/du budget a proportion of the profits/of the budget; une part non négligeable de leur revenu a significant proportion of their income; une grande part de qch a high proportion ou large part of sth; une part de chance/jeu/sacrifice an element of chance/risk/sacrifice; il y a une grande part de fiction/de réel dans son récit his account is highly fictional/very much based on reality; le hasard n'a aucune part là-dedans chance has nothing to do with it; pour une part to some extent; pour une bonne or grande part to a large ou great extent; faire la part de qch to take sth into account ou consideration; faire la part des choses to put things in perspective; faire la part belle à qch to place ou put great emphasis on sth; faire la part belle à qn to give sb the best deal; à part entière [membre, citoyen] full ( épith); [science, sujet] in its own right; ils sont français à part entière they are full French nationals; c'est un art à part entière it's an art in its own right; participer aux travaux/discussions à part entière to participate fully in the work/discussions;3 ( contribution) share; payer sa part to pay one's share; chacun paie sa part, c'est mieux everyone pays their share, it's better that way; faire sa part de travail/ménage to do one's share of the work/housework; prendre part à to take part in [activité, discussion, travail, conflit]; nous prenons part à votre douleur or peine we share your grief; il m'a fait part de ses projets/son inquiétude he told me about his plans/concern; je vous ferai part de mes intentions I'll let you know my intentions; Hélène et Roger Moulin sont heureux de vous faire part de la naissance de leur fille Zoé Hélène and Roger Moulin are pleased to announce the birth of their daughter Zoé;4 ( partie d'un lieu) de toute(s) part(s) [surgir, arriver] from all sides; être attaqué de toutes parts to be attacked from all sides; de part et d'autre on both sides, on either side (de qch of sth); il y a une volonté de dialogue de part et d'autre there is a willingness to talk on both sides; de part en part [traverser, transpercer] right ou straight through; ⇒ autre C, nul E, quelque D;5 ( point de vue) pour ma/ta/notre part for my/your/our part; il a pour sa part déclaré que… for his part he declared that…; d'une part…, d'autre part… ( marquant une énumération) firstly…, secondly…; ( marquant une opposition) on (the) one hand… on the other hand; d'autre part ( de plus) moreover; prendre qch en bonne/mauvaise part to take sth in good part/take sth badly;6 Fin, Écon part (sociale or d'intérêt) share; avoir des parts dans une société to have shares in a company; une part de marché a market share; part de fondateur founder's share;7 Fisc unit on which the calculation of personal tax is based;B à part loc1 ( à l'écart) [ranger, classer] separately; mettre qch à part to put sth to one side; si on met à part cette partie de la population leaving aside this section of the population; préparez une sauce/des légumes à part prepare a sauce/some vegetables separately; prendre qn à part to take sb aside ou to one side;2 ( séparé) une salle à part a separate room; faire lit/chambre à part to sleep in separate beds/rooms;3 ( différent) être un peu à part [personne] to be out of the ordinary; un cas/lieu à part a special case/place; un personnage à part a unique character;4 ( excepté) apart from; (mis) à part ça il est charmant apart from that he's charming; à part ça, quoi de neuf○? apart from that, what's new?; la semaine s'est bien passée à part un jour de pluie the week went well apart from one rainy day; à part que apart from the fact that; blague à part joking aside.C de la part de loc prép1 ( à la place de) [agir, écrire, téléphoner] de la part de on behalf of; je vous souhaite bonne chance de la part de toute l'équipe on behalf of the whole team I wish you good luck; je vous appelle de la part de M. Pichon I'm phoning on behalf of Mr Pichon;2 ( venant de) de la part de qn from sb; il y a un message de la part de ton père there's a message from your father; j'ai un cadeau pour toi de la part de ma sœur I've got a present for you from my sister; donne-leur le bonjour de ma part say hello to them for me; ce n'est pas très gentil de ta part that wasn't very nice of you; sans engagement de votre part with no obligation on your part; de leur part, rien ne m'étonne nothing they do surprises me; c'est de la part de qui? ( au téléphone) who's calling ou speaking please?faire la part du feu to cut one's losses.[par] nom féminin1. [dans un partage - de nourriture] piece, portion ; [ - d'un butin, de profits, de travail etc] sharerepose-toi, tu as fait ta part have a rest, you've done your bitavoir part à to have a share in, to share (in)vouloir sa part de ou du gâteau to want one's share of the cakese réserver ou se tailler la part du lion to keep ou to take the lion's share2. DROIT [pour les impôts] basic unit used for calculating personal income taxun couple avec un enfant a deux parts et demie a couple with a child has a tax allowance worth two and a half (UK) ou has two and a half tax exemptions (US)3. ÉCONOMIE & FINANCEpart sociale/d'intérêts unquoted/partner's shareen grande part for the most part, largely, to a large extentles sociétés, pour la plus grande part, sont privatisées firms, for the most part, are privatizedil y a une grande part de peur dans son échec her failure is due to a large extent to fear, fear goes a long way towards explaining her failure5. [participation]a. [discussion, compétition, manifestation] to take part inb. [cérémonie, projet] to join in, to play a part inc. [attentat] to take part in, to play a part inprendre part à la joie/peine de quelqu'un to share (in) somebody's joy/sorrowil faut faire la part du hasard/de la malchance you have to recognize the part played by chance/ill-luck, you have to make allowances for chance/ill-luck6. THÉÂTRE [aparté] (artist's) cut7. (locution)dis-lui au revoir/merci de ma part say goodbye/thank you for meje ne m'attendais pas à une telle audace/mesquinerie de sa part I didn't expect such boldness/meanness from himc'est de la part de qui? [au téléphone, à un visiteur] who (shall I say) is calling?pour ma/sa part (as) for me/himfaire part de quelque chose à quelqu'un to announce something to somebody, to inform somebody of somethingprendre quelque chose en mauvaise part to take offence at something, to take something amissne le prenez pas en mauvaise part, mais... don't be offended, but..————————à part locution adjectivale1. [séparé - comptes, logement] separate2. [original, marginal] odd————————à part locution adverbiale1. [à l'écart]mis à part deux ou trois détails, tout est prêt except for ou apart from two or three details, everything is ready2. [en aparté]prendre quelqu'un à part to take somebody aside ou to one side3. [séparément] separately————————à part locution prépositionnelleà part cela apart from that, that aside2. (soutenu)elle se disait à part soi que... she said to herself that...à part entière locution adjectivaleun membre à part entière de a full ou fully paid up member ofelle est devenue une actrice à part entière she's now a proper ou a fully-fledged actress————————à part que locution conjonctivec'est une jolie maison, à part qu'elle est un peu humide it's a nice house, except that it's a bit dampde part en part locution adverbialede part et d'autre locution adverbiale2. [partout] on all sidesde part et d'autre de locution prépositionnelle————————de toute(s) part(s) locution adverbialeils accouraient de toutes parts vers le village they were rushing towards the village from all directions————————d'une part... d'autre part locution correlativeon the one hand... on the other hand————————pour une large part locution adverbiale -
112 autant
-
113 chacun
pron m; pron f - chacunechacun est maître chez soi, dit le charbonnier — см. charbonnier est maître chez soi
la pauvreté n'est pas vice mais c'est une espèce de ladrerie, chacun la fuit — см. la pauvreté n'est pas vice
-
114 credit
credit [ˈkredɪt]1. nouna. (financial) crédit m• "no credit" « la maison ne fait pas crédit »• in credit [account] approvisionnéb. ( = belief) he's got more sense than people give him credit for il a plus de bon sens qu'on ne le croit2. plural nouna. ( = believe) [+ rumour, news] croireb. to credit sb/sth with (having) certain powers reconnaître à qn/qch certains pouvoirsc. to credit £50 to sb or to sb's account créditer qn de 50 livres4. compounds► credit hour noun ≈ unité f d'enseignement* * *['kredɪt] 1.1) ( resultant praise) mérite m ( for de)to get/take the credit — se voir attribuer/s'attribuer le mérite ( for de)
2) ( subject of pride)to be a credit to somebody/something — faire honneur à quelqu'un/quelque chose
3) ( recognition)he is more intelligent than he is given credit for — il est plus intelligent qu'on ne le croit généralement
4) ( credence) crédit m5) Commerce crédit m2.to be £25 in credit — être créditeur de 25 livres sterling
credits plural noun Cinema, Television générique m3.transitive verb1)to credit somebody with — attribuer à quelqu'un [achievement]
3) ( believe) croire -
115 thing
thing [θɪŋ]choses ⇒ 1A (a), 1A (b), 1B (a)-(d), 2 (b)-(d) objet ⇒ 1A (a) créature ⇒ 1A (d) idée ⇒ 1B (a) question ⇒ 1B (b) idéal ⇒ 1C (c) mode ⇒ 1C (d) effets ⇒ 2 (a) affaires ⇒ 2 (a)1 nounA.(a) (object, item) chose f, objet m;∎ what's that yellow thing on the floor? qu'est-ce que c'est que ce truc jaune par terre?;∎ what's that thing for? à quoi ça sert, ça?;∎ what's this knob thing for? à quoi sert cette espèce de bouton?;∎ where's my hat? I can't find the thing anywhere où est mon chapeau? je ne le trouve nulle part;∎ the only thing I could hear was a dripping tap la seule chose que j'entendais c'était un robinet qui fuyait;∎ any idea how to work this thing? tu sais comment ça marche?;∎ I had to rewrite the whole thing j'ai dû tout réécrire;∎ the thing he loves most is his pipe ce qu'il aime le plus, c'est sa pipe;∎ I need a few things from the shop j'ai besoin de faire quelques courses;∎ she loves books and posters and things, she loves things like books and posters elle aime les livres, les posters, ce genre de choses;∎ he likes making things with his hands il est très manuel;∎ she enjoys the good things in life elle apprécie les bonnes choses de la vie;∎ I must be seeing things je dois avoir des visions;∎ I must be hearing things je dois rêver, j'entends des voix;∎ humorous things that go bump in the night les choses qui font du bruit la nuit;∎ they were treated as things not people on les traitait comme des choses, pas comme des êtres humains(b) (activity, event) chose f;∎ he likes things like gardening il aime le jardinage et les choses dans ce goût-là;∎ familiar she's still into this art thing in a big way elle est encore très branchée art;∎ the thing to do is to pretend you're asleep vous n'avez qu'à faire semblant de dormir;∎ the first thing to do is (to) ring the police la première chose à faire, c'est d'appeler la police;∎ the only thing left is to… il ne reste plus qu'à…;∎ the next thing on the agenda le point suivant à l'ordre du jour;∎ it's the best thing to do c'est ce qu'il y a de mieux à faire;∎ that was a silly thing to do! ce n'était pas la chose à faire!;∎ how could you do such a thing? comment avez-vous pu faire une chose pareille?;∎ I have lots of things to do j'ai des tas de choses à faire;∎ she certainly gets things done avec elle, ça ne traîne pas∎ I don't know a thing about what happened j'ignore tout de ce qui s'est passé;∎ I don't know a thing about algebra je n'y connais absolument rien en algèbre;∎ not a thing was overlooked pas un détail n'a été négligé;∎ I didn't understand a thing she said je n'ai rien compris à ce qu'elle disait, je n'ai pas compris un mot de ce qu'elle disait;∎ we couldn't do a thing about it nous n'y pouvions absolument rien;∎ I couldn't do a thing to help je n'ai rien pu faire pour me rendre utile;∎ it doesn't mean a thing to me (I don't understand it at all) je n'y comprends (absolument) rien; (it isn't at all familiar to me) ça ne me dit absolument rien; (it doesn't concern me at all) ça ne me concerne pas;∎ she hadn't got a thing on elle était entièrement nue;∎ I haven't got a thing to wear je n'ai rien à me mettre sur le dos(d) (creature, being) créature f, être m;∎ the thing he loves most is his dog ce qu'il aime le plus, c'est son chien;∎ there wasn't a living thing around il n'y avait pas âme qui vive;∎ what a sweet little thing! quel amour!;∎ she's a dear old thing c'est une charmante petite vieille;∎ you silly thing espèce d'idiot;∎ poor thing! (said about somebody) le/la pauvre!; (said to somebody) mon/ma pauvre!; (animal) (la) pauvre bête!∎ the thing from outer space le monstre de l'espaceB.(a) (idea, notion) idée f, chose f;∎ the best thing would be to ask them le mieux serait de leur demander;∎ it would be a good thing if we all went together ce serait une bonne chose que nous y allions tous ensemble;∎ it's a good thing (for you) no one knew heureusement (pour vous) que personne ne savait;∎ to be on to a good thing être sur une bonne affaire;∎ to know a thing or two about sth s'y connaître en qch;∎ I could show him a thing or two about hang gliding je pourrais lui apprendre une ou deux petites choses en deltaplane(b) (matter, question) chose f, question f;∎ the thing is, we can't really afford it le problème, c'est qu'on n'a pas vraiment les moyens;∎ the thing is, will she want to come? le problème c'est qu'on ne sait pas si elle voudra venir;∎ the main thing is to succeed ce qui importe, c'est de réussir;∎ the important thing is not to stop ce qui compte, c'est de ne pas arrêter;∎ the thing to remember is that… ce dont il faut se souvenir est que…;∎ it's one thing to talk but quite another to act parler est une chose, agir en est une autre;∎ that's quite another thing ça, c'est tout autre chose;∎ and another thing en plus;∎ we talked of one thing and another nous avons parlé de choses et d'autres;∎ what with one thing and another, I haven't had time avec tout ce qu'il y avait à faire, je n'ai pas eu le temps;∎ if it's not one thing, it's another, it's one thing after another ça ne s'arrête jamais;∎ taking one thing with another à tout prendre, somme toute∎ that's not a very nice thing to say ce n'est pas très gentil de dire ça;∎ she said some nasty things about him elle a dit des méchancetés sur lui;∎ how can you say such a thing? comment pouvez-vous dire une chose pareille?;∎ the things you say! les choses que tu peux dire parfois!;∎ I said no such thing! je n'ai rien dit de tel!;∎ I said the first thing that came into my head j'ai dit la première chose qui m'est venue à l'esprit(d) (quality, characteristic) chose f;∎ one of the things I like about her is her sense of humour une des choses que j'aime chez elle, c'est son sens de l'humour;∎ the town has a lot of things going for it la ville a beaucoup de bons côtésC.∎ to have a thing about sb/sth (like) avoir un faible pour qn/qch□ ; (dislike) avoir horreur de qn/qch□ ;∎ I have a thing about seafood (like) j'aime vraiment les fruits de mer□ ; (dislike) je n'aime vraiment pas les fruits de mer□ ;∎ he has a thing about red hair (likes) il adore les cheveux roux□ ; (dislikes) il a quelque chose contre les cheveux roux□ ;∎ it's not really my thing ce n'est pas vraiment mon truc;∎ he went off to the States to do his own thing il est parti aux États-Unis vivre sa vie□(c) (what is needed, required) idéal m;∎ hot cocoa is just the thing on a winter's night un chocolat chaud, c'est l'idéal les soirs d'hiver;∎ that's the very thing c'est juste ce qu'il faut;∎ that's the very thing for my bad back! c'est juste ce dont j'avais besoin pour mon mal de dos!∎ it's the latest thing in swimwear c'est la dernière mode en matière de maillots de bain;∎ it's quite the thing c'est très à la mode;∎ natural food is the thing just now les aliments biologiques sont la grande mode en ce moment;∎ a thing of the past une chose du passé∎ to make a big thing about sth faire (tout) un plat de qch;∎ he made a big thing out of my not going il a fait tout un plat parce que je n'y allais pas;∎ there's no need to make a big thing out of it! ce n'est pas la peine d'en faire tout un plat ou toute une montagne!∎ to have a thing with sb avoir une liaison avec qn□(a) (belongings) effets mpl, affaires fpl; (clothes) affaires fpl; (equipment) affaires fpl, attirail m; (tools) outils mpl, ustensiles mpl;∎ put your things away ramassez vos affaires;∎ take your wet things off enlevez vos affaires humides;∎ you can take your things off in the bedroom vous pouvez vous déshabiller dans la chambre;∎ have you brought your fishing/swimming things? avez-vous apporté votre attirail de pêche/vos affaires de piscine?;∎ have you washed the breakfast things? as-tu fait la vaisselle du petit déjeuner?;∎ to take the tea things away desservir la table (après le thé);∎ to pack (up) one's things faire ses valises(b) (situation, circumstances) choses fpl;∎ familiar how's or how are things? comment ça va?;∎ things are getting better les choses vont mieux;∎ things are going badly ça va mal;∎ things began to get rather dangerous les choses ont commencé à devenir assez dangereuses;∎ I feel rather out of things je n'ai pas l'impression d'être vraiment dans le bain;∎ you take things too seriously vous prenez les choses trop au sérieux;∎ I need time to think things over j'ai besoin de temps pour réfléchir;∎ as things are or stand dans l'état actuel des choses;∎ things being what they are les choses étant ce qu'elles sont;∎ it's just one of those things ce sont des choses qui arrivent(c) (specific aspect of life) choses fpl;∎ things of the mind les choses fpl de l'esprit;∎ she's interested in all things French elle s'intéresse à tout ce qui est français;∎ moderation in all things de la modération en tout;∎ she wants to be an airline pilot of all things! elle veut être pilote de ligne, non mais vraiment!(d) (facts, actions etc) choses fpl;∎ they did terrible things to their prisoners ils ont fait des choses atroces à leurs prisonniers;∎ I've heard good things about his work on dit du bien de son travail(tout) d'abord;∎ for one thing… and for another thing (tout) d'abord… et puis;∎ well for one thing, we can't afford it pour commencer, nous n'en avons pas les moyens -
116 passer
pɑsev1) vorbeigehen, entlanggehen, hingehen, durchgehenIl faut en passer par là. — Da muss man durch.
Passez donc! — Bitte, treten Sie ein!
2) ( chez qn) vorbeikommen, vorbeifahren3) ( se dérouler) vergehen, vorbeigehen4) ( temps) verbringen, vertreiben5) ( tamiser) sieben, passieren6) ( se faner) verleben, verblühen7) ( un vêtement) in..., schlüpfen, anziehen8) TEL verbinden9) ( contrat) schließen10) ( examen) absolvieren11)12)13)passer les bornes (fig) — zu weit gehen, über die Hutschnur gehen
14)15)16)se passer — vorkommen, geschehen, sich abspielen
17)passer à (fig: l'ennemi) — überlaufen zu
passerpasser [pαse] <1>1 (se déplacer) vorbeigehen; véhicule, automobiliste vorbeifahren; caravane vorbeiziehen; Beispiel: laisser passer quelqu'un/une voiture jdn/ein Auto vorbeilassen2 (desservir) bus, métro, train fahren; Beispiel: le bus va bientôt passer der Bus wird gleich kommen3 (s'arrêter un court instant) Beispiel: passer chez quelqu'un bei jemandem vorbeikommen; Beispiel: passer à la poste bei [ oder an] der Post vorbeikommen4 (avoir un certain trajet) Beispiel: passer au bord de quelque chose train an etwas datif vorbeifahren; route an etwas datif vorbeiführen; Beispiel: passer dans une ville automobiliste, voiture durch eine Stadt fahren; rivière durch eine Stadt fließen; Beispiel: passer devant quelqu'un/quelque chose an jemandem/etwas vorbeigehen; Beispiel: passer entre deux maisons personne zwischen zwei Häusern durchgehen; route zwischen zwei Häusern verlaufen; Beispiel: passer par Francfort automobiliste über Frankfurt fahren; avion über Frankfurt fliegen; route über Frankfurt führen; Beispiel: passer par la porte durch die Tür gehen; Beispiel: passer sous quelque chose personne unter etwas datif durchgehen/durchfahren; véhicule unter etwas datif durchfahren; route, tunnel, canal unter etwas datif durchführen; Beispiel: passer sur un pont über eine Brücke gehen/fahren; Beispiel: passer sur l'autre rive [ans andere Ufer] übersetzen5 (traverser en brisant) Beispiel: passer à travers le pare-brise durch die Windschutzscheibe geschleudert werden; Beispiel: passer à travers la glace auf dem Eis einbrechen7 (s'infiltrer par, filtrer) café durchlaufen; Beispiel: passer à travers quelque chose eau, lumière durch etwas dringen8 (se trouver) Beispiel: où est passée ta sœur/la clé? wo ist deine Schwester geblieben/der Schlüssel hingekommen?9 (changer) Beispiel: passer de la salle à manger au salon vom Esszimmer in den Salon [hinüber]gehen; Beispiel: passer de maison en maison von Haus zu Haus gehen; Beispiel: passer en seconde automobilef in den zweiten Gang schalten; Beispiel: le feu passe au rouge/du vert à l'orange die Ampel schaltet auf Rot/von Grün auf Gelb11 (être consacré à) Beispiel: 60% du budget passent dans les traitements 60% des Budgets gehen für Gehälter ab [ oder weg]12 (faire l'expérience de) Beispiel: passer par des moments difficiles schwierige Zeiten durchmachen; Beispiel: il est passé par la Légion étrangère er war in der Fremdenlegion14 (être plus/moins important) Beispiel: passer avant/après quelqu'un/quelque chose wichtiger als jemand/etwas/nicht so wichtig wie jemand/etwas sein15 (avoir son tour, être présenté) drankommen; Beispiel: faire passer quelqu'un avant/après les autres jdn vor/nach den anderen drannehmen familier; Beispiel: passer à un examen in eine Prüfung gehen; Beispiel: passer à la radio/télé im Radio/Fernsehen kommen; Beispiel: le film passe au Rex der Film läuft im Rex16 (être accepté) Beispiel: passer en sixième in die 6. Klasse [ oder in die 1. Klasse des "Collège"] versetzt werden; Beispiel: le candidat est passé à l'examen der Kandidat hat die Prüfung bestanden; Beispiel: la plaisanterie est bien/mal passée der Scherz ist gut/schlecht angekommen; Beispiel: la pièce de théâtre n'est pas passée das Theaterstück ist durchgefallen17 (ne pas tenir compte de, oublier) Beispiel: passer sur les détails über die Einzelheiten hinwegsehen; Beispiel: passons! sei(')s drum!18 jeux passen20 (disparaître) vergehen; colère verfliegen; mode, chagrin vorübergehen; pluie, orage nachlassen; couleur verblassen; Beispiel: ça te passera das wird dir schon vergehen21 (devenir) Beispiel: passer capitaine/directeur zum Hauptmann befördert/zum Direktor ernannt werden23 (avoir la réputation de) als etwas gelten►Wendungen: passe encore que quelqu'un ait fait quelque chose es mag ja noch angehen, dass jemand etwas getan hat; passer outre à quelque chose sich über etwas Accusatif hinwegsetzen; ça passe ou ça casse! familier alles oder nichts!1 (donner) geben, reichen sel, photo; übergeben consigne, travail, affaire; Beispiel: passer un message à quelqu'un jdm etwas ausrichten; Beispiel: passer la grippe/un virus à quelqu'un jdn mit Grippe/einem Virus anstecken4 (au téléphone) Beispiel: passer quelqu'un à quelqu'un jdm jemanden geben, jemanden mit jemandem verbinden5 école,université machen examen; Beispiel: passer son bac das Abitur machen; Beispiel: passer un examen avec succès eine Prüfung bestehen6 (vivre, occuper) Beispiel: passer ses vacances à Rome seine Ferien in Rom verbringen; Beispiel: des nuits passées à boire durchzechte Nächte Pluriel8 (franchir) überqueren rivière; überschreiten seuil; überqueren montagne; überwinden obstacle (en sautant) überspringen obstacle; durchfahren tunnel, écluse; durchbrechen mur du son; passieren frontière; Beispiel: faire passer la frontière à quelqu'un jdn über die Grenze bringen9 (faire mouvoir) Beispiel: passer par une ouverture étroite durch eine enge Öffnung durchkommen; Beispiel: passer le chiffon sur l'étagère auf dem Regal etwas Staub wischen10 (étaler, étendre) Beispiel: passer une couche de peinture sur quelque chose eine Schicht Farbe auf etwas Accusatif auftragen13 (calmer) Beispiel: passer sa colère sur quelqu'un/quelque chose seine Wut an jemandem/etwas auslassen14 (sauter [volontairement]) überspringen2 (avoir lieu) geschehen; Beispiel: que s'est-il passé? was ist passiert?; Beispiel: que se passe-t-il? was ist denn los?3 (se dérouler) Beispiel: se passer action, histoire sich abspielen; fête, manifestation stattfinden; Beispiel: l'accident s'est passé de nuit der Unfall hat sich nachts ereignet; Beispiel: si tout se passe bien wenn alles gut geht4 (se débrouiller sans) Beispiel: se passer de quelqu'un/quelque chose ohne jemanden/etwas auskommen; Beispiel: voilà qui se passe de commentaires! Kommentar überflüssig!6 (se mettre) Beispiel: se passer de la crème sur le visage sich datif das Gesicht eincremen; Beispiel: se passer la main sur le front/dans les cheveux sich datif mit der Hand über die Stirn/übers Haar streichen [ oder fahren] -
117 bête
1. f2. adjqui se fait bête, le loup le mange — см. qui se fait agneau, le loup le mange
-
118 chair
f -
119 comodo
comodo I. agg. 1. confortable: una poltrona comoda un fauteuil confortable: un viaggio comodo un voyage confortable. 2. (rif. alla vita: agiato) confortable, aisé: amo la vita comoda j'aime vivre dans le confort. 3. ( facilmente raggiungibile) pratique, facile d'accès: la spiaggia più comoda da Roma è Ostia la plage la plus pratique en venant de Rome est celle d'Ostie; l'ufficio è comodo, per andarci impiego solo dieci minuti le bureau est bien situé, il me faut seulement dix minutes pour y aller. 4. (ampio: rif. a indumenti) confortable, ample: scarpe comode chaussures confortables; una bella giacca comoda une belle veste ample. 5. ( pratico) pratique: questa è una macchinetta molto comoda per la città voici une petite voiture très pratique pour la ville. 6. ( opportuno) bon, convenable, opportun: è un'ora comoda per fare una visita c'est une heure convenable pour rendre visite à quelqu'un. 7. ( conveniente) commode: mi è più comodo partire subito cela m'arrange de partir tout de suite. 8. ( utile) commode, utile: può essere comodo conoscere le lingue straniere il peut être utile de connaître des langues étrangères. 9. ( facile) commode, facile, aisé ( anche iron): così è troppo comodo! ce serait trop commode!, ce serait trop facile!; è comodo farsi mantenere! c'est bien pratique de se faire entretenir! 10. (rif. a persona: che agisce senza fretta) posé, tranquille. 11. (rif. a tempo: abbondante) bon, gros: ci hai messo un'ora comoda per vestirti tu as mis une bonne heure pour t'habiller. II. s.m. 1. (convenienza, vantaggio) avantage; ( agio) aise f.: non posso sempre aspettare i tuoi comodi je ne peux pas toujours rester là à t'attendre; fare i propri comodi en prendre à son aise; fa sempre il comodo suo il n'en fait qu'à sa guise. 2. ( rar) ( comodità) confort, ( lett) commodités f.pl.: i comodi della vita les commodités de la vie; questo è un gran comodo c'est d'un grand confort. -
120 enough
enough [ɪ'nʌf]assez de;∎ enough money assez ou suffisamment d'argent;∎ do you have enough money to pay? avez-vous de quoi payer?;∎ are there enough copies for all the children? y a-t-il assez ou suffisamment d'exemplaires pour tous les enfants?;∎ you've had more than enough wine tu as bu plus qu'assez de vin;∎ the report is proof enough le rapport est une preuve suffisante;∎ she's not fool enough to believe that! elle n'est pas assez bête pour le croire!2 pronounassez;∎ do you need some money? - I've got enough avez-vous besoin d'argent? - j'en ai assez ou suffisamment;∎ will this be enough? est-ce que ça suffira?;∎ we earn enough to live on nous gagnons de quoi vivre;∎ there's enough for everybody il y en a assez pour tout le monde;∎ enough/not enough is known for us to be able to make a prediction on en sait assez/on n'en sait pas assez pour faire une prévision;∎ not enough of us are here to take a vote on n'est pas assez nombreux pour voter;∎ he's had enough to eat il a assez mangé;∎ more than enough plus qu'il n'en faut;∎ there was more than enough il y en avait largement;∎ enough is enough! ça suffit comme ça!, trop c'est trop!;∎ after five years he decided that enough was enough and resigned après cinq ans il en eut assez et donna sa démission;∎ enough is as good as a feast mieux vaut assez que trop;∎ familiar enough said! je vois!;∎ that's enough! ça suffit!;∎ it's enough to drive you mad c'est à vous rendre fou;∎ I can't get enough of his films je ne me lasse jamais de ses films;∎ to have had enough (of sth) en avoir assez (de qch);∎ she's had enough of working late elle en a assez de travailler tard le soir3 adverb(a) (sufficiently) assez, suffisamment;∎ he's old enough to understand il est assez grand pour comprendre;∎ it's a good enough reason c'est une raison suffisante;∎ you know well enough what I mean vous savez très bien ce que je veux dire;∎ fair enough! ça va!, d'accord!∎ to do sth well enough faire qch passablement bien;∎ she's honest enough elle est assez honnête;∎ it's good enough in its own way ce n'est pas mal dans le genre∎ oddly or strangely enough, nobody knows her chose curieuse, personne ne la connaît
См. также в других словарях:
vivre — 1. vivre [ vivr ] v. <conjug. : 46> • X e; lat. vivere I ♦ V. intr. 1 ♦ Être en vie; exister. La joie de vivre. « Un vivant dégoûté de vivre » (Musset). « Je ne sais plus bien ce qui me maintient encore en vie sinon l habitude de vivre » (A … Encyclopédie Universelle
vivré — 1. vivre [ vivr ] v. <conjug. : 46> • X e; lat. vivere I ♦ V. intr. 1 ♦ Être en vie; exister. La joie de vivre. « Un vivant dégoûté de vivre » (Musset). « Je ne sais plus bien ce qui me maintient encore en vie sinon l habitude de vivre » (A … Encyclopédie Universelle
VIVRE — v. n. (Je vis, tu vis, il vit ; nous vivons, vous vivez, ils vivent. Je vivais. Je vécus. J ai vécu. Je vivrai. Je vivrais. Vis, vivez. Que je vive. Que je vécusse. Vivant.) Être en vie. Tous les hommes et tous les animaux qui vivent sur la… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
VIVRE — v. intr. être doué de vie, être en vie. Tous les hommes et tous les animaux qui vivent. Si nous vivons dans ce temps là. Saint Louis vivait au treizième siècle. Cesser de vivre. être las de vivre. Les poissons vivent dans l’eau. Les chênes vivent … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
vivre — 1. (vi vr ), je vis, tu vis, il vit, nous vivons, vous vivez, ils vivent ; je vivais ; je vécus, nous vécûmes ; je vivrai ; je vivrais ; vis, qu il vive, vivons, vivez ; que je vive, que nous vivions, que vous viviez ; que je vécusse ; vivant,… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
bien — 1. (biin ; l n ne se lie jamais : ce bien est à moi, dites : ce biin est à moi, en donnant à biin la nasalité qui est dans in digne, et non ce biin n est à moi) s. m. 1° Ce qui est juste, honnête. Le bien et le beau. Le bien et la justice… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
bien-être — [ bjɛ̃nɛtr ] n. m. inv. • 1555; de 1. bien et 1. être 1 ♦ Sensation agréable procurée par la satisfaction de besoins physiques (⇒ euphorie), l absence de tensions psychologiques. ⇒ 1. aise, béatitude, bonheur, contentement, félicité, jouissance,… … Encyclopédie Universelle
bien — 1. bien [ bjɛ̃ ] adv. et adj. • Xe; lat. bene ♦ Compar. de bien. ⇒ mieux. I ♦ Adv. 1 ♦ Adv. de manière (opposé à 2. mal) D une manière conforme à une norme (esthétique, intellectuelle, morale, sociale, technique...), à ce que l on peut attendre.… … Encyclopédie Universelle
BIEN — s. m. Il se dit, au sens physique et au sens moral, de Ce qui est utile, avantageux, agréable. Bien solide. Bien imaginaire. Bien durable. Quel bien nous en est il revenu ? Cela fit plus de mal que de bien, ne fait ni bien ni mal. C est un grand… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
vivre — I. Vivre. v. n. Estre en vie. Tous les hommes, & tous les animaux qui vivent sur la terre. Abraham vivoit en tel siecle. si vous vivez en ce temps là. il a vescu cent ans. s il vit en âge d homme. cesser de vivre. estre las de vivre. estre… … Dictionnaire de l'Académie française
BIEN — BIEN, TOUT EST BIEN. Je vous prie, messieurs, de m expliquer le tout est bien, car je ne l entends pas. Cela signifie t il tout est arrangé, tout est ordonné, suivant la théorie des forces mouvantes ? Je comprends et je l avoue.… … Dictionnaire philosophique de Voltaire